Skip to Content

Voedingsadviezen bij passageproblemen

Eten is niet altijd vanzelfsprekend smakelijk en gezellig. Er kan sprake zijn van een passageprobleem waardoor je (op advies van je arts) voeding in een andere vorm moet gebruiken. Dit kan een gemalen, een zachte voeding of een vloeibare voeding zijn.

Passageproblemen

Passageproblemen kunnen zijn:

  • Doorslikken van gewone voeding kost te veel slikkracht of tijd.
  • Gewone voeding blijft in de keel steken of kan vanwege een vernauwing niet goed de keel of slokdarm passeren.
  • Kauwen is moeilijk (bijvoorbeeld door het ontbreken van gebitselementen) of kauwen kost te veel energie.

Ook kan er een verhoogd risico zijn op ongewenst gewichtsverlies als het gewone eten niet goed gaat. In deze folder vind je adviezen om ongewenst gewichtsverlies te voorkomen en worden de adviezen bij passageklachten besproken. De adviezen die worden gegeven, zijn algemeen van aard. Iedere patiënt heeft zijn eigen voedingsgewoonten, voorkeuren en smaak. Uitproberen van voedingsmiddelen en verschillende smaken is belangrijk.

Advies bij afwijkende vorm

Om verschillende redenen kun je het advies hebben gekregen om voeding (tijdelijk) in een andere vorm te gebruiken. De oorzaak van je probleem bepaalt welke vorm geschikt is. Dit gebeurt in overleg met jouw arts. Gemalen voeding is voeding die gemalen is en geen harde stukjes bevat. Denk aan: brood zonder korst met smeerbaar beleg, aardappel- en groentepuree, geprakte banaan, eiersalade, enzovoorts. Niet geschikt zijn: harde broodjes, rookvlees, rosbief of rauwe ham.

Zachte voeding

Zachte voeding is voeding waarop weinig gekauwd hoeft te worden en makkelijk weggeslikt kan worden. Het kan met een lepel, maar ook nog met vork en mes gegeten worden. Denk aan: zacht gekookte pasta met veel saus, stamppot met veel jus, gestoofde vis, roerei, omelet, wentelteefjes, pannenkoeken, zacht fruit, brood zonder korst en smeerbaar of zacht broodbeleg, zacht gebak, enzovoorts.

Vloeibare voeding

Vloeibare voeding is drinkbare voeding, zonder pitjes of vezeltjes en kan makkelijk door een rietje worden gedronken. Het kan ook met een lepel worden gegeten, maar het is te dun om te kunnen eten met een vork. Denk aan: gladde pap zonder stukjes, yoghurt/vla zonder stukjes, vruchtensap zonder vruchtvlees, tomatensap, oplossoep, karnemelk, drinkyoghurt, dunne milkshake of drinkvoeding.

Brosse producten

Soms wordt het gebruik van producten met een bros karakter als geroosterd brood, toast, beschuit of crackers beter verdragen dan gewoon brood. Wanneer je dit rustig eet en goed kauwt worden de fijne kruimels gemengd met het speeksel waardoor het bij doorslikken een soort van fijne, vloeibare massa vormt. Gebruik de soorten zonder zaden, noten en pitten. Gewoon brood heeft de neiging door het kauwen en vermengen met speeksel samen te kleven en een plakkerige deegbal te vormen die problemen op kan leveren.

