Skip to Content

Osteopenie

Je bent in ons ziekenhuis onder behandeling geweest voor een breuk in een van jouw botten. Omdat gebleken is dat mensen van je leeftijd met een botbreuk vaak osteopenie (tekort aan botmassa) of osteoporose (botontkalking) hebben, ben je hierop onderzocht. In deze brochure lees je meer over het ontstaan, de gevolgen en het omgaan met osteopenie.

Wat is osteopenie?

Osteopenie is een medische term voor een tekort aan bot (osteon = bot, penia = tekort). Dat wil niet zeggen dat je te weinig botten hebt, maar wel dat jouw botten minder ‘botmassa’ hebben. Onze botten bestaan onder andere uit kalk (calcium), fosfor, merg en andere stoffen. Deze stoffen vormen samen een hechte structuur met kleine openingen ertussen. Is de botdichtheid goed, dan heb je gezond, stevig bot dat tegen een stootje kan. Worden die kleine openingen in het bot echter groter en groter, dan wordt het bot poreuzer en daarmee steeds minder stevig; de botdichtheid neemt af. Van osteopenie merk je niets; het doet geen pijn en je hebt geen klachten. Als er nog meer botverlies optreedt, kan osteopenie overgaan in osteoporose (botontkalking). Bij osteoporose is de botdichtheid zo laag geworden dat de botten heel makkelijk breken. Ook kun je pijnklachten hebben door bijvoorbeeld ingezakte wervels.

Hoe ontstaat osteopenie?

In het skelet wordt voortdurend nieuw botweefsel aangemaakt en oud botweefsel afgebroken. Per jaar wordt meer dan 10 procent van jouw botten vernieuwd. Tot je 30e worden je botten steeds sterker. Na je 35e jaar begint de sterkte van je botten af te nemen. Er wordt meer bot afgebroken dan aangemaakt. Bij het ouder worden is het dus normaal dat de botten brozer worden.

Risicofactoren voor osteopenie

Er kunnen omstandigheden (factoren) zijn waardoor het risico (de kans) op osteopenie groter is. Dit worden risicofactoren genoemd. De risicofactoren die kunnen bijdragen aan osteopenie en osteoporose, zijn onder andere:

  • een botbreuk na het 50ste levensjaar

  • te weinig calcium (kalk) in de dagelijkse voeding

  • vitamine D tekort

  • weinig lichaamsbeweging

  • een laag lichaamsgewicht

  • een gebroken heup bij vader en/of moeder

  • langdurig gebruik van bepaalde medicijnen (onder meer corticosteroïden zoals Prednison)

  • roken en overmatig alcoholgebruik

Daarnaast vergroten bepaalde ziekten de kans op osteopenie en osteoporose. Hierbij moet je denken aan: tekort aan geslachtshormonen (bijvoorbeeld door een vroege overgang), eetstoornissen, afwijkingen van de schildklier of bijschildklier, en reuma.

Hoe wordt osteopenie/osteoporose vastgesteld?

Of jij osteopenie/osteoporose hebt, stellen we vast met een botmeting. We onderzoeken dan de botmassa. In medische termen wordt dit een DEXA scan met VFA genoemd. Dit is een veilig en pijnloos onderzoek en wordt gedaan op de afdeling radiologie Bernhoven Uden.

DEXA-scan met VFA

De afkorting DEXA staat voor Dual Energy X - ray Absorptiometry. De afkorting VFA staat voor Vertebral Fracture Assessment en is een wervelhoogtemeting. Dit geeft informatie over de wervelstructuur.

Meestal worden de heup en de lendenwervels (LWK) gemeten. De gemeten botdichtheid wordt vergeleken met waarden die, in het algemeen, horen bij je leeftijd en geslacht. De waarden worden weergegeven in een T - score. De T - score geeft aan hoe jouw botdichtheid is in vergelijking met die van een gezonde vrouw / man van 35 jaar.

Wat betekent de uitslag?

  • Bij een uitslag van: T - score tussen de + 1 en - 1 is alles prima

  • Bij een uitslag van: T - score tussen de - 1 en - 2,5 is er sprake van osteopenie (verminderde botmassa)

  • Bij een uitslag van: T - score vanaf - 2,5 is er sprake van osteoporose

Leefregels bij osteopenie

Als je verhoogde kans hebt op osteopenie, kun je zelf bijdragen aan het voorkomen of verminderen van klachten. Hieronder staan de 4 leefregels die van belang zijn bij mensen met osteopenie en osteoporose.

