Blaaskanker (persoonlijk informatiedossier)
Je hebt te horen gekregen dat blaaskanker hebt en dat hiervoor verdere onderzoeken en behandeling nodig zijn. Het vaststellen wat je hebt en behandeling van kanker is ingewikkeld. Daarom spelen mogelijk meerdere behandelaars, hulpverleners en instellingen een rol bij jouw behandeling. De polikliniek urologie heeft ervoor gekozen casemanagers aan te stellen. Deze casemanager is een ervaren urologieverpleegkundige. Zij ondersteunt en begeleidt je.
Van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur is een casemanager aanwezig. Je kunt altijd contact opnemen met de polikliniek urologie, route 151.
Telefoonnummer 0413 – 40 19 68.
Wij kunnen je misschien niet altijd direct te woord te staan. We noteren je contactgegevens en nemen altijd dezelfde dag nog contact met je op.
Wat is de blaas?
De blaas is een onderdeel van onze urinewegen. De urinewegen bestaan uit twee nieren, twee urineleiders, de blaas en de plasbuis.
Door het filteren van het bloed halen de nieren schadelijke en afvalstoffen uit het bloed. Deze afvalstoffen vormen samen met het overtollige vocht uit het lichaam de urine.
De nieren hebben nog andere functies maar daar gaan we nu niet op in. Via urineleiders (ureters) wordt de urine vanuit de nieren naar de blaas getransporteerd.
De blaas is een hol orgaan en de wand bestaat uit spierweefsel. De blaas ligt achter het schaambeen onder in de buik. Door uitrekken en samenknijpen van de blaasspier kan deze groter en kleiner worden. De functies van de blaas zijn het opslaan van urine en het lozen hiervan. Als de blaas vol is gaat er een seintje naar de hersenen. Dan voel je drang en wanneer het bewustzijn toestemming geeft trekt de blaas zich samen en wordt de urine via de plasbuis naar buiten geperst. Bij mannen bevindt de prostaat zich direct onder de blaas. De plasbuis loopt door de prostaat heen en daarna door de penis.
Wat is blaaskanker?
Een lichaam bestaat uit miljarden cellen. Dagelijks sterven cellen af en deze worden door celdeling weer vernieuwd. Zo kunnen bijvoorbeeld wonden genezen. Een enkele keer slaat deze celdeling op hol en ontstaat er een gezwel of tumor. Er zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren. Goedaardige gezwellen groeien niet door andere weefsels heen en ze verspreiden zich niet door het lichaam. Een kwaadaardige tumor kan door omliggende weefsels heen groeien. Uitzaaiingen zijn cellen die zijn losgelaten van een kwaadaardige tumor en elders in het lichaam terecht gekomen en daar verder groeien als kwaadaardige tumoren. Een uitzaaiing heet een metastase.
Goedaardige tumoren van de blaas worden ook wel goedaardige poliepen genoemd. De kans dat een poliep in de blaas goedaardig is, is ongeveer 5%. De resterende 95% zijn kwaadaardig en dan is er dus sprake van kanker.
Soorten van blaastumoren
- Niet spierinvasieve tumoren betekent dat een tumor niet in het spierweefsel is gegroeid. De tumoren hebben de vorm van een vlak gezwel, een paddenstoel of een trosje en groeien niet door de blaaswand heen (de blaaswand bestaat uit spierweefsel). Zij kunnen langzaam of snel groeien en komen soms weer terug nadat zij verwijderd zijn.
- Spierinvasieve tumoren, deze groeien door in de diepere lagen van de blaaswand en kunnen hier zelfs doorheen groeien.
Er kunnen cellen van deze tumoren losraken en zich door het lichaam verspreiden (uitzaaiingen) via het bloed. Deze cellen worden om te beginnen teruggevonden in de dichtstbijzijnde lymfeklieren, later mogelijk ook op andere plaatsen in het lichaam zoals longen, lever en botten.
Linksboven: Niet spierinvasieve tumor: niet ingegroeid tot in de blaaswand; Rechtsonder: Spierinvasieve tumor: wel ingegroeid tot in de blaaswand.
