Skip to Content

Voedingsadvies bij risico op ondervoeding

Gezonde voeding levert de energie, eiwitten (bouwstenen van het lichaam) en voedingsstoffen die uw lichaam nodig heeft om goed te functioneren. Gezonde voeding is belangrijk om fit te worden en te blijven.

Wat is ondervoeding?

Soms lukt het niet om regelmatig gezond en voldoende te eten. Voor een weekje is dat niet erg, maar als het langer duurt kan het problemen gaan geven. Als u te weinig energie, eiwit en voedingsstoffen binnenkrijgt, dan gebruikt uw lichaam de reservevoorraden die in het vet- en spierweefsel zijn opgeslagen. Uw vet en spieren worden afgebroken. U wordt daardoor dunner en zwakker en valt af. U wordt sneller moe en heeft minder zin om goed te eten en te bewegen. Het wordt dan steeds moeilijker om weer fit te worden. Wanneer u onbedoeld afvalt, bijvoorbeeld meer dan drie kilo in een maand of meer dan 6 kilo is 6 maanden , spreken we van ondervoeding.

Ook als u een gezond gewicht heeft of te zwaar bent kunt u al ondervoed zijn, als door onvoldoende voeding vet- en spierweefsel worden afgebroken.

Wat kunt u zelf doen?

Het is meestal niet zo gemakkelijk om zelf weer voldoende en gezond te gaan eten. Het kan helpen om samen met een goede buur, kennis of familie de volgende punten na te gaan:

  • Schrijf gedurende een paar dagen op wat u allemaal eet en drinkt, op welk moment van de dag en hoeveel. Bekijk de aanbevolen ‘basisvoeding’ in de lijst hieronder en kijk of u zelf aan deze hoeveelheid voedingsmiddelen toekomt. Pas uw boodschappenlijst zo nodig aan.
  • Zorg dat u gezonde voeding op voorraad heeft.
  • Eet op vaste tijden, in ieder geval drie maaltijden per dag. Eet u elke keer maar weinig dan kunt u het over 5 tot 6 kleine maaltijden verdelen.
  • Probeer het eten aantrekkelijker te maken. Zorg voor afwisseling in ‘het menu’. Eet gezonde dingen die u lekker vindt. Probeer nieuwe recepten uit. Spreek af om samen met iemand te eten. Gezelligheid en een ontspannen sfeer kunnen hierbij helpen.
  • Kies eten dat gemakkelijk is klaar te maken. Bijvoorbeeld voorgesneden groente of kant en klare maaltijden. Gebruik eventueel hulpmiddelen om te koken. Of vraag of iemand u hierbij wil helpen.
  • Laat zo nodig uw warme maaltijd thuis bezorgen. Zorg dat u het bestelt bij een zaak die goed let op gezonde voeding.
  • Zorg als het kan dat u regelmatig beweegt. Na een wandeling in de frisse lucht of een paar oefeningen voor het open raam voelt u zich fitter en heeft u meer eetlust.
  • Rook niet en eet in een rookvrije omgeving. Dan proeft u meer en smaakt het eten u beter.
  • Sta een keer per week (op dezelfde) weegschaal. Zo kunt u veranderingen in uw gewicht volgen.

De aanbevolen basisvoeding

Met deze voedingsmiddelen krijgt u voldoende energie (calorieën), eiwitten en voedingsstoffen binnen. Gebruik de lijst als u boodschappen gaat/laat doen.

Gebruik gemiddeld per dag:

  • minimaal 1½ liter drinkvocht waarvan 500 ml melk (=3 glazen) of melkproducten (bent u ouder dan 70 dan mag u 650 ml). Neem bij voorkeur dranken waar calorieën en voedingsstoffen in zitten, zoals volle melkproducten, vruchtensappen en ontbijtdranken. Neem geen lightproducten of dranken die met zoetstof gezoet zijn.
  • 4 tot 8 sneden bruin- of volkorenbrood of vervanging*; boven de 50 jaar mag u 3 tot 7 sneetjes; boven de 70 jaar 3 tot 6 sneetjes.
  • 1 ½ - 2 plakken kaas (40 gram)
  • 1 plakje vleeswaren (15 gram)
  • 2 porties fruit (200 gram) of als dat niet lukt vers geperst fruit zoals sinaasappelsap
  • 4-5 aardappelen of 4-5 grote lepels (of 200-250 gram) gekookte rijst, pasta of peulvruchten; boven de 50 jaar mag u 3-4 lepels (of 150-200 gram)
  • 1 tot 5 grote lepels groente (250 gram)
  • (100 gram) vlees, vis, gevogelte, ei of plantaardig product zoals tahoe of tempeh
  • 5 gram margarine of boter per boterham
  • 15 gram vloeibaar bak- en braadvet of olie ter bereiding van de warme maaltijd

Vervanging van brood

Het zal misschien niet altijd lukken om voldoende brood te eten. Misschien helpt het als u een boterham vervangt door:

  • een schaaltje pap zoals havermout-, griesmeel-, rijst- of karnemelksepap
  • een schaaltje yoghurt met muesli of fruit
  • 2 beschuiten of sneetjes knäckebröd
  • 1 sneetje krenten- of rozijnenbrood
  • 1 sneetje roggebrood
  • 1 plak ontbijtkoek

Aanvulling

Als het niet lukt om voldoende binnen te krijgen kunt u kiezen voor dubbel hartig beleg en/of extra tussendoortjes nemen, denk aan een schaaltje volle vla, kwark of yoghurt, volle (chocolade)melk, vleeswaar of kaas uit het vuistje, plak ontbijtkoek met royaal boter of een handje noten. Voeg een scheutje room of ongeklopte slagroom toe aan, bijvoorbeeld vla, pap, koffie, soep, saus of puree. Voedingsmiddelen met extra vitamines en mineralen, of producten die de voeding vervangen (drinkvoeding) zijn meestal niet nodig. Als er sprake is van ernstige ondervoeding kan de diëtist deze producten voorschrijven.

Gezonde voeding op voorraad

Zorg dat u een voorraad gezonde voedingsmiddelen in huis heeft voor de dagen dat het niet lukt om boodschappen te (laten) doen.

Kies als basisvoorraad voor een broodmaaltijd:

  • Brood in de diepvries; beschuit, roggebrood of knäckebröd
  • Vleeswaar voorverpakt of in de diepvries
  • Muesli, Cruesli of Brinta
  • Lang houdbare (gesteriliseerde) melk, yoghurtdrank of chocolademelk
  • Kuipje margarine
  • (Smeer)kaas of een stukje kaas
  • Pot jam, pindakaas, appelstroop en/of honing

Kies als basisvoorraad voor de warme maaltijd:

  • Rijst of pasta, instant aardappelpuree uit pak
  • Vlees, vis, kip- of kalkoenfilet in de diepvries
  • Een doosje eieren
  • Diepvriesgroente of groente in blik of pot (bijv. tomatensaus)
  • Margarine of olie of roomboter
  • Fruit of vruchtenmoes in pot of blik

Hoe gaat het verder?

Als u onbedoeld veel afvalt, kunt u dat bespreken met uw geriater of geriatrisch verpleegkundige. Soms is het nodig dat de diëtist u helpt bij de keuze en samenstelling van uw voeding. De geriater of huisarts kan u doorverwijzen naar de diëtist.

Heeft u nog vragen?

Als u na het lezen van deze brief nog vragen heeft, kunt u terecht bij uw geriater of huisarts.