Knieoperatie voorste kruisband (kruisbandplastiek)
Je hebt een gescheurde voorste kruisband in je knie. In overleg met je arts krijg je een operatie waarbij deze wordt vervangen. Dit heet een kruisbandplastiek. De orthopedisch chirurg voert deze operatie uit. In deze folder lees je wat er gebeurt vóór, tijdens en na de operatie.
Wat is de voorste kruisband?
De knie is een gewricht tussen je bovenbeen en onderbeen. In de knie zitten:
- botten, kraakbeen, pezen en banden
- twee schijfjes kraakbeen (de meniscus) die schokken opvangen
- twee kruisbanden: een voorste en een achterste
De voorste kruisband voorkomt dat je onderbeen te ver naar voren beweegt of draait. Als deze band is gescheurd, wordt je knie instabiel.
Waarom krijg je een nieuwe kruisband?
Door de gescheurde kruisband voelt je knie instabiel aan. Dit kan schade geven aan het kraakbeen of de meniscus. Soms helpen fysiotherapie en oefeningen niet genoeg. Dan is een operatie nodig. Met een nieuwe kruisband wordt je knie weer stabiel.
Wat is de gemiddelde herstelperiode?
De meeste mensen hebben na de operatie minder pijn en meer stabiliteit in hun knie. Je kunt meestal na 9 maanden weer sporten. Hoe snel je herstelt, verschilt per persoon.
De dag van de operatie
Je komt voor 1 dag naar Bernhoven. Je meldt je ’s ochtends bij het Ambulant Centrum (route 140). Aan het einde van de dag mag je weer naar huis. Zorg dat iemand je komt brengen en ophalen. Je mag zelf geen auto rijden.
Voor de operatie krijg je een afspraak voor het preoperatief onderzoek (PPO). Je spreekt dan met:
- een doktersassistente
- een verpleegkundige
- de anesthesioloog (de arts die de verdoving regelt)
Medicijnenlijst (AMO)
Neem een actueel medicatieoverzicht (AMO) mee naar je afspraak. Dit is een lijst met alle medicijnen die je gebruikt. Je apotheek kan deze voor je uitprinten.
Vertel het ook als je:
- medicijnen gebruikt zonder recept, zoals pijnstillers, vitamines of kruiden
- allergisch bent voor bepaalde medicijnen
Voorbereiding op de operatie
Op de dag van de operatie:
- Krijg je speciale operatiekleding aan
- Wordt er een infuus in je arm geplaatst (voor vocht of medicijnen)
- Word je naar de operatiekamer gebracht
Verdoving
Je krijgt een ruggenprik (plaatselijke verdoving). Je onderlichaam is dan gevoelloos. De anesthesioloog kan je eventueel in slaap brengen. Bespreek je wensen en vragen met de anesthesioloog tijdens het preoperatief onderzoek.
Hoe verloopt de operatie?
De chirurg vervangt je gescheurde kruisband door een nieuwe band, gemaakt van je eigen lichaam. Dit gebeurt via een kijkoperatie (arthroscopie). Daarbij maakt de arts 3 kleine sneetjes in de huid.
Er zijn 2 manieren om een nieuwe kruisband te maken. De arts bespreekt met jou welke techniek het beste bij jou past.
Hamstringpezen als nieuwe kruisband
De chirurg gebruikt pezen van de hamstrings. Dat zijn spieren aan de achterkant van je bovenbeen. Deze pezen liggen aan de binnenkant van je knie. Via een apart sneetje van ongeveer 5 cm worden deze pezen uitgenomen.
Voordelen van deze methode:
- Het herstel verloopt meestal sneller
- De pijn na de operatie is vaak minder
- De pezen zijn extra stevig, omdat ze dubbel worden gebruikt
- De bevestiging gebeurt met 2 kleine metalen plaatjes die tegen het bot worden geplaatst
Knieschijfpees met botstukjes
De chirurg gebruikt een pees van het middelste deel van je knie, tussen de knieschijf en het onderbeen. Aan deze pees zitten 2 kleine botblokjes vast. De arts maakt hiervoor een snee van ongeveer 6 cm aan de voorkant van je knie.