Wanneer de kankercellen via de bloedbaan of lymfebanen al op andere plekken in het lichaam terecht zijn gekomen kan dit leiden tot klachten als vermoeidheid, gewichtsverlies, lusteloosheid of pijn. Blaaskanker is net als alle andere vormen van kanker niet besmettelijk, ook niet via de urine. De ziekte komt vaker bij mannen voor dan bij vrouwen en vooral bij mensen ouder dan zestig jaar. De oorzaak van blaaskanker is niet duidelijk. Bekend is wel dat roken de kans op het krijgen van blaaskanker aanzienlijk vergroot.
De diagnose
Diagnostiek ofwel nader onderzoek is nodig om te kijken of je echt blaaskanker hebt. Daarvoor zijn verschillende onderzoeken mogelijk. De uroloog geeft aan welke onderzoeken voor jou nodig zijn om een goede diagnose te kunnen stellen. Hieronder volgt een korte uitleg van een aantal van deze onderzoeken.
Urineonderzoek
- Urinesediment: bij dit onderzoek van de urine kan worden aangetoond of er spoortjes bloed aanwezig zijn.
- Urinekweek: hiermee kunnen we aantonen of er sprake is van een infectie.
- Urine cytologie: we onderzoeken de urine op eventuele aanwezigheid van kwaadaardige cellen
Cystoscopie
Via een kijkonderzoek bekijkt de uroloog de binnenkant van de blaas. Dat gebeurt met een cystoscoop. Dit is een holle buis met een kijkertje. De uroloog schuift via de plasbuis de cystoscoop in de blaas. Dit onderzoek gebeurt op de polikliniek urologie.
CT scan van de urinewegen
Door gebruik te maken van röntgenstraling en een computer wordt een serie foto’s gemaakt waarbij een orgaan of weefsel als het ware in plakjes in beeld wordt gebracht. Deze doorsneden geven een beeld van plaats, grootte en uitbreiding van eventuele uitzaaiingen.
De aanvullende onderzoeken kunnen zijn
- Skeletscan (botscan): Met behulp van een radioactieve stof die wordt toegediend via een bloedvat kunnen uitzaaiingen in de botten zichtbaar worden gemaakt.
- Foto van de longen (X- thorax): Een longfoto is een foto van de borstkas. Hiermee bekijkt de arts of er uitzaaiingen in longen of daarbij gelegen lymfeklieren zijn.
- MRI: Dit gebeurt met een sterke magneet- en radiogolven. Deze golven wekken signalen op die worden opgevangen door een antenne. De computer zet deze signalen om in beelden. De beelden laten doorsneden van het te onderzoeken lichaamsdeel zien waardoor de tumoren/of eventuele uitzaaiingen in beeld kunnen worden gebracht. Het is een pijnloos en ongevaarlijk onderzoek.
Behandeling
Niet spierinvasieve tumoren
TUR-T is een afkorting van transurethrale resectie tumor.
Dat wil zeggen het operatief verwijderen van de tumor via de plasbuis. Tijdens een TUR-T is het doel de tumor zo volledig mogelijk te verwijderen. De operatie zelf is dus ook al een behandeling. De patholoog onderzoekt het weggenomen weefsel. Het onderzoek geeft informatie over de aard van de tumor en hoever het is gevorderd. Deze informatie is belangrijk voor het bepalen van de vervolgbehandeling.
Blaasspoelingen
Er is een reële kans dat de tumor terug komt na de operatie. Om de kans daarop te verkleinen krijg je vaak na de operatie blaasspoelingen. Bij een blaasspoeling spoelen we de blaas met een vloeistof waarin een medicijn is opgelost.
Er zijn twee soorten blaasspoelingen, namelijk met
Cytostatica ofwel chemotherapie = medicijnen die kankercellen vernietigen.
Of met
Immunotherapie = middelen die het afweersysteem van het lichaam stimuleren en aanzetten tot afweer tegen kankercellen.
Bij tumoren met een hoge graad van kwaadaardigheid valt de keuze meestal op immunotherapie. Bij tumoren met een lage graad is dat cytostatica. Uit onderzoek is gebleken dat een eenmalige spoeling met cytostatica binnen 24 uur na de operatie de kans op terugkeer wat verkleint. Er mag dan echter tijdens de operatie geen gaatje in de blaas zijn ontstaan. Bij een kleine tumor met minimale kans op terugkeer van de tumor kan een eenmalige spoeling genoeg zijn. Bij risicovolle tumoren volgt meestal een serie van spoelingen.
