Skip to Content

Gebroken plateau van de knie (tibiaplateau fractuur)

In deze folder lees je algemene informatie over de behandeling van een gebroken plateau van de knie. De medische naam hiervoor is tibiaplateaufractuur. Jouw situatie kan anders zijn dan hieronder beschreven.

Het tibiaplateau

Het plateau van de knie (tibia plateau) is het dragende gedeelte van het scheenbeen (de tibia) dat samen met het dijbeen het kniegewricht vormt. Het tibiaplateau zit aan de bovenkant van het scheenbeen. Het plateau van de tibia is bedekt met kraakbeen en vormt zo een glad gewrichtsoppervlak. In het midden van het plateau zitten de kruisbanden die richting het dijbeen gaan en aan zowel de binnen als de buitenkant ligt een meniscus.

Hoe ontstaat deze breuk?

Een breuk van het tibiaplateau ontstaat meestal door een harde klap op de knie, bijvoorbeeld bij een verkeersongeval of een val van hoogte. De knie wordt dan vaak naar binnen of naar buiten gedrukt. Door de kracht breekt het bot, meestal aan de binnen- of buitenkant van het plateau. Soms zakt het bot daar zelfs een beetje in. Daarbij raakt het kraakbeen altijd beschadigd. Ook de meniscus of de kruisbanden kunnen letsel oplopen.

Welke behandeling is nodig?

De behandeling hangt af van hoe ernstig de breuk is. De arts kijkt daarbij vooral naar de stand van het bot en het gewrichtsoppervlak.

Behandeling met gips

Is de breuk niet of nauwelijks verschoven en is het botoppervlak maar een beetje ingezakt? Dan is een behandeling met gips mogelijk. Je mag dan meestal 6 weken tot 3 maanden niet op het been staan. Als je dat wel doet, kan het plateau verder inzakken.

Vaak wordt na 6 weken het gips vervangen door een brace (soms met scharnier), afhankelijk van de genezing.

Behandeling met een operatie

In de meeste gevallen is een operatie nodig. Hiermee wordt geprobeerd het ingezakte bot op te hogen en het gewricht zo goed mogelijk te herstellen. Als je knie door de breuk erg gezwollen is, wacht de arts soms eerst tot de zwelling is afgenomen.

Hoe gaat de operatie?

De chirurg zet de breuk vast met een plaat en schroeven. Soms zijn meerdere platen nodig. In sommige gevallen zijn alleen schroeven genoeg.

Welke operatie je krijgt, hangt af van:

  • het type breuk
  • de toestand van je huid, spieren, zenuwen en bloedvaten
  • de keuze van de chirurg

Zoals bij elke operatie zijn er risico’s. Denk aan:

  • nabloedingen of infecties
  • problemen met de wondgenezing
  • schade aan bloedvaten of zenuwen
  • het loslaten van de plaat of schroeven
  • de breuk die niet goed geneest
  • blijvende pijn of slijtage van het kraakbeen

Wat gebeurt er na de operatie?

Je arts bepaalt of je na de operatie gips krijgt of dat je direct voorzichtig mag oefenen zonder je been te belasten.

In de eerste 6 tot 12 weken mag je je been meestal niet belasten. Een fysiotherapeut helpt je met oefeningen om je knie en spieren weer in beweging te krijgen.

Waar moet je rekening mee houden?

Of je nu wel of niet geopereerd bent: je mag je been lange tijd niet gebruiken om op te staan of te lopen.

Houd ook rekening met:

  • Het herstel duurt lang: vaak meer dan 6 maanden
  • Je knie kan stijf blijven of pijnlijk zijn
  • Je hebt meestal fysiotherapie nodig
  • Klachten op de lange termijn zijn mogelijk, zoals slijtage van het gewricht

Heb je nog vragen?

Heb je nog vragen, stel ze gerust aan je behandelend arts.

  • Polikliniek chirurgie van maandag t/m vrijdag: 0413 – 40 19 59 (tijdens kantooruren)

Wanneer zich thuis na de operatie problemen voordoen, neem dan contact op met je huisarts, de polikliniek chirurgie of bel buiten kantooruren de receptie via 0413 - 40 40 40.

Mis je bepaalde informatie, ontbreekt er wat of is iets niet duidelijk, vertel het ons dan.