Het plaatsen van een suprapubische katheter
In overleg met uw arts krijgt u een suprapubische katheter. Suprapubisch betekent het plaatsen van een katheter (slangetje) via de onderbuik in de blaas. Het plaatsen van de katheter gebeurt meestal poliklinisch en wordt uitgevoerd door de uroloog. In deze folder leest u hoe deze ingreep in Bernhoven verloopt.
Waarom een blaaskatheter
Een suprapubische blaaskatheter is een slangetje dat via de buikwand in uw urineblaas zit. Dit slangetje kan, afhankelijk van waarom deze katheter geplaatst is, enkele weken, dagen of maanden in uw blaas blijven zitten. Door deze katheter is het mogelijk om de urine uit de blaas te laten lopen en op te vangen. Ook kan er bekeken worden of het zelf plassen nog mogelijk is en kan er gecontroleerd worden hoeveel urine er in de blaas achter blijft nadat u spontaan geplast heeft.
De meest voorkomende reden om een suprapubische katheter te plaatsen zijn:
- U kunt de urine niet meer op een natuurlijke wijze (volledig) uitplassen (=retentie)
- U verliest ongewild urine (=incontinentie)
Hoe bereidt u zich voor?
- U hoeft voor de ingreep niet nuchter te zijn.
- Wanneer u bloedverdunners gebruikt, moet u in overleg met uw behandelend arts misschien enkele dagen vóór de ingreep stoppen met deze medicijnen.
- Het is verstandig om te regelen dat er iemand voor uw vervoer naar huis zorgt.
Hoe verloopt de behandeling?
- U meldt zich op de afgesproken tijd op de dagbehandeling (route 140) of op de polikliniek urologie (route 150)
- Het plaatsen van de suprapubische katheter vindt plaats op de operatiekamer of de polikliniek urologie. Waar u zich mag melden spreken we van tevoren met u af.
- Op de behandelkamer wordt zo nodig uw blaas met water gevuld. Dit gebeurt via een slangetje dat door de plasbuis in de blaas wordt gebracht (katheter).
- De ingreep vindt plaats onder steriele omstandigheden.
- Voor de ingreep wordt daarom de buikwand, tussen navel en schaambeen zo nodig geschoren en desinfecteren we de huid. Hierna verdoven we de huid en diepere lagen door middel van een injectie met verdovende vloeistof.
- Met behulp van een echografie-apparaat kan de blaas in beeld worden gebracht zodat de blaas onder de juiste hoek kan worden aangeprikt.
- Daarna maakt de uroloog een klein sneetje in de buik waardoor met behulp van een inbrengnaald de katheter in de blaas wordt gebracht. De katheter blijft goed in de blaas omdat er aan het uiteinde een ballon zit.
- Soms wordt de katheter nog vast gehecht aan de huid. Deze hechting verwijderen we na 1 week.
- Door de katheter kan de urine de blaas verlaten en opgevangen worden in een katheterzak of we maken een
kraantje op de katheter zodat u zelf regelmatig de blaas kan laten leeglopen. - De insteekopening wordt afgedekt met een steriel gaas en vastgezet met een pleister.
- De behandeling duurt ongeveer 15-30 minuten.
- Als u op de dagbehandeling wordt opgenomen blijft u enkele uren in het ziekenhuis.
Na de behandeling
Mogelijke complicaties
- Bloedverlies uit de blaas door de punctie. Soms kan het nodig zijn om de blaas dan goed te spoelen.
- Beschadiging van een bloedvat of darmlis. Dit komt heel zelden voor. In dat geval nemen we u op in het ziekenhuis.
Verzorging van de katheter
- De insteekopening van de katheter is afgedekt met een steriel gaasje. Dit splitgaasje moet u
verschonen als dit nat of vuil wordt. U kunt de insteekopening van de katheter schoonmaken
met kraanwater. - Als u een katheterkraantje op de suprapubische katheter heeft, is het belangrijk dit kraantje
iedere 2-4 uur open te zetten en de blaas te legen. - Douchen en baden met de katheter is gewoon mogelijk.
- Om blaasproblemen te voorkomen moet u veel drinken. Het advies is om dagelijks ongeveer 2
liter urine te produceren in 24 uur. Dit betekent dat u dagelijks ongeveer 8 tot 10 bekers of glazen met vocht moet drinken.
Verwisselen van de katheter
- Elke 6-8 weken moet de katheter gewisseld worden.
De eerste wissel vindt plaats op de polikliniek urologie. De volgende wissels kunnen eventueel worden overgenomen door de huisarts of een wijkverpleegkundige van de thuiszorg.
Problemen met de katheter
Onderstaande problemen kunnen voorkomen bij mensen die een suprapubische katheter hebben. Als u langer een katheter heeft is de kans op deze problemen vanzelfsprekend groter.
- De katheter kan gaan lekken.
- Sommige patiënten met een katheter blijven of worden incontinent door urineverlies naast de katheter. Meestal komt dit door een knik in de afvoerende slang naar de katheterzak waardoor de urine niet goed kan doorlopen. Bij een blaassamentrekking wordt dan de urine langs de katheter naar buiten geperst.
- Er kunnen blaaskrampen optreden. Dit is soms het gevolg van bijvoorbeeld een infectie, maar meestal is de reden irritatie van de blaas door de katheter. Medicijnen kunnen deze krampen verhelpen.
- Soms kan er neerslag (slijm of gruis)in de blaas ontstaan. Als de urine vaak troebel of bloederig is en de katheter hierdoor vaak verstopt raakt, is het belangrijk dat u dit zegt. De uroloog bekijkt dan of een blaasspoeling nodig is.
- De katheter kan uitvallen. Als de katheter is uitgevallen moet er zo snel mogelijk een nieuwe katheter ingebracht worden. Het gat in de buikwand waar de katheter doorheen gaat sluit uit zichzelf zeer snel.
- De katheter kan een infectie veroorzaken. Deze infectie hoeft niet altijd met antibiotica behandeld te worden. Bij klachten kunt u het beste contact op nemen met de polikliniek urologie of met uw huisarts.
Wat te doen bij problemen?
In onderstaande situaties is het verstandig contact op te nemen met de polikliniek urologie of de thuiszorg:
- De katheter is eruit gevallen. Dit is een spoedgeval omdat de katheter zo snel mogelijk opnieuw moet worden aangebracht, bij voorkeur binnen 2 uur.
- De katheter is verstopt, er komt niets meer uit.
- U voelt zich opwel en heeft pijn, koorts en buikpijn.
- Als er gedurende 2 tot 3 uur geen urinelozing is.
- Als de urine er bloederig uit ziet (bij het vervangen van de katheter is licht bloedverlies normaal rond de insteekopening).
- Als er lekkage optreedt.
Heeft u vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek urologie op telefoonnummer 0413 - 40 19 68
Buiten kantooruren kunt u bij vragen of problemen contact opnemen met de receptie van Bernhoven op telefoonnummer 0413 - 40 40 40