Skip to Content

Totale heupprothese

Welkom in Bernhoven. Binnenkort ondergaat u een operatie waarbij u een nieuwe heup krijgt. In Bernhoven doen wij alles om voor u deskundige en veilige zorg te bieden in een omgeving waarin wij u gastvrij ontvangen. Bernhoven ligt uniek, grenzend aan natuurgebied de Maashorst in Uden. Wij geloven dat deze inspirerende omgeving bijdraagt aan uw welzijn. In onze zorg werken wij samen met huisartsen en andere zorgpartners om de zorg voor u altijd beter te maken.

Belangrijke telefoonnummers

  • Polikliniek orthopedie 0413 - 40 19 71
  • Afdeling fysiotherapie 0413 - 40 19 35
  • Opname planning 0413 - 40 19 17
  • Verpleegafdeling orthopedie 0413 - 40 32 04
  • Receptie Bernhoven 0413 - 40 40 40 (na 17.00 uur en in het weekend)

Checklijst

  • Krukken, of een rollator als u die al gebruikt
  • Actueel medicatieoverzicht van de apotheek, mag niet ouder zijn dan één week!
  • Eigen medicatie meenemen in de originele doosjes.
  • Als u bloedverdunners gebruikt, graag uw eigen doseringslijst meenemen van de trombosedienst.
  • Telefoonnummers van de contactpersonen.
  • Soepel zittende kleding, na de operatie kan het zijn dat het been wat gezwollen is, dus een ruim zittende broek is dan gemakkelijk.
  • Gemakkelijk zittende stevige schoenen, liefst oudere schoenen die wat ruimer zijn, na de operatie zijn de voeten nog iets gezwollen. Denk aan sportschoenen, schoenen met een klittenband, of elastische veters.

App: Bernhoven Orthopedie

In de speciale app vindt u alle informatie, aangevuld met filmpjes en animaties over de totale heupprothese. Via de app ontvangt u herinneringen met betrekking tot uw behandeling en de ingreep. De app is beschikbaar voor tablet en smartphone in iOS en Android. Uw orthopedisch chirurg informeert u er graag over.

Rapid recovery

Bernhoven gebruikt voor de revalidatie van uw heupprothese een snel herstel programma dat 'Rapid Recovery' heet. Het doel van is om zo snel mogelijk na de operatie te werken aan uw herstel, waardoor een beter functioneren van de heup met minder complicaties bereikt kan worden. 'Rapid Recovery' werkt prima en is veilig, en streeft naar betere zorg waar u als patiënt door goede informatievoorziening actief bij betrokken wordt.

Snel en veilig herstel

Het programma is gericht op snelle en veilige mobilisatie, die direct na de operatie op de verkoeverkamer al start met het bewegen van uw benen. U kan en mag het geopereerde been meteen op de dag van de operatie al belasten.

Goede pijnstilling

Tijdens de operatie zorgt de anesthesioloog voor goede pijnstilling. Hierdoor heeft u weinig tot geen pijn direct na de operatie.

Begeleiding door fysiotherapie

Op de afdeling gaat u binnen vier uur na de operatie met behulp van de fysiotherapeut uit bed en loopt u al een paar pasjes en eventueel naar het toilet. Vervolgens wordt dit verder uitgebreid en gaat u lopen op de gang.

1. Informatie Heuparthrosis

1.1 Algemene informatie

De heup is een kogelgewricht. De kogel van het bovenbeen draait in de kom van het bekken. Op de kop en op de kom zit een laag kraakbeen dat ervoor zorgt dat alles soepel en makkelijk beweegt. De voornaamste reden voor een totale heupprothese is slijtage. Maar het kan ook nodig zijn nadat de heup is gebroken.

Slijtage (dat wordt ook ‘artrose’ genoemd) in het heupgewricht is een kwaal die veel voorkomt, vooral als mensen ouder worden. Het kraakbeen is niet glad meer, maar ruw geworden. Op sommige plekken kan zelfs al het kraakbeen verdwenen zijn.

1.2 Klachten

Als het kraakbeen slechter wordt, dan beweegt de kop niet meer soepel in de kom. Dit kan pijn, stijfheid en kraken veroorzaken. De pijn zit vaak in de lies en bij de billen en kan doortrekken naar het bovenbeen en de knie. Ook bij het opstaan ’s ochtends kan het pijn doen.