Voordelen van deze methode:
- De kruisband wordt stevig vastgezet, met schroeven in het boven- en onderbeen
- Deze techniek wordt vaak gebruikt bij jonge, sportieve mensen
Nadelen:
- Je kunt langere tijd pijn houden aan de voorkant van je knie, op de plek waar de pees is weggehaald
- Soms is traplopen of knielen pijnlijker in de eerste periode
Controle knie
Tijdens de operatie bekijkt de orthopedisch chirurg ook het andere deel van je knie. Als het kraakbeen of de meniscus beschadigd is, probeert de arts dit meteen te herstellen.
Na de operatie worden de wondjes gehecht. Je krijgt een drukverband om je knie om zwelling te voorkomen.
Mogelijke complicaties
Elke operatie heeft risico’s. Mogelijke complicaties zijn:
- trombose (bloedpropje)
- nabloeding
- ontsteking van de wond
- moeite met het strekken van je knie
Deze complicaties komen gelukkig weinig voor.
Na de operatie
Na de operatie ga je eerst naar de uitslaapkamer. Daarna word je teruggebracht naar de afdeling. Je hebt nog een infuus in je arm. Als je niet misselijk bent, hebt gedronken en geplast, wordt het infuus verwijderd.
Soms krijg je een injectie om trombose te voorkomen.
Weer naar huis
Aan het einde van de dag mag je naar huis. Je krijgt mee:
- Een kaartje om een afspraak te maken voor controle bij de polikliniek orthopedie
- Een verwijsbrief voor de fysiotherapeut, met instructies
- Eventueel ijspakkingen tegen de zwelling of pijn
Herstel en adviezen voor thuis
Na de operatie is je knie vaak gevoelig en gezwollen. Het is belangrijk dat je de knie niet overbelast. Volg daarom de adviezen hieronder op.
Week 1
- Beperk het lopen zoveel mogelijk.
- Wissel zitten, liggen en bewegen af.
- Leg je been regelmatig hoog als je zit of ligt.
- Koel je knie meerdere keren per dag met een ijspakking, ongeveer 15 minuten per keer.
- Je mag douchen als de wond dicht is, maar nog niet in bad. Zo voorkom je dat de wond week wordt.
- Neem pijnstillers als dat nodig is, bijvoorbeeld paracetamol. Soms krijg je hiervoor een recept mee.
Na week 1
- Als de pijn en zwelling minder worden, kun je de knie steeds iets meer gaan belasten.
- Gebruik krukken zolang dat nodig is. Meestal heb je deze na 4 tot 6 weken niet meer nodig. Overleg hierover met je fysiotherapeut.
- Begin niet uit jezelf met fietsen, autorijden of sporten. Overleg altijd eerst met je fysiotherapeut.
Weer aan het werk
De bedrijfsarts helpt je bij het terugkeren naar je werk. Het is belangrijk dat je bedrijfsarts weet dat je geopereerd bent.
- Informeer je bedrijfsarts bij voorkeur al vóór de operatie, of anders zo snel mogelijk daarna.
- Je specialist kan overleggen met je bedrijfsarts als jij daar toestemming voor geeft. Zo kunnen zij samen afstemmen wat je wel en niet kunt doen op het werk.
Overleg met je specialist:
- wanneer je weer aan het werk kunt
- of je tijdelijk aangepast werk nodig hebt
- of je hulp nodig hebt van de bedrijfsarts
Wanneer neem je contact op?
Neem contact op met de polikliniek orthopedie als:
- je koorts krijgt
- je knie dikker wordt of meer pijn doet
Vragen?
Heb je nog vragen na het lezen van deze folder? Bel gerust:
- Polikliniek orthopedie: 0413 - 40 19 71 (werkdagen 8.00 - 17.30 uur)
- Buiten kantooruren: 0413 - 40 40 40 (receptie Bernhoven)