Skip to Content

Behandeling van endeldarmkanker met een operatie, tips en adviezen

Je hebt van je arts te horen gekregen dat je behandeld gaat worden aan endeldarmkanker. Endeldarmkanker kan op verschillende manieren behandeld worden. Behandeling kan bestaan uit een chirurgische ingreep, chemotherapie of radiotherapie (bestraling). Behandelingen kunnen ook gecombineerd of tegelijkertijd aangeboden worden. Bij je is er voor gekozen een operatie te doen zonder bestraling vooraf. Daar gaat deze folder over. Je leest kort over de operatie zelf en vooral over mogelijke gevolgen ervan.

Uitgebreidere informatie over de gang van zaken rond de operatie, kun je ook vinden in de folder dikke darmoperatie op onze website.

De operatie

Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de tumor ruim. Dat wil zeggen dat behalve de tumor ook schijnbaar gezond darmweefsel en nabijgelegen lymfeklieren, lymfevaten en bloedvaten worden weggenomen. Dit gebeurt omdat tijdens de operatie niet te zien is of het weefsel net buiten het tumorgebied vrij is van kankercellen en omdat het lymfeweefsel in de endeldarm nauw verweven is met bloedvaten. Het ruim opereren vergroot de kans dat alle kankercellen inderdaad weg zijn.

Stoma

Bij een endeldarmoperatie is er een kans op een tijdelijk, dan wel blijvend stoma. Je arts bespreekt dit voor de operatie met je.

Low anterior resectie syndroom (LAR-syndroom)

Het LAR-syndroom is een verzamelnaam voor klachten die kunnen ontstaan na een endeldarmoperatie. Klachten zijn onder andere dat je vaker naar het toilet moet voor ontlasting, sterke aandrang, dunnere ontlasting of (gedeeltelijke) incontinentie. Hiervoor is een aparte folder beschikbaar, te vinden op onze website.

Pijn

Door de ziekte of operatie kunnen pijnklachten ontstaan. Deze pijn kan heel verschillend zijn: schrijnend, zeurend, stekend of brandend. Belemmeren deze klachten je in houding of beweging, meld dit dan bij je casemanager. Als de pijn op tijd behandeld wordt, heb je vaak minder medicatie nodig, zodat je sneller weer comfortabel bent.

Er zijn verschillende soorten pijnmedicatie die je kunt gebruiken. Elke soort heeft zijn eigen werking en vaak versterken ze elkaar. Een van die groepen is de opiaten (morfine-achtige stoffen). Misschien heb je hier ooit van gehoord. Er bestaan veel fabels en misverstanden over. Heb je vragen of twijfels, bespreek dit dan met je arts of casemanager. Dit geldt ook voor de bijwerkingen, die meestal tijdelijk en mild zijn. Duidelijkheid geeft rust en vertrouwen. Deze medicatie en aanvullende adviezen helpen je om beter te functioneren en je herstel te bevorderen.

Seksualiteit en endeldarmkanker

Kanker en seks gaan vaak moeilijk samen, vooral in het begin van de behandeling. De meeste mensen denken dan niet aan seks, maar richten zich vooral op het overleven. Door de behandelingen ben je vaak gespannen, moe en ziek, en heb je geen zin in seks. Toch kun je in deze moeilijke tijd wel behoefte hebben aan intimiteit met je partner voor steun en troost. Bij sommige mannen en vrouwen blijft de zin in seks lang afwezig na de behandeling, bij anderen komt deze langzaam terug.

Door de operatie zelf kunnen ook seksuele stoornissen ontstaan. Bij een endeldarmtumor opereert de chirurg laag in het bekken, waar zenuwen lopen die belangrijk zijn voor de blaas en seksualiteit. Deze zenuwen en bloedvaten kunnen tijdens de operatie beschadigd raken, wat tijdelijke of blijvende klachten kan geven.

Ook het hebben van een stoma kan invloed hebben op je seksualiteit. Dit komt vaak door schaamte of angst dat het stoma zal lekken tijdens het vrijen. Daarnaast kunnen medicijnen, zoals chemotherapie, je zin in seks verminderen. Chemotherapie kan ervoor zorgen dat je minder snel opgewonden raakt en kan droogheid van de vagina veroorzaken.

Uit onderzoek blijkt dat 60-75 procent van de patiënten na de behandeling problemen heeft met seksualiteit. Mannen hebben vaak problemen met potentie en zaadlozing, terwijl vrouwen vooral pijn bij het vrijen en vaginale droogheid ervaren.

Seksuele problemen komen dus vaak voor. Het is belangrijk dat je eventuele problemen op tijd aankaart. Uit onderzoek blijkt ook dat veel patiënten het fijn vinden als de hulpverlener hierover begint. Daarom zullen we voor en na de operatie hierover met je praten.

Algemene adviezen en tips over seksualiteit

  • Bespreek met je partner hoe je je voelt. Deel je gevoelens over je lichaam en over je zin in seks.
  • Je partner kan ook minder zin in seks hebben door angst om je te verliezen of je pijn te doen. Praat er samen over.
  • Intimiteit hoeft niet altijd te leiden tot seks. Knuffelen, zoenen en strelen kunnen ook fijn zijn.
  • Neem de tijd; vertel je partner wat je wel en niet prettig vindt.
  • Koop een lekkere massageolie en laat je partner je masseren.
  • Gebruik een glijmiddel bij een droge vagina of pijn bij het vrijen.
  • Kijk samen naar een aantrekkelijke, erotische film.
  • Krijg je pijn tijdens het vrijen? Zoek dan een houding die geen pijn doet.
  • Als man kun je proberen regelmatig een erectie te krijgen om de doorbloeding van de penis goed te houden.
  • Bij vermoeidheid kun je vrijen op momenten dat je het minst moe bent, bijvoorbeeld in de ochtend.
  • Bij een hoge spanning van de bekkenbodem kan een zachte massage of een warm bad helpen.
  • Als je minder zin hebt, zoek dan naar wat voor jou nog wel werkt. Mannen reageren vaak op visuele prikkels, vrouwen meer op aandacht en sfeer.
  • Bespreek erectieproblemen met je arts of huisarts. Er zijn verschillende medicijnen die kunnen helpen.

Stoma en intimiteit

  • Na een orgasme kan je darm reageren. Pas je maaltijden aan rond het vrijen.
  • Eet vooraf geen voedsel dat winderigheid kan veroorzaken, zoals kool of ui.
  • Leeg het stomazakje voor het vrijen en gebruik eventueel een kleiner zakje of een buikband.
  • Je hoeft niet helemaal bloot te zijn. Een mooie sjaal kan het stoma bedekken.
  • Zoek samen naar de beste houding om het stoma en het zakje niet te belasten.

Heb je problemen met seksualiteit? Dan kun je via je arts of casemanager altijd doorverwezen worden naar een uroloog of seksuoloog.

Aanvullende informatie

Heb je nog vragen?

Heb je nog vragen na het lezen van deze folder? Neem gerust contact op met je casemanager gastro-enterologie. Je bereikt ons op de volgende manieren:

  • Telefonisch

Ma t/m vrij 08.00 – 09.00 uur

Telefoonnummer: 0413 – 40 22 90

Wachtlijstbemiddeling

Als je klachten erger worden terwijl je al op de wachtlijst staat, bel dan met de polikliniek waar je onder behandeling bent. Je behandelend arts kan dan overleggen en besluiten of je al dan niet eerder moet worden geopereerd.