1.3 Onderzoek

Om zeker te weten dat er slijtage van de heup is, moet de orthopedisch chirurg eerst uw heup onderzoeken en een röntgenfoto maken. Soms wordt een injectie met een pijnstiller in het heupgewricht geplaatst. Deze injectie kan de pijn voor een poosje minder maken.

Röntgenfoto van een heup zonder slijtage

Röntgenfoto van een heup met slijtage

1.4 Behandeling

In het begin is opereren vaak niet meteen nodig. Er zijn meerdere manieren om met succes de pijn te verminderen. Hierbij kunt u denken aan fysiotherapie, pijnstilling of afvallen. Helaas is het niet mogelijk om de schade die er is te herstellen.

Fysiotherapie

Een fysiotherapeut kan u helpen de spieren bij de heup steviger te maken. Zij hebben hier speciale programma’s voor. Door training komt er minder druk op het gewricht, waardoor de pijn minder wordt. Het is heel belangrijk om te blijven bewegen. De fysiotherapeut kan u tips geven om beter te bewegen. Het duurt wel enkele weken en het kost enige inspanning voordat u effect zult bemerken.

Verlies van gewicht

Als u afvalt, komt er ook minder gewicht op het heupgewricht. Hierdoor wordt de pijn minder. Een paar kilogram kan al verschil maken. Afvallen heeft ook een direct effect op uw gezondheid waardoor u zich beter voelt.

Hulpmiddelen

Met een rollator, een kruk of een stok kunt u zorgen dat er minder druk op uw heup komt. Hierdoor kunnen de klachten verminderd worden, waardoor een operatie misschien nog helemaal niet nodig is. Ook andere schoenen of zolen kunnen een positief effect hebben.

Pijnstillers

Eerst wordt paracetamol aangeraden. Als dat niet genoeg werkt, kan er een ander middel worden gegeven. Bijvoorbeeld naproxen of ibuprofen (in overleg met de arts want niet iedereen mag deze medicijnen gebruiken, soms zijn er ook maagbeschermers nodig). Vooral als u ’s nachts wakker wordt van de pijn, zijn dit goede middelen. Mocht u een lange wandeling gaan maken of een actieve vakantie voor de boeg hebben, is het ook mogelijk om tijdelijk pijnstillers te gebruiken.

Injecties in het heupgewricht

Er kan een injectie in het heupgewricht worden gegeven. Daarvoor wordt een middel gebruikt dat de pijn minder maakt (corticosteroïd). Na ongeveer één week zult u pijnvermindering ervaren. De injectie kan enkele weken tot maanden effect hebben.

Als het onderdrukken van de pijn en de fysiotherapie niet meer helpen, kan de orthopedisch chirurg u aanraden om een prothese van de heup te laten plaatsen.

Het is mogelijk dat bij u een operatie (nog) niet uitgevoerd kan worden. Dat hangt af van:

  • Uw gezondheid en andere ziektes die u heeft.
  • Uw leeftijd (als u nog jong bent: een prothese kan niet heel vaak vervangen worden).
  • Uw gewicht (als u teveel weegt krijgt u het advies af te vallen).
  • Andere oorzaken in overleg met uw arts.

1.5 Totale heup prothese

Bij het plaatsen van een ‘nieuwe heup’ worden de kom en de kop volledig vervangen. De kop wordt vervangen door een metalen kop en steel en de kom door een plastic kommetje. Er zijn een paar technieken om een totale prothese van de heup te plaatsen. De orthopedisch chirurg zal samen met u beslissen wat voor u de beste keuze is.

Er zijn de afgelopen jaren veel soorten protheses van de heup ontwikkeld. Het hangt van de patiënt en van de orthopedisch chirurg af welke soort prothese wordt gekozen en welke techniek.

Er zijn verschillende technieken om de prothese in het bot vast te zetten: gecementeerd, ongecementeerd en hybride.

Gecementeerd betekent dat de kom en de steel allebei in het bot worden vastgezet door middel van cement (soort lijm). 28 Procent van de prothesen wordt op deze manier in Nederland geplaatst.

Bij een ongecementeerde prothese wordt er geen cement gebruikt, maar groeit de prothese direct vast aan het bot. De prothese heeft een ruw oppervlak en er zit een speciaal laagje omheen waardoor het goed aan het bot kan vastgroeien. 63 Procent van de prothesen wordt op deze manier in Nederland geplaatst.

Een hybride prothese betekent dat de heupkom zonder cement wordt vastgemaakt en de steel met cement, of andersom. Dit is op dit moment de minst gebruikte techniek in Nederland.