Spierinvasieve tumoren
Radicale Cystectomie
Een spierinvasieve tumor is doorgegroeid in de spierlaag van de blaas. Deze tumoren kunnen zich agressief gedragen. In dit geval is het nodig de blaas, omliggende lymfeklieren en organen operatief te verwijderen. De chirurg legt een vervangende blaas of stoma aan. Bij de man worden meestal ook de prostaat, de zaadblaasjes, deel van de zaadleiders en soms de plasbuis verwijderd.
Bij de vrouw worden meestal de baarmoeder, eierstok(ken), soms de plasbuis en een deel van de vaginavoorwand verwijderd. Het is een ingrijpende operatie waarvoor de uroloog je doorstuurt naar een ander ziekenhuis. Als duidelijk dat je uitzaaiingen hebt, heeft het verwijderen van de blaas geen zin.
Radiotherapie
Bij radiotherapie wordt de tumor van buitenaf bestraald. De straling vernietigt de kankercellen.
- Wanneer een operatie niet mogelijk of gewenst is omdat bijvoorbeeld de lichamelijke conditie niet goed genoeg is kan radiotherapie een behandeling zijn.
- Klachten vanwege een uitgezaaide tumor kunnen met radiotherapie behandeld worden
Chemotherapie
Wanneer er uitzaaiingen gevonden zijn, kan chemotherapie worden geadviseerd om de ziekte af te remmen. Chemotherapie is een behandeling met medicijnen (cytostatica) die de groei van kankercellen afremmen. Via het bloed komt het medicijn in het hele lichaam. Zo worden de kankercellen in het hele lichaam vernietigd. Chemotherapie kan ervoor zorgen dat de klachten, veroorzaakt door uitzaaiingen verminderen.
Afzien van behandelen
Wanneer je twijfelt of behandelen nog wel zin heeft, bespreek dit dan met de arts. Je hebt altijd het recht om af te zien van (verder) behandelen. Het zou kunnen zijn dat je de belasting of de mogelijke bijwerkingen of gevolgen van de behandeling niet meer kunt verdragen. Wat je beslissing ook zal zijn, de arts blijft altijd de noodzakelijke medische zorg en begeleiding geven om de hinderlijke gevolgen van de ziekte zoveel mogelijk te blijven behandelen.
Registratie van kanker
Als je in het ziekenhuis krijgt te horen dat je kanker hebt, leggen artsen en verpleegkundigen jouw medische gegevens vast in een dossier. Dat moet volgens de wet. Sommige van die gegevens worden opgenomen in de onafhankelijke databank van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Met deze gegevens wordt onderzoek gedaan naar kanker. Doel is om de behandelingen nog beter te maken. Het integraal kankercentrum Nederland (IKNL) heeft hierover een folder gemaakt: Folder Registratie En Kanker
Vervolg na behandelingen
Het is moeilijk aan te geven wanneer iemand genezen is van blaaskanker. Ook na een in opzet genezende behandeling bestaat het risico dat de ziekte terugkomt. Het risico wordt kleiner naarmate de periode dat de ziekte niet aan te tonen is langer duurt. Je blijft een aantal jaren bij je arts onder controle. De arts inspecteert regelmatig met een cystoscopie (kijkonderzoek) de blaas. Soms vult de uroloog een cystoscopie aan met een röntgenfoto, scan of MRI.
Blaaskanker en seksualiteit
Mensen met (gevorderde) blaaskanker kunnen na verloop van tijd problemen krijgen met seksualiteit. Dit kan door lichamelijke en/of psychische klachten veroorzaakt worden, maar ook door onzekerheid over je lichaam.
Het is mogelijk dat de relatie tussen twee mensen verandert als een van de twee ziek wordt. Wanneer partners niet meer met elkaar vrijen, verandert vaak ook de intimiteit. Het kan ook zijn dat je door onderzoeken, blaasspoelingen of radiotherapie geen zin meer hebt in seks.
