Skip to Content

Allergie kind: Provocatietest

Uw kind heeft verschijnselen die kunnen passen bij een allergie (overgevoeligheid) voor voedsel (bijvoorbeeld bepaalde noten of pinda's) of medicijnen (bijvoorbeeld antibiotica). De kinderarts heeft uw kind daarom aangemeld voor een provocatietest. Met deze test onderzoeken we of uw kind daadwerkelijk een allergie heeft en hoe ernstig de allergie is.

In deze folder wordt kort uitgelegd wat een allergie inhoudt. U krijgt ook informatie over de provocatietest. Lees de informatie goed door zodat u goed voorbereid bent op de provocatiedag(en).

Wat is een allergie?

Er kunnen veel redenen zijn waarom een kind niet tegen een bepaald voedingsmiddel of medicament kan. Eén van de mogelijke redenen is een allergie. Een allergie wil zeggen dat er een overgevoeligheidsreactie optreedt. Bij een allergie maakt het kind antistoffen tegen bepaalde voedingsmiddelen of medicamenten aan. Bij bijvoorbeeld pinda allergie maakt het kind antistoffen aan tegen de eiwitten van pinda. Deze antistoffen heten immunoglobuline E, afgekort IgE, en zorgen voor een allergische reactie. Hierbij kunt u onder andere denken aan huiduitslag, benauwdheid, spugen en veel huilen

Welke testen?

Voedselprovocatietest

  • Uw kind komt één dag naar het ziekenhuis voor deze test, in sommige gevallen kan het ook twee keer een dag zijn. De kinderarts informeert u hier altijd over.

Of een

Medicijnprovocatietest

  • Uw kind komt één dag (tot einde van de middag) naar het ziekenhuis voor deze test.

De voedselprovocatietest

Voorbereiding op de voedselprovocatietest

In de vier weken vóór de proef mag uw kind alleen de eigen (hypoallergene) voeding (dit is voeding die geen allergische reactie veroorzaakt) gebruiken. In deze vier weken mag uw kind geen voedingsmiddelen krijgen waar het allergeen. in zit. Uw kind mag ook in de tijd tussen de testdag(en) én in de periode na de testdagen tot aan de controle afspraak geen voedingsmiddelen krijgen waar het allergeen in zit. Is het per ongeluk toch zo dat uw kind het allergeen heeft gekregen, neemt u dan voor de test contact op met het ziekenhuis.
Als uw kind bekend is met eczeem, dan moet dit goed behandeld te worden. De kinderarts geeft u meer informatie hierover tijdens het bezoek op de polikliniek.

Hoe verloopt de voedselprovocatietest?

Uw kind komt voor de provocatietest één (of twee keer) een dag naar het ziekenhuis. Wanneer uw kind twee keer een dag naar het ziekenhuis komt, dan zit tussen de eerste en de tweede dag een periode van twee weken.

Als uw kind één dag komt dan krijgt het voeding met het allergeen waar het eerder op heeft gereageerd in oplopende hoeveelheden toegediend.

Als uw kind twee keer een dag moet komen, krijgt uw kind de ene testdag voeding waar het allergeen waar uw kind op gereageerd heeft in zit. De andere testdag krijgt uw kind voeding waar geen allergeen in zit. Het onderzoek wordt dubbelblind gedaan. Dat betekent dat de verpleegkundige en de arts die betrokken zijn bij de provocatietest niet weten welke voeding (met of zonder allergeen) aan het kind wordt gegeven op de twee testdagen. Op deze manier kunnen de uitslagen van de test niet worden beïnvloed. De informatie over welke voeding het is, noemen we de 'code'. De ‘code’ wordt op de kinderafdeling bewaard in een verzegelde envelop. Deze envelop blijft gesloten tot het onderzoek is afgelopen. Aan het einde van het onderzoek wordt duidelijk in welke voeding het allergeen zat en in welke niet.

Hoe lang duurt de voedselprovocatietest?

Bij een voedselprovocatietest bent u met uw kind ongeveer vijf tot zeven uur in het ziekenhuis. De test zal drie tot vijf uur in beslag nemen. Nadat uw kind de laatste voeding gegeten heeft, moet uw kind nog minimaal twee uur ter controle in het ziekenhuis blijven. Wanneer uw kind reageert op het allergeen kan het zijn dat het langer moet blijven.

Eerste testdag

Bij een voedselprovocatietest adviseren u om uw kind op de ochtend van de testdag ’s morgens vóór 7.00 uur een halve (fles) voeding of een licht ontbijt te geven. Dit is belangrijk, omdat uw kind in het begin van de test maar kleine hoeveelheden voeding krijgt aangeboden. Na 7.00 uur moet uw kind nuchter te blijven. Dit houdt in dat het niet meer mag eten en/of drinken. U wordt om 8.30 uur met uw kind op de Kinderdagbehandeling verwacht. Bij een medicijnprovocatietest mag het kind wel eten.
Als uw kind in het verleden ooit heftig gereageerd heeft op een allergeen dan krijgt uw kind uit voorzorg een infuus. Dit is om snel medicijnen te kunnen toedienen als het nodig is. Rond 9.00 uur krijgt uw kind de eerste testvoeding. Daarna krijgt uw kind steeds opnieuw voeding aangeboden in steeds grotere hoeveelheden.
Als er zich bijzonderheden voordoen, meldt u dat aan de verpleegkundige. De verpleegkundige overlegt indien nodig met de kinderarts/ verpleegkundig specialist. Bij vage verschijnselen (bijvoorbeeld roodheid om de mond, buikpijn) zal de proef worden voortgezet. Bij duidelijke verschijnselen (bijvoorbeeld galbulten, piepende ademhaling of herhaaldelijk braken) wordt de test gestopt.