Gecementeerde heup Ongecementeerde heup

1.6 Resultaten

De resultaten van een totale heup prothese zijn zeer goed, meer dan 95 procent is tevreden. Een nieuwe heup gaat ongeveer twintig jaar mee. Dit is een gemiddelde. Bij sommige mensen gaat hij langer mee, en bij enkelen minder lang. Dat betekent dat het voorkomt dat de prothese vervangen moet worden na een aantal jaren (vooral jongere mensen). Elk jaar worden er in Nederland ongeveer 26.000 protheses van de heup geplaatst. De gemiddelde leeftijd is ongeveer 70 jaar.

1.7 Problemen tijdens en na de operatie

Bloeding

Bij elke operatie is er een kans op een nabloeding. Soms is het nodig opnieuw een operatie te doen om het bloeden te stoppen. Als u bloedverdunners gebruikt (zoals ascal, plavix, persantin of sintrom), vertel dit dan aan de orthopedisch chirurg en de anesthesioloog. Zij zullen dan beoordelen of u met de bloedverdunners moet stoppen, ermee door moet gaan of dat u vervangende medicatie gaat krijgen. Na de operatie kan wondlekkage van wondvocht ontstaan.

Infectie

Na de operatie is er een kans op een wondinfectie. Om dat te voorkomen krijgt u voor, tijdens en na de operatie antibiotica. Een infectie kan soms doorgaan tot op de prothese. Als dit gebeurt, moet er opnieuw geopereerd worden. Dan wordt de heup schoongemaakt. Een enkele keer moet de prothese worden verwijderd. In Bernhoven is het risico van een infectie minder dan 1 procent. Dat is beter dan het landelijke gemiddelde.

Luxatie

De kop van de prothese kan uit de kom schieten. (medische term hiervoor is luxatie). De kans hierop is het grootst in de eerste drie maanden. U moet u goed aan de adviezen van de fysiotherapeut houden om dat te voorkomen. Het risico van uit de kom schieten ligt rond de twee procent.

Trombose

Omdat u een tijdje minder goed kunt bewegen, kunnen er bloedstolsels in de bloedvaten ontstaan. Om dit te voorkomen krijgt u medicatie (meestal kleine spuitjes) om het bloed te verdunnen. Het risico op trombose is minder dan één procent.

Zenuwbeschadiging

Tijdens de operatie kan een zenuw beschadigd worden. Daardoor kan een gedeeltelijke verlamming van het been ontstaan Bij beschadiging hiervan kan u een klapvoet krijgen. Dit gaat meestal over, maar het kan wel enkele maanden duren. Dit risico is minder dan 1 procent.

Loslating

Loslaten van de prothese op de langere termijn, dit betekent dat de heupprothese op een of andere manier kan loskomen van het omringende bot. De prothese kan dan eventueel vervangen worden (revisieoperatie), waarbij het resultaat dan meestal minder goed is dan na de eerste heupprothese.

1.8 Roken

Roken vergroot de kans op problemen bij het herstel en rondom de operatie. Wie tijdelijk stopt (van minimaal vier weken voor de operatie tot minstens vier weken na de operatie), halveert die kans. Meer informatie hierover leest u in Zorg voor beweging Jaarmagazine 2015. Uw orthopedisch chirurg kan u ook meer informatie geven, klik hier voor het Zorg voor Beweging jaarmagazine.

1.9 Voorkómen van complicaties

Uw orthopedisch chirurg zal zoveel mogelijk doen om het risico op complicaties te verminderen. U krijgt al voor de operatie antibiotica om het risico op infectie te verminderen. U krijgt medicijnen om trombose te voorkomen. Het is belangrijk te weten dat bepaalde patiënten meer risico's lopen dan andere.

Er is een verhoogd risico bij:

  • patiënten met suikerziekte (diabetes mellitus);
  • patiënten die met bepaalde medicijnen (immunosupressiva) behandeld worden;
  • patiënten met een verminderde afweer voor infecties;
  • patiënten die roken;
  • patiënten met een overgewicht;
  • patiënten met een chronische gebitsontsteking.

Het zal duidelijk zijn dat u aan deze laatste drie risicofactoren zelf het meeste kunt doen!