1. Beweeg regelmatig

Het verlies van botmassa kan vertraagd worden door lichaamsbeweging.

30 minuten per dag bewegen is daarom belangrijk. Het gaat beslist niet om sporten op topniveau. Elke vorm van lichaamsbeweging is zinvol. Beweging waarbij je lichaam met zijn eigen gewicht wordt belast, heeft het grootste effect. Denk hierbij aan wandelen, traplopen, werken in het huishouden en tuinieren.

Gewichtsondersteunende lichaamsbeweging, zoals zwemmen en fietsen, heeft minder effect. Vooral zwemmen is minder effectief, omdat het lichaam dan niet echt wordt belast; het wordt gedragen door water. Wel maakt zwemmen de spieren en gewrichten los, zeker zwemmen in warm water.

2. Eet gezond en zorg voor voldoende calcium

Het innemen van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid calcium (kalk) is van belang voor de opbouw en instandhouding van de botmassa.

Op latere leeftijd is calcium vooral belangrijk, omdat het lichaam dan minder calcium opneemt.

Aanbevolen wordt om 1000 mg à 1200 mg calcium per dag in te nemen. Dit bereik je als je, naast de basisvoeding, 3 of 4 zuivelconsumpties per dag gebruikt.

Een zuivelconsumptie kan bestaan uit:

    • vla, (soja)melk, karnemelk, kwark of yoghurt

    • kaas als broodbeleg

    • ook peulvruchten, groenten en noten leveren calcium

Het maakt niet uit of je magere, halfvolle of volle producten gebruikt: de hoeveelheid
calcium is nagenoeg gelijk.

Aanvulling op je voeding:
Het kan zijn dat het je toch niet lukt om voldoende calcium in te nemen. Dan is het verstandig een voedingssupplement te gebruiken dat zorgt voor aanvulling van de hoeveelheid calcium.

Bij dagelijks gebruik van 0 tot 1 zuivelconsumptie: advies 1000 mg (1 gram) calcium aanvullen.

Bij dagelijks gebruik van 2 tot 3 zuivelconsumpties: advies 500 mg calcium aanvullen.

3. Voldoende vitamine D (D3)

Het lichaam heeft vitamine D nodig voor de stevige botten. Vitamine D zorgt ervoor dat calcium uit de voeding beter in het bloed en in de botten wordt opgenomen. Een tekort aan vitamine D gaat gepaard met versneld botverlies. De belangrijkste bron van vitamine D is zonlicht. Onder invloed van het zonlicht maakt onze huid vitamine D aan, mits we elke dag minstens 30 minuten buiten zijn. Vitamine D zit daarnaast vooral in (vette) zeevis, zoals haring en makreel. Een vitamine D - tekort komt op oudere leeftijd veel voor. Het kan gepaard gaan met spierpijn en spierzwakte, waardoor de kans op vallen toeneemt.

Advies:
50 jaar en ouder na een botbreuk gebruik dagelijks 20 microgram (800 IE) vitamine D.

4. Wees matig met alcohol, koffie, thee en cola

Door alcohol verliest je lichaam wat meer calcium via de urine (net als door cafeïne in koffie, thee en cola). Het algemene advies is om geen alcohol te drinken, in elk geval niet meer dan één glas per dag. 

5. Stop met roken

Nicotine remt de aanmaak van nieuwe botcellen die nodig zijn om je botten sterk te houden. Stoppen met roken helpt daarom enorm om (verder) botverlies te voorkomen. Ook passief meeroken (tabaksrook) heeft invloed op de botten. Bespreek met je huisarts of je te veel alcohol of tabaksproducten gebruikt.

Heb je nog vragen?

De tekst in deze brochure is een aanvulling op jouw gesprek met de verpleegkundige osteoporosezorg. Deze algemene informatie kan niet altijd recht doen aan iedere individuele situatie. Heb je na het lezen ervan nog vragen of wil je meer informatie, dan kun je contact opnemen met jouw huisarts.

Ook kun je terecht bij de Osteoporose Vereniging. De Osteoporose Vereniging is de landelijke patiëntenorganisatie voor osteopenie - en osteoporosepatiënten.

Postbus 418
2000 AK Haarlem
www.osteoporosevereniging.nl  
info@osteoporosevereniging.nl

Osteoporosespreekuur

Het osteoporosespreekuur in Bernhoven vindt plaats op de polikliniek interne geneeskunde. Ons telefoonnummer is: 0413 - 40 22 70.