Armoefeningen na een borstoperatie
Voor alle oefeningen is het belangrijk:
-
Probeer je schouderoefeningen dagelijks te doen. Het is het beste als je elke oefening ongeveer 5 tot 10 keer uitvoert.
-
Zorg dat je hierbij geen pijn hebt terwijl je toch zo veel mogelijk beweegt.
-
Een 'rekgevoel' bij de oefeningen is geen probleem, maar voorkom dat dit pijnlijk wordt. Elke 'rek' kun je 4 tot 5 tellen vasthouden terwijl je rustig blijft doorademen.
-
Bij het oefenen is een goede houding van het bovenlichaam en de schouders belangrijk: goed rechtop staan en zitten, geen afhangende schouders, maar deze eerder iets naar achteren trekken.
-
Let op dat je bij de oefeningen niet met de armen gaat 'veren'.
-
Ook na afloop van het oefenen mag je geen pijn hebben. Als je wel pijn hebt, oefen dan de volgende keer minder intensief.
1. Beweeg je arm gestrekt naar voren. Als je nog een wonddrain hebt, ga dan niet verder naar boven dan de tekening aangeeft.
2. Bij deze oefening laat je de armen langs je lichaam hangen. Trek dan een aantal keren je schouders op en ontspan.
3. Ga een stukje (15 cm) van de muur staan en 'krabbel' met beide handen tegelijkertijd langs de muur naar boven.
4. Houd je handen tegen elkaar achter de rug. Breng dan je armen gestrekt omhoog brengen.
5. Vouw je handen in elkaar. Daardoor steun je de arm aan de geopereerde kant. Breng nu je armen zo ver mogelijk gestrekt omhoog.
6. Leg je handen achter de oren tegen je achterhoofd en strengel dan je vingers ineen. Houd je ellebogen eerst ontspannen naar voren en breng ze daarna zo ver mogelijk naar achteren.
7. Staande tegen de muur breng je beide armen zijwaarts omhoog, zo hoog je kunt. Je handen blijven contact houden met de muur.
8. Leg uw handen zo laag mogelijk op uw rug en schuif ze langs uw rug naar boven.