Algemene richtlijnen

  • Het is belangrijk dat je, ondanks de veranderde vorm van j voedsel, gezond en gevarieerd blijft eten. Je lichaam krijgt dan alle voedingstoffen binnen, die het nodig heeft.
  • Als je de voeding in gemalen/vloeibare vorm moet gaan gebruiken zijn veel voedingsmiddelen niet meer herkenbaar (bijvoorbeeld gemalen erwtjes of sperzieboontjes). Het lijkt dan of al het eten hetzelfde eruit ziet en ook hetzelfde smaakt. Je kunt dit voorkomen door:
    • Hartige en zoete gerechten af te wisselen
    • Gebruik te maken van kruiden en specerijen
    • Wisselen van warme en koude gerechten
  • Gemixte erwtjes, snijbonen en sperziebonen smaken bijna hetzelfde. Worteltjes, bloemkool, rode kool en spinazie verschillen juist in kleur en smaak van elkaar. Maak je maaltijden zo aantrekkelijk mogelijk door af te wisselen in kleur en smaak.
  • Mix/pureer de voeding pas na bereiding.
  • Een gemalen/vloeibare voeding kan eerder een vol gevoel geven. Om toch voldoende energie en voedingsstoffen op te kunnen nemen kan het nodig zijn om meerdere kleine maaltijden per dag te gebruiken. Gebruik naast de drie hoofdmaaltijden ook kleinere maaltijden tussendoor, waardoor je zes-zeven kleine maaltijden per dag gebruikt. Houd in de gaten of je gewicht stabiel blijft. Door het gebruik van volle melkproducten, boter, (dieet-)margarine en slagroom kun je je energie-inname verhogen. Gebruik slagroom in ongeklopte vorm, omdat geklopte slagroom eerder een vol gevoel geeft.
  • Hartige gerechten kun je aanmaken met bouillon en/of melk.
  • Zoete gerechten kun je aanmaken met melk, karnemelk of vruchtensap.
  • IJskoude dranken kunnen plezierig zijn om te gebruiken: o.a. koude melk, karnemelk, ranja, ijsthee, appel- en druivensap, tweedrank met ijsklontjes, milkshake en ijs.
  • Maak de voeding eventueel smeuïger met jus, saus of appelmoes.
  • Je kunt eventueel gebruik maken van potjes babyvoeding (indien gewenst op smaak brengen met zout, peper of aroma)
  • Wanneer je de voeding zelf bereidt, kun je een gedeelte hiervan invriezen.

Als wordt verwacht dat je langdurig vloeibare voeding moet gaan eten en je gebruikt geen drink- en/of sondevoeding, overweeg dan het gebruik van een vitaminen- en mineralen supplement. Je kunt dit thuis zelf kopen bij de apotheek, drogist of supermarkt. Kies voor een preparaat met maximaal 100 procent van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). Overleg zo nodig met je arts of diëtist over welk supplement geschikt voor jou is.

Ongewenst gewichtsverlies

Gewichtsverlies is ongewenst als je ziek bent. Er wordt gesproken over ongewenst gewichtsverlies als je gewicht binnen één maand meer dan 5% gedaald is of binnen zes maanden meer dan 10% gedaald is. Dit betekent dat iemand die voor zijn ziekzijn bijvoorbeeld 70 kg woog meer dan 3,5 kg binnen één maand of meer dan 7 kg het laatste half jaar afgevallen is. Bij ongewenst gewichtsverlies is het belangrijk verder gewichtsverlies te voorkomen en liefst weer enkele kilo’s aan te komen.

Energie en eiwitten

Tijdens ziekte heeft het lichaam extra energie nodig. Hiervoor is een energierijke voeding noodzakelijk. Naast energie zijn eiwitten van belang. Het zijn bouwstoffen voor het lichaam. Het eten van voldoende eiwitten kan helpen de spieren in je lichaam sterk te houden, wat belangrijk is voor je conditie. De belangrijkste eiwitleveranciers zijn: zuivelproducten, vlees, vis, noten, brood en granen.

Algemene (voedings)adviezen

  • Neem rustig de tijd om te eten;
  • Gebruik volle melkproducten;
  • Voeg extra suiker, jam, stroop of honing toe om voedingsmiddelen energierijker te maken;
  • Verdeel maaltijden over de dag (zes-acht eetmomenten per dag);
  • Voeg een scheutje room of ongeklopte slagroom toe, aan bijvoorbeeld vla, pap, koffie, soep, saus of puree;
  • Zorg voor variatie;
  • Wissel warme en koude tussendoortjes met elkaar af.

Dranken

Probeer voldoende te drinken, dit betekent 1,5-2 liter per dag. Kies bij voorkeur voor energierijke dranken zoals: vruchtensappen, aanmaaklimonade, frisdrank, volle melk(producten), of chocolademelk. Koffie, thee, bouillon en water bevatten geen energie en zijn daarom minder geschikt.

Diabetes mellitus

Als er sprake is van diabetes moet je er rekening mee houden dat het toevoegen van suiker en het gebruik van extra suikerrijke producten invloed heeft op je bloedglucose. Extra suiker toevoegen en gebruik aanmaaklimonade/frisdrank om de voeding energierijker te maken is voor jou minder geschikt. Kies liever voor het gebruik van extra volle melk(producten). Bij vragen raadpleeg je diëtist.

Heb je nog vragen?

Zijn er na het lezen van deze folder nog onduidelijkheden of wil je meer weten? Aarzel dan niet om dit te bespreken met je diëtist of arts. Of bel ons op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur.

  • Diëtetiek telefoon 0413 - 40 22 50