Skip to Content

Neusschelpverkleining (coblatie), klinisch

In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten uw neusschelpen te laten verkleinen. In deze folder leest u meer over hoe deze ingreep in Bernhoven verloopt.

Neusschelpverkleining

Coblatie (dat is de medische term voor neusschelpverkleining) van de neus is een ingreep die meestal plaats vindt onder plaatselijke verdoving waarbij de neusschelpen worden verkleind. Soms is er echter een goede reden om de ingreep onder narcose uit te voeren, bijvoorbeeld bij kinderen, als plaatselijke verdoving niet kan of bij angst. Het is een vrij nieuwe techniek die een chronisch verstopte neus snel en doeltreffend verhelpt door het zachte weefsel van de neusschelp te doen krimpen. Dit gebeurt met een naaldje dat in het slijmvlies van de onderste neusschelpen wordt geprikt. Dit naaldje geeft radio-frequente energie af en is niet schadelijk. Het omgevende gezonde weefsel blijft zo veel mogelijk behouden, wat een snel herstel mogelijk maakt.

Wat zijn neusschelpen?

Aan de binnenzijde heeft elke neushelft drie boven elkaar gelegen neusschelpen. Dit zijn met slijmvlies beklede botplaten die als taak hebben de ingeademde lucht te verwarmen, reinigen en bevochtigen. Ze kunnen door verkoudheid, door allergie of zonder duidelijk aanwijsbare reden zwellen, vaak vooral bij liggen. Hierdoor kunnen klachten ontstaan van neusverstopping, soms aan beide kanten, soms wisselend links en rechts. Er kunnen ook klachten zijn van verminderde reuk, snurken of hoofdpijn.

Hoe bereidt u zich voor?

Voor een neusschelpverkleining krijgt u telefonisch bericht van de Opname Planning zodra de datum van de operatie bekend is. Dit is meestal twee weken voor de operatie.

Spreekuur PPO

De verdoving voor uw operatie wordt toegediend door de anesthesioloog (specialist die voor de verdoving zorgt). Voordat een operatie onder anesthesie (verdoving of narcose) kan plaatsvinden zijn enkele voorbereidingen noodzakelijk. Deze voorbereidingen vinden plaats tijdens het spreekuur Preoperatief Poliklinisch Onderzoek, afgekort PPO. Op het spreekuur PPO spreekt u achtereenvolgend een doktersassistente, verpleegkundige en anesthesioloog.

Actueel medicatieoverzicht (AMO); meenemen voor uw eigen veiligheid

Wat is een AMO?
AMO staat voor actueel medicatieoverzicht. Het is dus een overzicht van de medicijnen die u op dat moment gebruikt.

Waarom een AMO?
Als uw arts medicijnen wil voorschrijven, leest de arts in uw AMO welke medicijnen u al gebruikt. Zo voorkomen we dat u medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed combineren met andere medicijnen.

Hoe kom ik aan mijn AMO?
Uw apotheker print voor u een AMO uit. Vertel uw apotheker ook als u medicijnen gebruikt zonder recept zoals pijnstillers, vitamines, anticonceptie pil of St. Janskruid en meld ook allergieën.

Ik heb nieuwe medicijnen gekregen. Hoe kom ik aan een aangepast AMO?
Tijdens uw ziekenhuisopname, polikliniekbezoek of bezoek aan uw huisarts kan uw medicijngebruik zijn veranderd. Let er op dat wijzigingen van medicatie of nieuwe gegevens in uw overzicht worden opgenomen door uw apotheker.

Wanneer neem ik mijn AMO mee?
Zorg dat u het overzicht altijd bij u heeft als u naar de specialist gaat. Dan kan de specialist zien of eventuele nieuwe medicijnen samengaan met medicijnen die u al heeft. Neem het ook mee als u naar de tandarts gaat.

Hoelang is uw AMO geldig?
Het document is maximaal drie maanden geldig maar dient bij iedere wijziging in de medicatie tussentijds opnieuw teworden vervangen. Uw apotheek kan het actuele medicatie overzicht verstrekken.

Dag van de ingreep

Waar meldt u zich?

