Skip to Content

Borstsparende operatie met schildwachtklierprocedure (ICG)

Je hebt samen met je behandelaar gekozen voor een borstsparende operatie. Hierbij wordt de tumor uit je borst gehaald, maar de borst zelf blijft grotendeels behouden. Tijdens dezelfde operatie wordt ook de schildwachtklier verwijderd. In deze folder lees je wat je kunt verwachten voor, tijdens en na de operatie.

Wat is een borstsparende operatie?

Bij een borstsparende operatie verwijdert de chirurg alleen de tumor met een klein stukje gezond weefsel eromheen. De rest van de borst blijft intact. De operatie gebeurt onder narcose, je slaapt dus tijdens de ingreep.

Waarom wordt de schildwachtklier verwijderd?

Kankercellen kunnen zich via het lymfevocht verspreiden naar de lymfeklieren. De schildwachtklier is meestal de eerste lymfeklier waar kankercellen naartoe gaan. Door deze klier te verwijderen en te onderzoeken, kunnen we zien of de kanker is uitgezaaid.

Voorbereiding op de operatie

Pre-operatief spreekuur. Je hebt een afspraak (telefonisch of in het ziekenhuis) met:

  • een anesthesioloog (arts voor de verdoving),
  • een apothekersassistent,
  • een informatieverpleegkundige.

Zij geven uitleg over de verdoving en bespreken welke medicijnen je wel of niet mag gebruiken.

Let op: Neem een actueel medicatieoverzicht mee van je apotheek.

Wat moet je zelf doen vóór de operatie?

  • Niet roken of alcohol drinken vanaf 24 uur voor de operatie.
  • Douche of neem een bad.
  • Verwijder make-up, crème, nagellak en sieraden.
  • Knip je nagels kort en verwijder één kunstnagel.
  • Draag geen contactlenzen of piercings.

Voel je je ziek of heb je koorts de dag voor de operatie? Bel dan met Patiëntenplanning: 0413 - 40 19 17

BH-advies na de operatie

Draag de Leyla BH van Amoena (informatie via het borstcentrum).
Als dat niet lukt: neem een stevige bh zonder beugel mee.

De dag van de operatie

Meld je op tijd bij de verpleegafdeling van het ziekenhuis. Een verpleegkundige:

  • wijst je de kamer en je bed,
  • stelt je enkele vragen,
  • controleert je temperatuur en polsslag,
  • helpt je voorbereiden op de operatie.

Lokalisatie van de tumor

Als de tumor niet goed voelbaar is, gebruiken we één van deze methodes om de plek aan te wijzen:

1. Pintuition (magnetisch zaadje)

  • Wordt minimaal 5 dagen vóór de operatie geplaatst.
  • De chirurg gebruikt tijdens de operatie een detector om het zaadje op te sporen.

2. Draadlokalisatie

  • Gebeurt op de dag van de operatie.
  • Er wordt een dun draadje in je borst geplaatst.

De chirurg bespreekt van tevoren met je welke methode gebruikt wordt. Het zaadje of draadje wordt tijdens de operatie samen met de tumor verwijderd.

Tijdens de operatie

De schildwachtklierprocedure (ICG)

Tijdens de operatie spuit de chirurg een groen contrastmiddel (ICG) naast je tepel, terwijl je al slaapt. Met een speciale lamp wordt zo de schildwachtklier zichtbaar. Deze klier(en) worden verwijderd en onderzocht.

Je huid kan tijdelijk geel-groen verkleuren. Dit verdwijnt meestal binnen 4 weken.

Tumor

De chirurg verwijdert de tumor met een klein stukje gezond weefsel eromheen.
Op de plek van de tumor plaatst de chirurg kleine clips. Die helpen later bij het bestralen van het juiste gebied.

Na de operatie heb je:

  • hechtpleisters op de wond (deze mag je niet zelf verwijderen),
  • een drukpleister (mag na 24 uur verwijderd worden)

Je hebt meestal twee littekens: één op de borst en één in de oksel.

Na de operatie

  • Je wordt wakker op de uitslaapkamer.
  • Je hebt een infuus en je bloeddruk en zuurstof worden gecontroleerd.
  • Daarna ga je terug naar de verpleegafdeling.
  • Je mag al snel weer eten en drinken.
  • Draag de Leyla BH of een stevige bh zonder beugel, zowel overdag als eventueel ’s nachts, tot aan de controle-afspraak (ongeveer 2 weken na de operatie).

Klachten na de operatie

Het is normaal om na de operatie enkele klachten te hebben, zoals:

  • Doof of prikkelend gevoel in je bovenarm.
  • Minder gevoel rond het litteken.
  • Schaafwond-achtig gevoel in je oksel.

Deze klachten verdwijnen meestal binnen een paar weken. Lymfoedeem (vochtophoping) komt zelden voor.

Naar huis

Je mag meestal dezelfde dag nog naar huis. Soms is het nodig om een nachtje te blijven.

Je krijgt:

  • een folder met leefregels voor thuis,
  • uitleg over wanneer je contact moet opnemen met het ziekenhuis.

Controle en uitslag

Ongeveer 2 weken na de operatie kom je terug voor controle bij de chirurg vaak samen met de verpleegkundig specialist. Je krijgt dan:

  • de uitslag van het weefselonderzoek,
  • uitleg over eventuele nabehandeling, zoals bestraling of medicijnen.

Het is fijn als je bij dit gesprek een naaste meeneemt.

Mogelijke nabehandeling

Als er bestraling nodig is, dan gebeurt dit bij het Verbeeten Instituut. Je ontvangt hiervoor een uitnodiging voor:

  • een intakegesprek,
  • een planningsscan.

Soms volgt nog een behandeling met medicijnen (zoals hormoontherapie of chemotherapie). Dit bespreek je met de verpleegkundig specialist oncologie.

Vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Neem gerust contact op met het borstcentrum. Je kunt ons elke werkdag bellen tussen 10.00 en 12.00 uur.

Verpleegkundig Specialist

Mariëlle 0413 - 40 26 61 mariëlle.hendriks@bernhoven.nl
Anita 0413 - 40 26 16 anita.vandeven@bernhoven.nl 
Elise 0413 - 40 26 60 e.smit@bernhoven.nl