2. De tijd van het bezoek aan de polikliniek tot aan uw opname

2.1 PPO (route 20)

Vóór de operatie gaat u langs bij de anesthesioloog. Op het Preoperatief Poliklinisch Spreekuur (PPO) wordt u onderzocht en wordt alle informatie die nodig is rondom de operatie verzameld en beoordeeld. Dit duurt ongeveer een uur. Zie informatie over anesthesie in deze folder.

De operatie kan gebeuren onder plaatselijke verdoving (met een ruggenprik) of algehele narcose. Samen met de anesthesioloog bespreekt u wat voor u de beste keuze is.

Denk aan uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO)

Wat is een AMO?
AMO staat voor actueel medicatieoverzicht. Het is een overzicht van de medicijnen die u op dat moment gebruikt.

Waarom een AMO?
Als uw arts medicijnen wil voorschrijven, leest de arts in uw AMO welke medicijnen u al gebruikt. Zo voorkomen we dat u medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed combineren met andere medicijnen.

Hoe kom ik aan mijn AMO?
Uw apotheker print voor u een AMO uit. Vertel uw apotheker ook als u medicijnen gebruikt zonder recept zoals pijnstillers, vitamines, anticonceptie pil of St. Janskruid en meld ook allergieën.

Ik heb nieuwe medicijnen gekregen. Hoe kom ik aan een aangepast AMO?
Tijdens uw ziekenhuisopname, polikliniekbezoek of bezoek aan uw huisarts kan uw medicijngebruik zijn veranderd. Let er op dat wijzigingen van medicatie of nieuwe gegevens in uw overzicht worden opgenomen door uw apotheker.

Wanneer neem ik mijn AMO mee?
Zorg dat u het overzicht altijd bij u heeft als u naar de specialist gaat. Dan kan de specialist zien of eventuele nieuwe medicijnen samengaan met medicijnen die u al heeft. Neem het ook mee als u naar de tandarts gaat.

Hoelang is uw AMO geldig?
Het document is maximaal drie maanden geldig maar dient bij iedere wijziging in de medicatie tussentijds opnieuw worden vervangen. Uw apotheek kan het actuele medicatie overzicht verstrekken.

Regionale anesthesie (plaatselijke verdoving.

Een veelgebruikte techniek bij een heup operatie is de ruggenprik. Hierbij worden de zenuwen geblokkeerd waardoor het onderlichaam gevoelloos wordt en u uw benen tijdelijk niet meer kunt bewegen. Bij een ruggenprik spuit de anesthesioloog door een dunne naald een verdovende vloeistof in uw wervelkanaal. Deze prik doet niet meer pijn dan een gewone injectie. De verdoving werkt na een aantal minuten en duurt twee uur. Als u het prettig vindt, is het mogelijk dat u door het infuus een licht slaapmiddel krijgt toegediend zodat u kort slaapt. U maakt de operatie dan niet bewust mee. We maken daarbij gebruik van een kortwerkend middel, zodat u na de operatie zo snel mogelijk samen met de fysiotherapeut kunt gaan oefenen.

Algehele anesthesie (narcose)

Bij een algehele anesthesie wordt het bewustzijn en de pijngewaarwording in het hele lichaam uitgeschakeld. Normaal gesproken wordt u met een prik (infuus) in slaap gebracht. Het inspuiten van het slaapmiddel kan een kortstondig, branderig gevoel in uw arm geven. Vlak voor u in slaap valt, wordt een masker met zuurstof vóór uw gezicht gehouden. Tijdens de operatie krijgt u ook zuurstof toegediend. Dit gebeurt via een buisje dat via de mond rond de keelholte of in de luchtpijp wordt geplaatst. We maken daarbij gebruik van een kortwerkend middel, zodat u na de operatie niet zo suf bent en zo snel mogelijk samen met de fysiotherapeut kunt gaan oefenen.

Voor de afspraken die met u op de PPO gemaakt worden, raadpleegt u het 'blauwe boekje'.

2.2 Thuiszorg

Als u na uw opname thuis komt, heeft u mogelijk hulp nodig. U kunt hulp nodig hebben in de huishouding, maar ook hulp bij de dagelijkse verzorging: het wassen van rug en voeten, het aandoen van uw schoenen en kousen.
Wanneer u alleenstaand bent en/of niet op hulp van partner, familie of goede kennissen kunt terugvallen, kan wanneer nodig de thuiszorg worden ingeschakeld.
De persoonlijke verzorging wordt dan door het ziekenhuis aangevraagd bij de ontslagcoördinator.