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich bij de balie van de afdeling Ambulant Centrum, route 140.

Verdoving

De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Als voorbereiding op de narcose krijgt u zo nodig een rustgevend medicijn. Op de operatieafdeling krijgt u via een infuus in uw arm de narcose toegediend. Bij kinderen kan het zijn dat de narcose via een kapje wordt toegediend.

De ingreep

Tijdens de operatie wordt door de arts een naaldje in het slijmvlies van de onderste neusschelpen gebracht welke van binnenuit verwarmd wordt. Op deze manier krimpen de neusschelpen waardoor de doorgankelijkheid van de neus groter wordt. De gehele ingreep vindt inwendig plaats. U heeft dus geen littekens aan de buitenkant van de neus.

Na de ingreep

In principe mag u enkele uren na de operatie naar huis. Bij vertrek krijgt u instructies voor een neusspoeling mee om thuis uw neus te spoelen. Dit maakt de neus vrij van korstjes en bloed en bevordert daarmee de genezing.

Na de operatie heeft u niet veel pijn. Plaatsing van tampons is niet nodig. U kunt dus na de operatie gewoon normaal door de neus ademen.

Complicaties

Bij alle operaties kunnen complicaties optreden. Gelukkig komen deze maar zelden voor. Op de operatiedag kan het nog wat bloeden uit de neus. In zeer zeldzame gevallen kan dit ook thuis gebeuren. Als het bloeden niet stopt moet u zich melden op de poli KNO / SEH. Daarnaast is er altijd kans op een teleurstellend resultaat ondanks optimale behandeling.

Controle

Zes tot acht weken na de operatie vindt een poliklinische nacontrole plaats op de polikliniek KNO. Dan is namelijk pas goed te beoordelen of de behandeling het gewenste resultaat heeft opgeleverd.

Adviezen voor thuis

  • Peuter niet met de vingers in de neus.
  • U spoelt de neus zes keer per dag met een zoutoplossing (een halve afgestreken theelepel zout oplossen in een beker lauw warm water en met behulp van een spuitje de neus spoelen). Naarmate de neus schoner wordt, bouwt u het aantal keren spoelen af.
  • De eerste zeven dagen na de operatie sprayt u drie maal daags uw neus. In elk neusgat twee pufjes, met xylometazoline 1.0 mg/ml. Negeer de opmerking in de bijsluiter over het niet gebruiken na een neusoperatie. Soms krijgt u ook een recept voor neuszalf mee, die u volgens voorschrift dient te gebruiken.
  • Bij pijnklachten kunt u paracetamol gebruiken

Om de kans op problemen na de operatie te verkleinen raden we u aan om:

  • De eerste week na de operatie geen zware inspanning te verrichten.
  • De eerste week na de operatie de neus niet snuiten. De neus ophalen mag wel.
  • De mond open te houden, wanneer u moet niezen.
  • De eerste week na de operatie rokerige ruimtes te mijden.
  • De eerste twee weken na de operatie niet te gaan zwemmen of naar de sauna te gaan. U kunt gewoon douchen of een bad nemen.

Wat doet u bij problemen thuis?

U kunt hierbij denken aan:

  • Koorts boven de 38.5 C.
  • Kloppende pijn aan uw neus.
  • Als uw neus verstopt blijft en u krijgt deze met spoelen en sprayen niet open.
  • Uw neus flink gaat bloeden en de bloeding niet binnen 15 minuten stopt.

Als u u na uw thuiskomst uit het ziekenhuis klachten van welke aard dan ook en u vertrouwt het niet? Neem dan contact op met de polikliniek KNO-heelkunde: 0413 – 40 19 47. Of buiten kantooruren met het centrale telefoonnummer van Bernhoven: 0413 - 40 40 40. Op grond van uw vragen wordt beoordeeld welke actie verder nodig is. (U kunt eventueel ook contact opnemen met uw eigen huisarts of de huisartsenpost).

Heeft u nog vragen?

Wanneer u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, neem dan gerust contact op met:

  • Polikliniek KNO-heelkunde: 0413 - 40 19 47