Skip to Content

Laparoscopische ingreep aan de balzak bij varicocèle

In overleg met je arts krijg je binnenkort een ingreep aan het scrotum (balzak) omdat je een goedaardige zwelling hebt. In deze folder leggen we uit wat deze laparoscopische varicocèle - operatie inhoudt en krijg je algemene informatie over het verloop van de behandeling. Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven tot het wijzigen van de behandeling. Dit wordt altijd door de uroloog met je besproken.

Wat is een varicocèle?

Een varicocèle is een spatader in de balzak. In de balzak zitten meerdere aders. Die voeren het bloed af van de zaadballen naar de buik. Klepjes in de aders zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt.

Bij spataderen zijn de aders uitgezet. Hier werken de klepjes niet meer goed. Er gaat niet genoeg bloed naar de buik, maar het stroomt terug naar de zaadbal. Hierdoor wordt de temperatuur in de zaadbal hoger.

Omdat de zaadballen zich in de balzak en buiten de buikholte bevinden, is de temperatuur daar normaal ongeveer 2 graden lager dan in de buikholte. Een lagere temperatuur in de balzak is belangrijk voor de rijping van de zaadcellen. Bij een hogere temperatuur kan dit proces verstoord raken.

Ongeveer 1 op de 10 mannen heeft een varicocèle.

Redenen om een varicocèle te behandelen kunnen zijn:

  • Een zwaar gevoel tot zelfs een continue pijn in de balzak die erger wordt bij lang staan.

  • Als bij jong volwassenen de zaadbal achterblijft in groei. Dan wordt geopereerd om een vruchtbaarheidsstoornis te voorkomen.

  • Bij vruchtbaarheidsproblemen.

Bij een varicocèle bestaat nooit het gevaar dat het kwaadaardig wordt als dit niet behandeld wordt.

 
varicocèle                           varicocèle

 

Hoe bereid je je voor?

  • Actueel medicatieoverzicht (AMO) Neem naar de afspraken in het ziekenhuis een actueel medicatieoverzicht mee. Dit heeft de specialist nodig om te weten welke medicijnen hij eventueel kan voorschrijven in combinatie met de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Een AMO haal je op bij je eigen apotheek en is maximaal 3 maanden geldig.

  • Vertel aan de uroloog als je bloedverdunners gebruikt. In overleg met de uroloog zal dit zo nodig tijdelijk gestopt worden.

  • De ingreep vindt plaats onder narcose of met een ruggenprik. Om dit te bespreken wordt er een afspraak gemaakt voor het spreekuur PPO (Pre-operatief Poliklinisch Onderzoek). Op dit spreekuur heb je een gesprek met een doktersassistente, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (de arts die voor de verdoving zorgt).

  • Op de dag van de ingreep kom je nuchter naar het ziekenhuis. Dit betekent dat je vanaf een bepaald tijdstip niets meer mag eten, drinken en roken. Op het spreekuur PPO krijg je te horen vanaf welk moment je nuchter moet zijn.

  • De ingreep vindt plaats op de operatiekamer.

  • De ingreep vindt meestal plaats in dagopname. Soms moet je 1 nacht blijven.

  • Regel vooraf vervoer naar huis. Je kan licht in het hoofd zijn door de verdoving, waardoor het niet verstandig is om zelf auto te rijden. Zorg ervoor dat er iemand met je meegaat of dat je na de ingreep opgehaald wordt. Rijd je na een verdoving toch zelf? Dan ben je niet verzekerd, als je een ongeluk krijgt.

Waar meld je je?

Op de dag van de ingreep meld je je volgens afspraak op de afdeling. Je krijgt vooraf te horen op welke route en hoe laat je jezelf mag melden.

Hoe verloopt de ingreep?

Nadat de verdoving is toegediend wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Dit is een onschadelijk gas. Het opblazen van de buik is nodig om ruimte te maken tussen de verschillende organen waardoor het mogelijk is om veilig te opereren. Daarna worden 3 tot 5 buisjes van 0,5 of 1 cm dik in de buik gebracht. De wondjes in de buikwand worden dus maar 0,5 en 1 cm! Door één van de buisjes wordt een camera ingebracht zodat de uroloog op een beeldscherm de buikinhoud kan zien. Door de andere buisjes worden instrumenten ingebracht waarmee wordt geopereerd, zoals bijvoorbeeld schaartjes en een pincetje.