Welke hulp heb ik nodig na de operatie? Wat moet ik vooraf regelen?

  • Zo nodig thuiszorg 2x daags, of familie/partner die gedurende zes weken kan helpen om de voeten/onderbenen te verzorgen.
  • Maaltijdvoorziening (kunt u zelf regelen).
  • Zo nodig een alarmsysteem.

Zie voor meer informatie, folders: Het aanvragen van nazorg, Zorgaanbieders in de regio en Verwijzingen en voorzieningen nazorg.


2.3 Fysiotherapie

Om het herstel na de operatie te bevorderen kan het wenselijk zijn om al te trainen vóór de operatie. Als u een goede conditie heeft voor de operatie is er minder kans op een complicatie en zal er een sneller herstel plaatsvinden.

2.4 Wel of niet reanimeren?

Wel of niet reanimeren is een moeilijk onderwerp waar u mogelijk nog nooit mee geconfronteerd bent. Toch is het belangrijk dat u voor de operatie hierover nadenkt. Het ziekenhuis wil niemand tegen zijn of haar wil reanimeren. De beslissing tot wel of niet reanimeren hangt samen met de ernst van de aandoening, de toekomstverwachting, de levensvisie en de kans van slagen van een reanimatie.

Ook in uw geval moeten wij weten hoe u over reanimeren denkt. U maakt uw definitieve beslissing bekend tijdens het gesprek op het preoperatief poliklinisch spreekuur (PPO).

Er zijn twee mogelijke keuzes:

  • U wilt niet gereanimeerd worden

U laat tijdens het opnamegesprek met de arts weten niet gereanimeerd te willen worden. De behandelend arts zal zich ervan overtuigen dat u de consequenties van dit besluit goed overziet en zal uw wens respecteren.

  • U wilt wel gereanimeerd worden

Wanneer u wel gereanimeerd wilt worden, zal de arts aan uw wens gehoor geven, tenzij de situatie zo ernstig en uitzichtloos is dat de behandelend arts besluit reanimatie achterwege te laten. Een besluit om niet te reanimeren wordt altijd vastgelegd, zowel in het medisch als in het verpleegkundig dossier van de patiënt en wordt met de verantwoordelijke verpleegkundige besproken. De behandelend arts blijft eindverantwoordelijk.

2.5 Verdere adviezen

Als u voor de operatie ergens een ontsteking heeft (roodheid, een warme plek, koorts en/of pijn), dan moet u dat telefonisch melden bij de polikliniek orthopedie.

  • Polikliniek orthopedie 0413 - 40 19 71

Een ontsteking of infectie kan zich door het lichaam verspreiden en kan dus ook bij de heupprothese uitkomen. Soms moet de operatie uitgesteld worden.

3. Uw opname in het ziekenhuis tot en met de operatie

Voor meer informatie klik hier.

3.1 Algemeen

Zorg ervoor dat u zich ’s ochtends gedoucht heeft vanwege de hygiëne.

  • Verwijder make-up, bodycreme’s, sieraden en piercings.

3.2 Afdeling

Op de dag van de operatie moet u met een nuchtere maag op de afdeling komen. Dat betekent dat u ’s ochtends niets meer mag eten en drinken.

'Nuchter' zijn, betekent dat uw maag leeg is. Zo wordt voorkomen dat de inhoud van uw maag tijdens de operatie in de luchtpijp en longen terecht komt. Dit kan tot ernstige complicaties leiden. U moet voor een operatie altijd nuchter zijn, ook als u een regionale verdoving (bijvoorbeeld ruggenprik) krijgt. Op de PPO hoort u wanneer u nuchter moet zijn en welke medicijnen u wel en niet mag gebruiken. Wat er met u afgesproken is, staat in het zogenoemde blauwe boekje. Het is belangrijk dat u deze informatie leest.

3.3 Naar de operatiekamer

Voordat u de operatiekamer ingaat, wordt er een infuus geprikt. Heeft u gekozen voor een ruggenprik dan wordt deze op de voorbereidingsruimte geplaatst.

Er wordt een paar keer naar uw naam en geboortedatum gevraagd. En ook voor welke operatie u komt. Dat is een extra controle om ervoor te zorgen dat er geen misverstanden zijn.

