Skip to Content

Eten en drinken op het dialysecentrum

Dieetadviezen zijn erg belangrijk bij de dialyse. Zo is bijvoorbeeld een vocht- en natrium(zout)beperking nodig om te voorkomen dat je teveel vocht vasthoudt. Soms moet de hoeveelheid kalium in de voeding beperkt worden. Dit om te voorkomen dat het kaliumgehalte in het bloed te hoog wordt. Daarnaast is het belangrijk dat je niet ongewenst gewicht verliest door bijvoorbeeld klachten van verminderde eetlust en/of misselijkheid. Omdat je voeding aan zoveel speciale eisen moet voldoen, heeft iedere dialysepatiënt een persoonlijk dieetadvies. Deze folder geeft je algemene informatie over eten en drinken op het dialysecentrum.

Dieetadviezen tijdens dialysedagen

De dieetadviezen gelden op alle dagen, dus ook op de dagen dat je dialyseert. Hierover bestaan misverstanden. Soms bestaat het idee dat wat tijdens de dialyse gegeten en gedronken wordt tegelijkertijd wordt uitgedialyseerd. Dit is echter niet juist, het duurt een tijd voordat het eten is verteerd en in je bloed is opgenomen. De dialyse is dan al voorbij.

Een ander misverstand is de veronderstelling dat er geen beperking is aan de vochtinname tijdens de dialyse. Door veel te drinken tijdens de dialyse kan het zijn dat niet al het overtollige vocht kan worden onttrokken aan je lichaam. Dit is een grote belasting voor je lichaam. Drink daarom niet meer dan twee glazen of kopjes tijdens de dialyse.

Ondervoeding

Uit onderzoek is gebleken dat bij veel hemodialysepatiënten eiwitondervoeding voorkomt. Dit kan ontstaan door onvoldoende eiwitinname in combinatie met een verhoogde behoefte aan eiwit. Daarom moeten dialysepatiënten meer eiwitrijke producten eten dan in de periode voor de dialyse.

Daarnaast blijkt uit onderzoek dat het gebruik van eiwitrijke producten tijdens de dialyse een positief effect heeft op de eiwitbalans in het lichaam. Het kan echter per persoon verschillen of je eten tijdens de dialyse goed verdraagt. Overleg bij twijfel hierover met je arts of verpleegkundige.

Soep en zout

De meeste hemodialysepatiënten hebben een natriumbeperking. Koken zonder zout is vooral een kwestie van gewenning. Wanneer iemand drie keer per week zoute soep of bouillon gebruikt, zal diegene niet wennen aan een warme maaltijd zonder zout. Daarnaast is een vochtbeperking niet mogelijk zonder het natrium te beperken. Wanneer je veel natrium (zout) gebruikt, zul je meer dorst krijgen, meer drinken en dus ook meer vocht gaan vasthouden.

 Afspraken over voeding en vocht op de dialyse

  1. Aantal verstrekkingen
    Tijdens de dialyse komt de gastvrouw twee keer bij je langs. Tijdens de eerste ronde kun je kiezen uit één glas drinken en iets te eten, tijdens de tweede ronde kun je kiezen uit iets te drinken of een kopje licht gezouten soep. In de bijlage zie je welke verstrekkingen je kunt kiezen.
  2. Soep/bouillon tijdens de dialyse
    Soep en bouillon bevatten veel natrium (zout). Daarom verstrekken we een lichtgezouten soep of bouillon. Deze soep bevat de helft minder natrium dan gewone soep, maar bevat nog steeds natrium. Gebruik daarom maximaal één kop lichtgezouten soep of lichtgezouten bouillon per dag.
  3. Gebruik fosfaatbinders
    Indien je fosfaatbinders gebruikt is het belangrijk om deze te gebruiken bij eiwitrijke en dus fosfaatrijke producten. Ook wanneer je eiwitrijke producten tijdens de dialyse gebruikt. Het duurt zeker drie à vier uur voordat het fosfaat uit de voeding die tijdens de dialyse wordt genuttigd, in het bloed is opgenomen. In de bijlage kun je zien of en zo ja hoeveel fosfaatbinders je moet gebruiken bij de producten die er verstrekt worden.
  4. Maaltijden na de dialyse
    Per dialysedag kun je gebruik maken van één warme maaltijd of één broodmaaltijd. Deze kun je gebruiken voor of na de dialysebehandeling.

Traktaties

Iedereen mag zelf beslissen of en wat iemand wil trakteren. Wel raden wij zoute traktaties af. Bekijk ook of iets veel kalium of fosfaat bevat. Bij een fosfaatrijke traktatie is een fosfaatbinder wenselijk indien je deze gebruikt. Een keer per 3 weken ontvang je een kleine traktatie van het dialysecentrum. Je kunt kiezen uit een hartige of zoete traktatie.

Aanbod van eten en drinken tijdens de dialyse

  • Eerste ronde: eten en drinken
  • Tweede ronde: drinken of soep

Eten

Fosfaatbinder * (Renvela)

2 sneetjes brood of 1 broodje met kaas of vleeswaren of ei 2

2 beschuiten of knäckebröd met kaas of vleeswaren

1

1 snee krentenbrood met kaas

1

1 snee krentenbrood met boter

geen
Koek (ontbijtkoek, roze koek of gevulde koek) geen

Drinken

Fosfaatbinder * (Renvela)

Koffie en thee geen
Limonade of frisdrank geen
Melk, karnemelk, yoghurt of chocolademelk ** zie hieronder
eiwitrijke vla of (vruchten)yoghurt of vruchtenkwark 1
appel, sinaasappel of seizoensfruit geen
Renilon 7.5 geen
Fresubin 2.0 (fibre) 1
Soep geen

*Fosfaatbinders:

  • Bij fosfaatrijke producten is het belangrijk om fosfaatbinders te gebruiken. Bij het aanbod staat het aantal aangegeven.
  • Als voorbeeld is Renvela genoemd, het kan zijn dat je een andere fosfaatbinder gebruikt bijvoorbeeld Fosrenol of CalciChew, dan kun je uiteraard deze gebruiken.
  • Het is de bedoeling dat je de fosfaatbinders zelf meebrengt van thuis.
  • Overleg bij twijfel met je nefroloog of diëtist.

**Melk en melkproducten bevatten ook fosfaat. De hoeveelheid fosfaat in 150 ml melk of melkproduct is te laag om een extra fosfaatbinder te gebruiken, daarom is 't het beste deze te gebruiken met brood, beschuit, knäckebröd of krentenbrood met hartig beleg. Je combineert dan zoveel mogelijk de fosfaatinname met de fosfaatbinders.

Heb je nog vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen of zijn er nog onduidelijkheden? Ga hierover in gesprek met je verpleegkundige. Via de verpleegkundige kun je ook alijtd een gesprek aanvragen met je diëtist.

  • Dialysecentrum via telefoonnummer 0413 - 40 23 50
  • Diëtetiek via telefoonnummer 0413 - 40 22 50