Tijdens de operatie kijkt de uroloog op het beeldscherm naar wat er in de buik gebeurt. Daarom heet de operatie een kijkoperatie. De spataderen worden opgespoord en met een ‘clip’  afgebonden. Aan het einde van de ingreep wordt al het koolzuurgas verwijderd. Daarna worden de wondjes gesloten. De hechtingen lossen na ongeveer 2 tot 3 weken op en hoeven dus niet te worden verwijderd.

Een kijkoperatie heeft voor de patiënt verschillende voordelen ten opzichte van een ‘open’ operatie.

  • De pijn zal veel minder zijn, omdat je geen grote buikwond hebt.

  • Meestal kun je snel weer eten en drinken en uit bed komen.

  • Je herstelt sneller en mag meestal eerder naar huis.

  • De tijd tot volledig herstel (het moment waarop je alles weer kunt wat je voor de ingreep ook kon) is veel korter.

De ingreep duurt ongeveer 30 minuten.

Na de ingreep

  • Doe het de eerste week rustig aan. Je voelt zelf het beste wat je wel en niet kan.

  • Soms ontstaat er na de ingreep een bloeduitstorting, overmatig pijn in het wondgebied of een infectie. Een blauwverkleuring van de balzak komt geregeld voor en hoeft niet behandeld te worden. Deze zal vanzelf verdwijnen in de weken na de operatie.

  • Als de verdoving is uitgewerkt, kan het wondgebied pijnlijk worden. Hiervoor kun je een pijnstiller innemen (bijvoorbeeld paracetamol). Wacht bij pijnklachten niet te lang met het innemen van de pijnmedicatie.

  • Als gevolg van de ingreep heb je enkele kleine wondjes. Deze zijn gehecht met een oplosbare hechting, die je niet hoeft te laten verwijderen. Het kan ook zijn dat de wondjes dicht zijn geplakt met zwaluwstaartjes. Deze kun je er het beste twee weken op laten zitten. Je hoeft thuis geen pleister op de wondjes te doen, behalve als er vocht uit de wond komt. Dat er de eerste tijd een beetje roségekleurd wondvocht uit de wondjes komt, is normaal.

  • Het advies is om na de ingreep 2 dagen een strakke onderbroek te dragen.

  • De dag na de ingreep kun je weer lichte dagelijkse werkzaamheden oppakken.

  • Verricht de eerste week geen zware arbeid.

  • Het is verstandig de eerste week niet te ver te lopen, te bukken, zwaar te tillen en auto te rijden.

  • Ben de eerste 14 dagen voorzichtig met hoesten, persen en niezen.

  • Het is beter de eerste 14 dagen na de ingreep niet te zwemmen of in bad te gaan. De wond moet eerst genezen zijn. Douchen mag wel als je weer thuis bent.

  • Het is verstandig de eerste 14 dagen na de ingreep niet te fietsen of te sporten.

  • Geslachtsgemeenschap wordt de eerste 2 weken na de ingreep afgeraden.

  • Een week na de operatie kun je het werk weer hervatten

  • Moest je stoppen met de bloedverdunners vanwege deze ingreep, dan hoor je van de uroloog wanneer je weer kan starten met de bloedverdunners. Weet je niet zeker of dat dan al kan? Overleg dan met de polikliniek urologie.

Wat te doen bij problemen?

Neem in onderstaande situaties contact op met de polikliniek urologie:

  • Je krijgt koorts boven de 38.5 °C

  • De pijn neemt toe bij het gebruik van pijnstilling

  • Er ontstaat roodheid in het operatiegebied

  • Bij een nabloeding van de wond

  • De balzak voelt erg warm en gespannen (pijnlijk) aan

  • De balzak blijft erg gezwollen. Dit is een gevolg van vochtophoping omdat er ook lymfevaatjes langs de aders lopen, die tijdens de ingreep beschadigd worden. Het lymfevocht zoekt uiteindelijk een andere weg, daarom is deze zwelling meestal tijdelijk. Bij 7% is de zwelling blijvend. Dit kan later met een operatie verholpen worden.

Controle

Bij ontslag krijg je een afspraak mee voor een controle na ongeveer 6 weken bij de uroloog.

Als je deze ingreep hebt ondergaan omdat je verminderd vruchtbaar bent, wordt na 3 maanden de spermakwaliteit gecontroleerd.

Zijn er nog vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan op werkdagen contact op met polikliniek urologie. Buiten kantooruren kun je bij vragen of problemen contact opnemen met de receptie.

  • Polikliniek urologie telefoon: 0413-40 19 68 (binnen kantooruren)

  • Receptie telefoon: 0413-40 40 40 (buiten kantooruren)