3.4 Op de operatiekamer

Op de operatiekamer komt u op uw zij op de operatietafel te liggen. Als alles goed is gaat de operatie beginnen. Als u afgesproken heeft om algehele narcose te krijgen of te slapen, dan zal dit nu gebeuren. De operatie duurt meestal één tot anderhalf uur. Hierna wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Als de operatie klaar is, komt u op de uitslaapkamer te liggen. Daar houden we u nog even in de gaten om te kijken of de pijn onder controle is en u niet misselijk bent. Vandaar gaat u naar de afdeling. Dan mag u weer eten en drinken.

4. Na uw operatie

Als de operatie klaar is, komt u op de uitslaapkamer te liggen. Daar houden we u nog even in de gaten om te kijken of de pijn onder controle is en u niet misselijk bent. Vandaar gaat u naar de afdeling. Dan mag u weer eten en drinken.

Binnen ongeveer vier uur na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs en mag u onder begeleiding uit bed en een rondje op de kamer lopen met behulp van een looprek.

De dag na de operatie wordt het lopen met krukken of rollator op de gang geoefend. Ook krijgt u oefeningen om de beweeglijkheid van het gewricht en de aansturing van de spieren te bevorderen. Er wordt een controlefoto gemaakt en het Hb (hemoglobine: aantal rode bloedcellen) wordt geprikt. Vervolgens wordt het looppatroon geoptimaliseerd en de loopafstand uitgebreid. Traplopen wordt, indien nodig, geoefend. Oefeningen voor thuis worden doorgenomen. De hechtingen zijn oplosbaar en hoeven niet verwijderd te worden.

Trombose

Na de operatie moet u vijf weken lang fraxiparine spuiten. Dit zijn kant en klare spuitjes die u bij u zelf moet spuiten om trombose te voorkomen. Tijdens uw verblijf leren wij u dit.

Physician assistant (PA)

Dagelijks komt er een physician assistant of een orthopedisch chirurg langs, om al uw medische vragen te beantwoorden. Een Physician assistant (kortweg PA) beschikt over brede medische kennis en vaardigheden en handelt binnen het specialisme waarin hij/zij tenminste werkzaam is op het niveau van basisarts.

5. Naar huis of revalideren

5.1 Wanneer naar huis

Als u goed met hulpmiddelen kunt opstaan, lopen en naar het toilet gaan, dan mag u naar huis. Dat is meestal na een à twee dagen. Er wordt voor u een controle afspraak gemaakt na 8 weken. De PA belt u na ongeveer 1 week op om te vragen hoe het met u gaat. De pleister mag op de ochtend van de belafspraak verwijderd worden.

Hoe verzorgt u de wond?

Uw operatiewond is verbonden met speciaal verband: zogenoemd Aquacel Surgical verband.

Wat is Aquacel Surgical verband?

Na een operatie komt bloed en/of vocht uit de wond, kortweg wondvocht. Dit is normaal. Aquacel

Surgical is speciaal verband dat dit wondvocht opvangt. Het verband bestaat uit een absorberend

gedeelte en een waterdichte flexibele laag. Het verband kan daardoor veel wondvocht opnemen en

vasthouden. U mag gewoon douchen met het verband.

Hoe ziet Aquacel Surgical verband eruit?

Door het opnemen en vasthouden van het wondvocht verkleurt het verband. Dit kan absoluut geen kwaad. De operatiewond zal onder het verband goed genezen.

verband zonder wondvocht verband met wondvocht

U verwijderd zelf de Aquacell pleister

Het verband houdt bacteriën en virussen van buitenaf tegen. Om infectie van de wond en blaarvorming te voorkomen, is het belangrijk om het verband zo min mogelijk te verwisselen. U laat het verband daarom na de operatie zitten. U verwijdert het verband op de ochtend van uw belafspraak.

Laat het verband aan de randen en/of de hoekjes wat los? Plak dit dan met een pleistertje vast. Dit voorkomt dat het verband te snel helemaal loslaat of dat er vocht onder komt (bij het douchen bijvoorbeeld).

Het kan zijn dat het eerder verwijderen van de pleister toch noodzakelijk is. U kunt dit zelf doen.

  • de wond onder het verband door lekt;
  • u ongebruikelijk veel pijn heeft;
  • de wond rood is, irriteert en/of jeukt;
  • het verband tot en met de plakranden verzadigd is met wondvocht, zoals op de foto hieronder.

