Skip to Content

Gebroken onderbeen (cruris fractuur)

In deze folder lees je meer over de behandeling van een gebroken onderbeen. De medische term daarvoor is cruris fractuur. Het gaat om algemene informatie, dus het is goed om te bedenken dat bepaalde zaken voor jou anders verlopen dan hier beschreven is. Dat is afhankelijk van je persoonlijke situatie.

Het onderbeen

Het onderbeen bestaat uit twee lange botten; het scheenbeen en het kuitbeen. Het scheenbeen vormt samen met het bovenbeen het kniegewricht en het scheenbeen en het kuitbeen samen vormen met de voet het enkelgewricht. Het scheenbeen is vele malen dikker en sterker dan het kuitbeen en draagt veruit het meeste gewicht van het lichaam.

skelet

De breuk

Omdat het scheenbeen een erg sterk bot is, is er vaak veel energie nodig om het onderbeen te breken. Vaak gaat het om een verkeersongeval, een val van bepaalde hoogte, maar ook soms een harde directe trap tegen het onderbeen. Bij een breuk van het onderbeen is er in principe sprake van een breuk van zowel het scheenbeen als het kuitbeen. Soms is alleen het scheenbeen gebroken. Als alleen het kuitbeen gebroken is, gaat het niet direct om een onderbeenbreuk. Meestal is er dan sprake van een gebroken enkel of alleen een gebroken kuitbeenbreuk.

Omdat bij een onderbeenbreuk meestal beide botten gebroken zijn, is het onderbeen vaak instabiel, dus het is wat wankel en onzeker. Behalve schade van het bot is er ook vaak schade van de zogeheten weke delen, zoals huid, pezen, spieren en eventueel zelfs bloedvaten of zenuwen. Wanneer weke delen erg beschadigd zijn, kan dit leiden tot een open breuk, dan komt het bot naar buiten door de huid heen. Het kan dan zelfs gebeuren dat zenuwen en/of bloedvaten niet meer goed werken of zelfs uitvallen.

Behandeling

Omdat bij deze breuk het bewegen onzeker en wankel is en het gebroken bot niet meer goed op de plaats zit, is bij volwassenen meestal een operatie nodig. Afhankelijk van de stand van de breuk en de toestand van de weke delen, kan je traumachirurg besluiten dat een spoedoperatie nodig is, of dat een operatie even kan wachten. Als dat zo is, wordt je onderbeen tot aan de operatie tijdelijk vastgezet in gips (vanaf het bovenbeen tot en met de enkel).

In een enkel geval kan het gebeuren dat het onderbeen niet heel erg wankel is en de botten ondanks de breuk(en) nog netjes in lijn staan. Als dat echt zo is, kan de traumachirurg voorstellen je been in gips te zetten en het op die manier te behandelen zonder operatie. Je wordt dan wel voor een lange tijd in gips behandeld. Ook duurt het dan vaak wel wat langer voordat de breuk sterk genoeg is om je gewicht weer te dragen. Omdat de knie bij een gipsbehandeling ook langdurig moet worden meegegipst, wordt deze vaak ook stijf bij een lange gipsbehandeling. Mede daardoor heeft een operatie meestal de voorkeur.

Operatie

Als zowel je scheenbeen als je kuitbeen gebroken zijn, is het meestal voldoende om alleen je scheenbeen vast te zetten omdat dit het sterkste bot is. Of je kuitbeen ook moet worden vastgezet hangt af van de hoogte van de breuk en de stand van de bijkomstige kuitbeenbreuk, maar dit is vaak niet nodig.

Wanneer je geopereerd wordt, zal de traumachirurg proberen de breukdelen van het scheenbeen weer in de juiste vorm en richting aan elkaar te zetten. Hiervoor heeft de traumachirurg verschillende mogelijkheden. Welke operatie je krijgt, hangt af van de soort breuk, de toestand van de huid en de spieren, en of er nog andere ernstige schade is.

Een veel gebruikte manier is een pen in de mergholte van het bot, die vlak onder de knie kan worden ingebracht. De pen wordt met dwarse schroefjes aan het begin en het einde van de pen vastgezet.

Een andere mogelijkheid is het gebruik van platen en schroeven om de verschillende breukdelen stevig aan elkaar vast te zetten. Voor het plaatsen van een plaat is wel een grotere snede nodig dan voor een pen. Heb je veel schade aan de weke delenen en heb je daarnaast nog andere ernstige schade, dan kan de chirurg er ook voor kiezen om de breuk, al dan niet tijdelijk, van buitenaf vast te zetten met een extern fixatie mechanisme (de zogenaamde 'externe fixateur').

Zijn er complicaties?

Zoals elke operatie, heeft ook een operatie voor een gebroken onderbeen kans op complicaties, zoals nabloedingen en ontstekingen van de wond, wondgenezingsstoornissen, vaat- en zenuwletsel en het uitbreken van het fixatie materiaal en het niet goed willen vastgroeien van de breuk.

Na de behandeling

Na de operatie bepaalt de traumachirurg of je het been direct weer mag belasten of niet. Als je dat niet meteen mag, dan moet je tellen op 6 tot maximaal 12 weken voordat je weer op jouw been mag gaan staan. Wanneer je weer mag gaan belasten hangt onder meer af van het soort breuk en het gebruikte fixatie materiaal. Wanneer je nog niet meteen mag belasten, dan mag je meestal wel je knie en enkel oefenen en proberen met krukken te gaan lopen.

Wat je verder nog moet weten

Ook als je direct mag gaan belasten, kan het nog enige tijd duren voordat het helemaal belasten ook echt goed gaat. Vaak hebben patiënten in het begin toch krukken nodig om het been een beetje te ontzien. Volledig normaal en pijnvrij gebruik van het been kan al gauw 3-6 maanden of soms nog langer duren. Vaak is hierbij nabehandeling met behulp van een fysiotherapeut nodig.

Vaak zie je dat het been opzwelt gedurende dag met name bij inspanning. Dit is normaal. Als je hier last van heeft, kun je daarvoor een rekverband krijgen via de polikliniek

Heb je nog vragen?

Heb je nog vragen, stel ze gerust aan je behandelend arts .

  • Polikliniek chirurgie: maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren 0413 – 40 19 59, route 50A

Ben je van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen wij dat graag van je.

Wachtlijstbemiddeling

Als je klachten erger worden terwijl je al op de wachtlijst staat, bel dan met de polikliniek waar je onder behandeling bent. Je behandelend arts kan dan overleggen en besluiten of je al dan niet eerder moet worden geopereerd.