Port-a-cath (implanteerbare poort)

Je krijgt een port-a-cath als het lastig is om je bloedvaten in je arm te gebruiken. Bijvoorbeeld als je vaak geprikt moet worden of als je medicijnen krijgt die de bloedvaten kunnen beschadigen. Een port-a-cath geeft dan direct toegang tot een grotere ader in je borst. Deze folder legt uit wat een port-a-cath is, hoe de plaatsing verloopt, en hoe je ermee omgaat.

Wat is een port-a-cath?

Een port-a-cath is een klein rond kastje van 1 tot 2 centimeter. Het zit onder je huid, meestal op je borst. Aan het kastje zit een dun slangetje dat in een grote ader loopt. Via deze poort kun je medicijnen krijgen of bloed laten afnemen. Je wordt dus niet meer in je arm geprikt.

Waarom een port-a-cath?

Als je vaak een infuus krijgt, kunnen je aders hard of beschadigd raken. Ook medicijnen zoals chemotherapie kunnen schadelijk zijn voor je bloedvaten. Een port-a-cath voorkomt dit. Je krijgt dan via een grote ader je behandeling. Dit is minder belastend voor je lichaam.

Waar wordt de poort geplaatst?

De poort wordt meestal op je borst geplaatst, aan de rechter- of linkerkant. De arts brengt het slangetje in een grote ader die naar je hart loopt.

Hoe verloopt de plaatsing?

De plaatsing gebeurt in de operatiekamer. Het is een poliklinische ingreep. Meestal mag je dezelfde dag weer naar huis.

• Je krijgt meestal plaatselijke verdoving
• Soms is algehele verdoving nodig, de arts bespreekt dit met je
• De ingreep duurt 45 tot 60 minuten

De arts doet het in drie stappen:

1. Inbrengen van het slangetje
   Met behulp van een echo zoekt de arts een geschikte ader. Via een kleine snee wordt het slangetje ingebracht. Een röntgenfoto controleert of het goed zit.
2. Plaatsen van de poort
   Het kastje wordt onder de huid geplaatst, meestal op je borst. Je kunt het kastje voelen, maar het is vaak niet goed zichtbaar.
3. Hechten van de wond
   De wond wordt gesloten met oplosbare hechtingen. Deze lossen vanzelf op.

Na de ingreep

Na de ingreep mag je meestal direct naar huis. De poort kan meteen gebruikt worden. Het kan zijn dat je een stijve nek of wat pijn hebt in het gebied waar de poort is geplaatst. Je mag hiervoor paracetamol gebruiken. Na 7 tot 10 dagen laten de pleisters vanzelf los.

Leefregels na de ingreep

Een paar dagen na de ingreep kun je je normale activiteiten weer oppakken. De wond hoeft niet meer bedekt te worden met een steriel verband.

De eerste 4 weken:

• Geen zware dingen tillen met je arm of schouder aan de kant van de poort
• Laat het doorzichtig verband zitten zolang er geen problemen zijn zoals pijn, roodheid of vochtverlies.
• Je mag douchen na 2 dagen
• Je mag baden of zwemmen na 2 weken

Let op: Krijg je chemotherapie? Dan is zwemmen, baden en sauna afgeraden. Je hebt dan een lagere weerstand en meer kans op infecties.

Op reis met een met een port-a-cath

• Je kunt veilig reizen met een port-a-cath
• De port-a-cath wordt overal ter wereld gebruikt. In bijna ieder land kun je terecht bij artsen of verpleegkundigen die ervaring hebben met dit systeem en jou daarmee kunnen helpen.
• De poort geeft geen alarm bij beveiligingspoorten. Let op: de naald moet dan wel verwijderd zijn

Mogelijke complicaties

De meeste plaatsingen gaan goed. Soms zijn er risico’s, zoals:

• nabloeding
• klaplong
• infectie
• verstopping van de poort
• hoge koorts of plotseling ziek zijn

Als dat nodig is, kan de poort onder verdoving worden verwijderd.

Problemen met de poort

Wanneer bellen?

Bel met de oncologieverpleegkundige als je:

• pijnklachten aanhouden of als je steeds meer pijn krijgt
• de wond niet goed sluit
• roodheid of vocht ziet bij de wond
• koorts hebt
• je niet lekker voelt

Het telefoonnummer staat onderaan deze pagina.

Hoe wordt de poort aangeprikt?

Een verpleegkundige prikt de poort aan met een speciale naald. In het begin kan dit gevoelig zijn. Later voelt het als een kleine prik. Na het aanprikken:

• krijg je je medicijnen of wordt bloed afgenomen
• spoelt de verpleegkundige de poort door met zoutoplossing

Bij langdurige behandeling wordt de naald 1 keer per week vervangen.
Als je de poort niet gebruikt, moet deze elke 8 weken gespoeld worden. Maak hiervoor een afspraak bij de oncologieafdeling.

Wat je verder nog moet weten

Je krijgt na de ingreep een identificatiekaart met de gegevens van je port-a-cath.
Neem deze altijd mee, ook op reis of bij een bezoek aan een andere arts.

Vragen?

Heb je vragen of klachten?
Stel ze gerust aan de (oncologie)verpleegkundige tijdens je afspraak.
Of bel met de afdeling oncologie: 0413 – 40 31 05.

Contactgegevens