Als de wond nog iets na lekt, kunt u hier een normale pleister op plakken. IWanneer de wond droog is, hoeft er geen pleister meer op. Maakt u zich zorgen nadat u de wond toch opnieuw heeft moeten verbinden of heeft u hierover nog vragen? Bel dan naar de polikliniek orthopedie. Dat kan op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur, telefoonnr.: 0413-401971

5.2 Leefadviezen

De adviezen die we hier nomen zijn belangrijk voor uw herstel en uw welzijn.

Wondverzorging

De wond is gesloten met oplosbare hechtingen en hoeven niet verwijderd te worden.

Leefadviezen

  • U mag alle bewegingen maken op eigen kracht, maar de bewegingen mogen niet geforceerd uitgevoerd worden.
  • Beweeg ten alle tijde binnen de pijngrens.
  • U mag mobiliseren met hulpmiddel (krukken of rollator), verdere instructies volgt u op via uw eigen fysiotherapeut.
  • Voor een beter herstel, wissel mobiliseren en rust met elkaar af.
  • Maak gebruik van een hoge rechte stoel met armleuningen om te zitten.
  • Volledig herstel duurt 6 - 9 maanden

5.3 Wat te doen bij problemen?

Bij problemen kunt u contact opnemen met de polikliniek orthopedie of buiten kantooruren en in het weekend met de spoedeisende hulp.

Problemen kunnen zijn:

  • De huid rondom de wond is rood, gezwollen en warm, u heeft koorts (meer dan 38,5 gr) en/ of rillingen.
  • Plotselinge heftige pijn en onvermogen tot staan.
  • Er sprake is van een infectie op een andere plek in het lichaam bijvoorbeeld keel/ blaas/ longontsteking of een pussende wond. Een dergelijke infectie kan de nieuwe heup aantasten. Direct starten met antibiotica is erg belangrijk.
  • Een nabloeding.
  • Acute hevige pijnklachten.

5.4 Wat te doen bij een infectie of een operatie als je een prothese hebt?

Nu u een prothese heeft, is het in de regel niet nodig dat u antibiotica krijgt als u een operatie krijgt of een ingreep bij de tandarts. U kunt wel even vertellen dat u een prothese heeft.

http://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/antibioticaprofylaxe_bij_gewrichtsprothese/antibioticaprofylaxe_bij_gewrichtsprothese.html

6. Veel gestelde vragen over een heupoperatie

Hoe lang blijft mijn heup gevoelig/ pijnlijk?

Uw been kan na de operatie dikker zijn dan het andere been, dit is niet abnormaal. Het dik worden zal verminderen door dagelijks de benen omhoog te leggen en door weer in beweging te komen. Dit kan enkele weken duren. De pijn na het plaatsen van een heupprothese wordt geleidelijk aan minder, beginnend ongeveer 1-2 weken na de operatie. Advies is goed uw pijnstilling te gebruiken.

Hoe vaak moet ik oefenen en hoe weet ik dat ik teveel geoefend heb?

Overleg dit met u fysiotherapeut. Voert u de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet! Bij te veel oefenen vermeerdert de zwelling en de pijn.

Wanneer mag ik weer fietsen en autorijden?

Als u voor de operatie ook regelmatig fietste mag u ongeveer zes weken na de operatie weer gaan fietsen. U moet wel weer voldoende controle over uw been hebben en u moet zich zeker goed genoeg voelen om te fietsen. Gebruik bij voorkeur een damesfiets vanwege de lage instap. Oefenen op een hometrainer is aan te raden. Autorijden is een individuele aangelegenheid, het blijft daarbij altijd uw eigen verantwoordelijkheid om te beoordelen of u hiertoe in staat bent. Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde heup kunt u na zes weken weer gaan autorijden.

Moet ik iets aangeven bij de douane, kan ik door het poortje bij het vliegveld, kan ik problemen krijgen bij een MRI-scan?

In uw prothese is titanium/roestvrij staal verwerkt. Dit geeft bijna zeker een signaal bij een douanepoortje. Leg in dat geval rustig uit dat u een prothese heeft. Een brief of een pasje waarin staat dat u een prothese heeft weinig zin gezien de douane u toch moet controleren. Bij een eventuele MRI-scan in de toekomst moet u melden dat u een prothese heeft. In het algemeen kan het onderzoek wel plaatsvinden.

De huid is gevoelloos. Kan dat?

Ja dat kan. De oppervlakkige huidzenuwen zijn doorgesneden. Het duurt een tijd voordat dit weer aan elkaar is hersteld. Meestal wel een half jaar, soms is dit blijvend. Advies is om de 1ste 3-4 maanden niet direct met het litteken in de zon te komen.