Tweede testdag (indien van toepassing)

Veertien dagen later vindt de tweede testdag plaats. Dan zal dezelfde manier van werken worden gevolgd als op de eerste testdag. NB: Ook als uw kind op de eerste testdag duidelijk heeft gereageerd, wordt het tweede deel van de proef uitgevoerd. Alleen op deze manier kan duidelijk worden of de reactie is veroorzaakt is door de allergie.Wanneer uw kind wel gereageerd heeft, dan kan het zijn dat uw kind: met medicijnen behandeld moet worden; langer (of een nacht) voor observatie in het ziekenhuis moet blijven.

De medicijnprovocatietest

Voorbereiding op de medicijnprovocatietest

  • Bij deze test mag uw kind gewoon eten en drinken.
  • Uw kind mag het medicijn dat getest wordt, voor en na de test tot de controle afspraak met de arts niet gebruiken.
  • Als uw kind bekend is met eczeem, dan moet dit goed behandeld te worden. De kinderarts geeft u meer informatie hierover tijdens het bezoek op de polikliniek.

Hoe verloopt de medicijnprovocatietest?

Bij het onderzoek in het ziekenhuis krijgt uw kind het medicijn waar het mogelijk eerder op heeft gereageerd. Meestal is deze test op één dag. Uw kind krijgt in een oplopende hoeveelheid het medicijn toegediend.

Hoe lang duurt de medicijnprovocatietest?

Bij een medicijnprovocatietest bent u met uw kind ongeveer acht tot tien uur in het ziekenhuis. Deze test neemt ongeveer 6 uur in beslag. Nadat uw kind de laatste medicatie heeft gekregen, moet uw kind nog minimaal twee uur ter controle in het ziekenhuis blijven. Wanneer uw kind reageert op het allergeen kan het zijn dat het langer moet blijven.

De verdere voorbereiding is voor alle twee de testen hetzelfde.

Tijdens zowel de voedselprovocatietest als de medicijnprovoicatietest bent u de hele tijd bij uw kind, zodat u uw kind goed in de gaten kunt houden. Dit is omdat u als ouder uw kind het beste kent. Het is niet mogelijk dat broertjes, zusjes en overig bezoek op de provocatiedag u en uw kind in het ziekenhuis bezoekt.

Kinderziekten

Is uw kind voor de provocatiedag ziek (griep, verkouden, benauwd, een toename van het eczeem, of in aanraking geweest met een kind met een kinderziekte), neem dan contact op met de verpleegkundige van de kinderdagbehandeling. Als het eczeem erg onrustig is kan dat een reden zijn om de test niet door te laten gaan. Soms moeten we de provocatietest verzetten.

Wat neemt u mee?

Het is prettig om iets mee te nemen om in de tijd die u moet wachten uw kind (en uzelf) te vermaken. Verder dient u het volgende mee te nemen:

  • de eigen fles van uw kind;
  • eigen voeding (waarvan u zeker weet dat uw kind hierop niet reageert, denk aan brood, beleg, drinken en koekjes), hierdoor weten wij zeker dat een mogelijke reactie allen kan worden toegeschreven aan de testvoeding en niet aan ander eten tijdens de provocatiedag;
  • medicijnen die uw kind thuis gebruikt voor een allergische reacties, astma of eczeem (zodat deze bij klachten na de test gebruikt kunnen worden);
  • eventueel extra kleding;
  • een geldig identiteitsbewijs van uw kind.

Medicijnen

Sommige medcijnen mag uw kind niet gebruiken voor de test en moeten worden gestopt. Antihistamine (Fenistil, Aerius, Xyzal, Zyrtec etc.) moet 72 uur voor de test gestopt.
De inhalaties (Flixotide, Seretide, Qvar etc.) die uw kind dagelijks gebruikt mag worden doorgebruikt; alleen de zonodig puff (bijv. Ventolin, Salbutamol) mag niet worden gebruikt. Ook als uw kind een antibioticakuur gebruikt, moet de provocatietest uit worden gesteld.

Wanneer uw kind niet kan stoppen met de medicijnen vragen we u voor de test contact op te nemen met de kinderdagbehandeling.
Hormoonzalf mag tot de avond voor de test worden gesmeerd. Op de ochtend van de test kunt u wel de 'gewone vette zalf gebruiken'. Neem bij twijfel over gebruik/ stoppen van medicijnen contact op met de kinderdagbehandeling.

Waar moet u zijn?

Voor het onderzoek meldt u zich op de afgesproken tijd op de kinder- en jongerenafdeling, routenummer 470.

Na de test

Zorg er de eerste 24 uur voor dat uw kind zich niet teveel lichamelijk inspant (zoals hard rennen, sporten etc.). Dit kan namelijk eventuele late optredende reacties verergeren. U krijgt een brief met adviezen mee, voor het geval er thuis nog een late reactie op zou treden na de test.

Uitslag

3-4 dagen na de testdag wordt u gebeld door de verpleegkundige om te horen of er zich nog late reacties hebben voorgedaan en om te bespreken.

Als uw kind een voedselprovocatietest heeft gehad, kunt u nu van start met het invoeren (introductie) van het geteste voedingsmiddel volgens een schema dat u hiervoor van ons heeft meegekregen. Na 2-3 weken vind een (telefonisch) consult plaats met de kinderarts om de test en eventuele introductie van het allergeen te evalueren.

Heeft u nog vragen?

De tekst in deze folder is een aanvulling op uw gesprek met de kinderarts. Heeft u na het lezen
van de folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de kinderdagbehandeling op telefoonnummer: 0413 - 40 34 17.
Of mail naar polikindergeneeskunde@bernhoven.nl. Het kan handig zijn uw vragen van tevoren op papier te zetten.