Sommige behandelingen van gevorderde blaaskanker kunnen klachten geven die een negatieve invloed op je seksleven hebben:
- moeheid
- pijn
- erectiestoornissen
- droge en/of vernauwde vagina
- overgangsklachten
- het verlies van zin in seks (libidoverlies)
- ontbreken van een zaadlozing (droog orgasme)
Soms is er aan het verliezen van zin in seks of problemen bij het vrijen iets te doen. Voor de man zijn er medicijnen of hulpmiddelen waarmee een erectie opgewekt en behouden kan worden. Seksuele problemen kunnen zo ingrijpend zijn dat je advies en steun van anderen nodig hebt. Bespreek je vragen, twijfels of problemen rond seksualiteit met de arts, verpleegkundige, gespecialiseerde hulpverleners of lotgenoten.
Meer informatie
KWF
- Het KWF zet zich in op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, voorlichting, patiëntenondersteuning en fondswerving. Zij werken intensief samen met patiëntenorganisaties.
www.kwfkankerbestrijding.nl; 0800 - 022 66 22 (gratis)
NFK
- Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties
www.nfk.nl ; info@nfk.nl ; (030) 291-60-90
Stichting Chaja
- Stichting Chaja organiseert creatieve diverse terugkerende maar ook eenmalige activiteiten om de ziekte kanker emotioneel te verwerken en een nieuwe balans in je leven te vinden
Leven met blaas- of nierkanker
- Deze vereniging verbindt mensen met kanker aan de urinewegen met elkaar en biedt ondersteuning door middel van ervaringsdeskundigheid. Zij organiseren lotgenotencontact, geven informatie en voorlichting en behartigen belangen.
www.blaasofnierkanker.nl ; tel: 030 - 291 60 90
Literatuur
- Zorgboek Blaaskanker, Auteurs : H van Duijn/S.Kollaard
De lastmeter
Kanker en de behandeling ervan verstoort je leven ingrijpend. Er zijn niet alleen lichamelijke klachten. Je kunt ook psychische, sociale en praktische klachten krijgen. Zo kun je je angstig voelen onzeker, somber of boosheid zijn. Op praktisch gebied loop je misschien tegen problemen met vervoer, huishouden of financiën. Op het sociale vlak merk je dat er veranderingen ontstaan in persoonlijke relaties, je werksituatie of je sociale activiteiten. Misschien ben je goed in staat om problemen zelf op te lossen. Of weet je hulp te vinden bij partner, familie, vrienden, arts en verpleegkundige.
Als je tijdens of na de behandeling behoefte hebt aan ondersteuning gebruiken wij de lastmeter.
Met de Lastmeter geef je aan hoe het met je gaat, hoeveel last je hebt van problemen, klachten en zorgen. De meter bestaat uit een thermometer en een vragenlijst. De meter heeft een schaalverdeling van 0 – 10, waarbij 0 geen last betekent en 10 extreem veel last. Door een streepje op de meter te plaatsen geef je aan hoeveel last je ervaart. Op de vragenlijst plaats je een kruisje bij ja of nee.
Zo toon je via de Lastmeter aan of u klachten hebt en welke klachten en hoe erg ze zijn. De verpleegkundige bespreekt de lijst met jou de lijst. Als blijkt dat het nodig is verwijzen we je door naar een gespecialiseerde hulpverlener. Dit kan een diëtiste, maar ook een fysiotherapeut, maatschappelijk werker, geestelijk verzorger of psycholoog. Contact met een lotgenoot of deelname aan een revalidatieprogramma kan ook helpen.
Wij vragen je enkele keren per jaar de Lastmeter in te vullen en je bepaalt zelf of je dat wel of niet doet. De Lastmeter biedt de gelegenheid om zelf aan je zorgverlener(s) aan te geven hoe het met je gaat. Het is een middel om je te helpen met je zorgverlener te praten over hoe je de ziekte en de gevolgen ervan ervaart. Je ook aangeven of je behoefte heeft aan ondersteuning, denk aan bijvoorbeeld psycholoog of lotgenotencontact. Je kunt overigens altijd om ondersteuning vragen, ook als de uitslag van de Lastmeter daar geen aanleiding toe geeft.