Wanneer mag ik weer sporten?

Er is een groot verschil tussen sporten in belasting en risico. Een prothese blijft een mechanische vervanging van u eigen gewricht en is niet gemaakt voor intensieve of zware sport. Er zijn mensen die skiën, tennissen en hardlopen. Dit brengt wel grote risico’s met zich mee en verkort de levensduur van de prothese.

Sportbeoefening is mogelijk vanaf een drie- tot zestal maanden na de ingreep doch dit tijdstip wordt grotendeels bepaald door uw revalidatie.

Zijn er bewegingen die ik niet mag maken?

Alle bewegingen kunnen gemaakt worden mits deze niet geforceerd gaan. Diep buigen in de heup en het been naar binnen draaien dient vermeden te worden. Als u gaat slapen leg dan de eerste zes weken een kussen tussen de knieën.

Seksualiteit

De pijn die de seks beperkt voor de operatie is vrijwel meteen weg na de operatie. De heup wordt vanzelf soepeler. Dit proces heeft tijd nodig. Eerste stap is herstel en opbouw van intimiteit en met een gezond verstand een rustige start, maar uiteindelijk zijn er hierbij geen beperkingen meer.

Meer informatie

Op de website samenbeterthuis.nl  vindt u ook nog praktische tips en adviezen over hulpmiddelen, thuiszorg en is een aantal voorlichtingsfilmpjes gepubliceerd over hoe u bepaalde (loop)hulpmiddelen thuis kunt gebruiken.

7. Thuis, en dan?

7.1 Fysiotherapie

Na de operatie moet u minimaal zes weken oefenen, thuis en met de fysiotherapeut.

In deze periode worden zo mogelijk de hulpmiddelen afgebouwd. Dit mag niet te snel gebeuren, want een verkeerd (waggelend) looppatroon is moeilijk af te leren. Hoe lang uw revalidatie duurt is afhankelijk van leeftijd, conditie, eventuele nevenproblematiek en uw persoonlijke doelen. Goede spierkracht , stabiliteit en coördinatie zijn belangrijk.

Beenlengte verschil na THP

Het is vrij gebruikelijk dat u na het plaatsen van een heupprothese het gevoel heeft dat uw been langer is geworden, terwijl dit objectief niet het geval is. De heup moet zich als het ware nog “zetten” In een uitzonderlijk geval moet het been wat langer gemaakt worden om een stabiele heup te bereiken. in dat geval is soms een hieltje of zooltje onder het andere been een goede oplossing.

Oefeningen

Klik hier om video's te bekijken van onderstaande oefeningen.

Trap op:

 

Trap af:

 

Voor een video van het traplopen: download de gratis Patient Journey app ‘Bernhoven orthopedie’.

Oefeningen na de operatie voor thuis

Zorg voor voldoende veiligheid tijdens het oefenen

  • Zoek bijvoorbeeld steun bij het aanrecht of een stevige tafel
  • In principe geldt voor elke oefening tien herhalingen en drie maal daags een sessie
  • Merkt u dat dit nog te zwaar of te pijnlijk is, dan vermindert u het aantal herhalingen of u oefent alleen het geopereerde been
  • U mag tijdens het oefenen wel lichte pijn ervaren, maar deze pijn moet na het oefenen binnen vijf minuten weer weg zijn
  • Voer de oefeningen secuur en in een rustig tempo uit, dat heeft meer effect dan snelle bewegingen

 

1. Knie heffen 2. Heup strekken 3. Heup zijwaarts heffen

7.2 Adviezen voor thuis

  • Gebruik in de douche een douchestoel voor uw veiligheid.
  • Elastische veters voor uw schoenen, waardoor u makkelijker de schoenen aankrijgt.
  • Om kousen en schoenen aan te trekken, kunt u gebruik maken van een Helping hand of een lange schoenlepel (foto).

  • Verwijder thuis losse kleedjes op de vloer vanwege valgevaar.
  • Eventuele aangemeten steunkous moet u gebruiken tot de eerste controle.
  • Een hoge stoel met armleuningen, zodat u kunt steunen met opstaan en zitten.
  • Bij een laag toilet kan een zitverhoger zeer nuttig zijn, net als een steun in de douche.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van de informatie toch nog vragen? Aarzel dan niet en stel uw vragen aan uw behandelend arts of neem contact op met de polikliniek orthopedie: 0413 – 40 19 71