Skip to Content

Oefeningen en adviezen na een schouderprothese operatie

Je bent geopereerd aan je schouder en hebt een schouderprothese gekregen. Door zo snel mogelijk te starten met oefeningen, kun je ook zo snel mogelijk weer je schouder gebruiken. Deze folder legt je uit hoe je bij deze oefeningen te werk moet gaan.

Fysiotherapie

Je start de eerste dag na de operatie met een oefenprogramma onder leiding van een fysiotherapeut. Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk met je schouder bewogen wordt. De fysiotherapeut zal in eerste instantie je schouder bewegen en samen met jou de oefeningen uitvoeren. Daarnaast zul je de oefeningen een aantal keren per dag zelfstandig uitvoeren (zie oefenprogramma).

Ontslag

Zodra je zelfstandig redzaam bent, in en uit bed kunt komen, zelfstandig naar het toilet kunt en er verder geen medische bezwaren zijn, mag je het ziekenhuis verlaten.

Na ontslag uit het ziekenhuis ga je verder met het oefenprogramma. Dit kan bij een fysiotherapeut bij jou in de buurt. Wij adviseren je om voor de operatie alvast een afspraak te maken bij de fysiotherapeut van jouw keuze, zodat je meteen na de opname kunt starten met het oefenprogramma.

Adviezen / leefregels

  • Je krijgt na de operatie een draagband. De draagband geeft je schouder steun en beschermt de schouder voor ongewilde bewegingen.
  • Je moet de draagband tijdens het slapen en lopen dragen.
  • Overdag in bed of in de stoel mag de draagband af en kun je je arm ondersteunen met bijvoorbeeld een kussen. Na twee weken kun je het gebruik van de draagband afbouwen.
  • Het naar buiten draaien van je schouder (exorotatie) moet je de eerste twee weken vermijden.
  • Gedurende zes weken moet je trekken, duwen, tillen en andere zware activiteiten voorkomen.
  • Doe geen zwaar huishoudelijk werk tijdens de eerste zes weken.
  • Je mag de eerste zes weken niet (brom)fietsen, autorijden of sporten.
  • Slaap de eerste drie maanden niet op je geopereerde zijde.

Oefenprogramma

(dit bespreekt de fysiotherapeut met je):

  • Pols-hand bewegen.
  • Elleboog buigen/strekken.
  • Nek en schoudergordel bewegen.
  • Zwaai en slingeroefeningen (zie afbeelding).
  • Schuifoefeningen over been/tafel/muur (zie afbeelding).
  • Geleid actief bewegen, ondersteund met de goede arm, naar voren/omhoog (zie afbeelding).

De eerste twee weken ligt de nadruk op de beweeglijkheid van je schouder (zie oefeningen, eventueel uitbreiden met katrol, stok of andere hulpmiddelen onder begeleiding van de fysiotherapeut). Na twee à drie weken mag je, in overleg met je fysiotherapeut, het accent geleidelijk gaan verplaatsen naar verbetering van de kracht van de spieren rondom je schouder.

Oefeningen na Schouderprothese operatie.

De eerste week is het belangrijk om minstens zes keer per dag oefeningen uit te voeren.
De fysiotherapeut zal aangeven welke oefeningen en hoeveel herhalingen.

De meest gebruikte oefeningen zijn:

Zwaai- en slingeroefeningen (afbeelding 1):

Ga voorovergebogen staan en laat de geopereerde arm ontspannen naar beneden hangen.

  • Slinger rustig de arm:
    • Voorwaarts/achterwaarts.
    • Binnen/buiten.
    • Rondjes maken.

In zit (afbeelding 2):

  • Hand rustig over het bovenbeen schuiven.
  • Handen in elkaar rustig over de tafel schuiven.
  • Hand van de geopereerde schouder over tafel schuiven.

In ruglig:

  • Handen in elkaar rustig:
    • Omhoog bewegen.
    • Naar achteren bewegen.

In stand (afbeelding 3):

  • Handen in elkaar rustig de armen een stukje omhoog bewegen.
  • Met vingertoppen tegen de muur rustig omhoog “lopen”.

Let er op dat de schouder laag blijft.

Afb. 1

Afb. 2

Afb. 3