Skip to Content

Behandeling met cyclofosfamide

In overleg met je behandelend arts heb je besloten dat je wordt behandeld met het medicijn cyclofosfamide.

In deze folder vind je onder andere informatie over:

  • Ziektebeelden waarbij cyclofosfamide wordt toegediend
  • De werking van cyclofosfamide
  • De bijwerkingen
  • De verschillende toedieningsvormen van dit medicijn
  • Bijzondere aandachtspunten bij het gebruik van cyclofosfamide

Het gebruik van cyclofosfamide

Andere namen voor cyclofosfamide zijn CTX en Endoxan®.

De werking van cyclofosfamide

Cyclofosfamide is een medicijn dat werkt op sneldelende cellen en een onderdrukkende werking heeft op ontstekingen. Het behoort tot de groep 'cytostatica', de medische term voor medicijnen die worden gebruikt bij de behandeling van kanker. De dosering van cyclofosfamide verschilt per ziektebeeld en hangt af van jouw klachten.

Bij welke ziektebeelden wordt cyclofosfamide gebruikt?

Cyclofosfamide wordt ingezet bij verschillende ziektebeelden, vanwege de veelzijdigheid van het middel.

Auto-immuunziekten:
Bij auto-immuunziekten is het immuunsysteem verstoord en valt het lichaamseigen cellen aan. Cyclofosfamide helpt dit proces tegen te gaan.

Kanker:
Cyclofosfamide wordt ook gebruikt bij de behandeling van kanker, waar de celdeling ontspoord is. De dosering verschilt afhankelijk van de ziekte.

Toediening van cyclofosfamide

Cyclofosfamide kan worden toegediend als tablet of via een infuus. In deze folder wordt de toediening via tabletten besproken. De dosering wordt bepaald op basis van jouw lengte en gewicht. Let goed op het voorschrift voor het aantal tabletten dat je moet innemen. Neem contact op met de apotheek als je twijfelt. Cyclofosfamide kan misselijkheid veroorzaken, dus probeer te ontdekken welk tijdstip en voedingspatroon voor jou het beste werkt.

Bijwerkingen van cyclofosfamide

Cyclofosfamide kan verschillende bijwerkingen veroorzaken, die meestal tijdelijk zijn en verdwijnen zodra de dosis wordt verlaagd of de medicatie wordt gestopt.

Meest voorkomende bijwerkingen:

  • Maag- of darmklachten, zoals een vol gevoel, misselijkheid of diarree
  • Verminderde aanmaak van bloedcellen, waardoor er een verhoogde kans op infecties kan ontstaan. Regelmatig bloedonderzoek is daarom belangrijk

Af en toe voorkomende bijwerkingen:

  • Irritatie van het mondslijmvlies
  • Haaruitval
  • Hoofdpijn en duizeligheid

Zelden voorkomende bijwerkingen:

  • Longontsteking met kortademigheid
  • Leverfunctiestoornissen
  • Blaasontsteking

Het is belangrijk om goed te drinken en de tabletten 's ochtends in te nemen. Neem contact op met je arts als je één van deze verschijnselen opmerkt.

Bijzondere aandachtspunten bij het gebruik van cyclofosfamide

Kinderwens en zwangerschap:
Cyclofosfamide kan invloed hebben op zaad- en eicellen en de kans op miskramen of aangeboren afwijkingen verhogen. Zorg tijdens de behandeling voor betrouwbare anticonceptie en gebruik deze nog vier maanden na de behandeling.

Alcoholgebruik:
Beperk het gebruik van alcohol en drink bij voorkeur niet meer dan één consumptie per dag.

Andere medicijnen:
Informeer elke arts dat je cyclofosfamide gebruikt, omdat dit invloed kan hebben op andere medicatie.

Operatie:
Neem voor een operatie contact op met je arts, omdat het soms nodig is om tijdelijk te stoppen met cyclofosfamide.

Bloedcontroles:
Regelmatige bloedcontroles zijn noodzakelijk om de aanmaak van bloedcellen en je leverfunctie te controleren.

Risicovolle stof

Cyclofosfamide valt onder de 'cytostatica' en wordt beschouwd als een risicovolle stof. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:

  • Vermijd huidcontact met cyclofosfamide en zorg ervoor dat je eigendommen niet in aanraking komen met de medicatie.
  • Anderen die je helpen met de inname van cyclofosfamide moeten handschoenen dragen.
  • Bewaar cyclofosfamide in de originele verpakking en was je handen na inname.

Cyclofosfamide wordt via urine en ontlasting uitgescheiden. Gebruik de volgende adviezen:

  • Was kleding die in aanraking is gekomen met braaksel, urine of bloed apart.
  • Spoel het toilet tweemaal door met een gesloten deksel.
  • Reinig het toilet dagelijks, maar gebruik geen chloor.

Vragen

Als je na het lezen van deze informatie nog vragen hebt, neem dan contact op met je arts of polikliniek.

Jouw arts:


Telefoonnummer:


Polikliniek: