Skip to Content

Prostaatkanker (persoonlijk informatie dossier)

Als je te maken krijgt met kanker of je bent bang bent dat je kanker hebt, kan dat een zeer ingrijpende gebeurtenis zijn. Het is dan belangrijk om goed op de hoogte te zijn van wat de ziekte inhoudt en welke onderzoeken en behandelingen mogelijk zijn. In deze folder lees je meer over prostaatkanker en de zorg die Bernhoven hierbij biedt.

Wat is de prostaat?

De prostaat is een klier die zich rondom de urinebuis bevindt onder de urineblaas. De prostaat is ongeveer zo groot als een kastanje, weegt 10 à 15 gram aan het einde van de puberteit en kan in de loop der jaren toenemen in grootte.

De prostaat produceert prostaatvocht dat samen met de zaadcellen tijdens een zaadlozing via de plasbuis naar buiten komt (sperma). Het prostaatvocht zorgt ervoor dat de spermacellen in leven blijven en beweeglijk zijn. De prostaat maakt ook het prostaat specifiek antigeen ofwel PSA. Dit is een eiwit dat grotendeels wordt uitgescheiden via de zaadlozing. Een klein deel van dit PSA komt in de bloedbaan terecht en kan worden gemeten d.m.v. bloedonderzoek. Dat onderzoek heet een PSA test.

De werking van de prostaat wordt beïnvloed door mannelijke hormonen (testosteron), die worden aangemaakt in de teelballen en in een klein deel van de bijnieren. Testosteron beïnvloedt de groei van de prostaat en de aanmaak van prostaatvocht. Na het dertigste levensjaar wordt onder invloed van hormonale verandering, bij de meeste mannen de prostaat langzaam groter. Door het toenemen van de weerstand in de uitgang van de blaas door prostaatvergroting en blaashalsvernauwing, kan het legen van de blaas moeilijker worden, hierdoor kunnen dus plasklachten ontstaan. Plasklachten komen regelmatig voor bij mannen op oudere leeftijd en ontstaan meestal door een goedaardige vergroting van de prostaat.

Toch zijn de klachten vaak wel een reden om verder onderzoek te doen. Je huisarts kan door middel van zijn vinger via de anus voelen (rectaal toucher) hoe groot je prostaat is en een bloedonderzoek (PSA test) laten doen. Naar aanleiding van de klachten en de uitslagen verwijst hij je zo nodig door naar de uroloog.

Wat is prostaatkanker?

Een lichaam bestaat uit miljarden cellen. Dagelijks sterven cellen af, en worden door celdeling weer vernieuwd. Zo kunnen bijvoorbeeld wonden genezen. Een enkele keer slaat deze celdeling op hol en ontstaat er een gezwel oftewel een tumor. Er zijn goedaardige en kwaadaardige gezwellen. Goedaardige gezwellen groeien niet door andere weefsels heen en ze verspreiden zich niet door het lichaam. Een kwaadaardig gezwel kan door omliggende weefsels heen groeien. Uitzaaiingen zijn cellen die zijn losgelaten van een kwaadaardige tumor, elders in het lichaam terecht komen en daar verder groeien als kwaadaardige tumoren. Een uitzaaiing wordt ook wel een metastase genoemd. Prostaatkanker is een kwaadaardige tumor in de prostaat die door kan groeien in de omgeving en kan uitzaaien via bloed en lymfe naar o.a. lymfeklieren en botten. Uitzaaiingen ontstaan meestal pas in een later stadium van de ziekte.

Prostaatkanker komt vrij veel voor, maar groeit meestal heel langzaam. In Nederland wordt jaarlijks bij ongeveer 9.000 mannen de diagnose prostaatkanker vastgesteld. Ruim 70% van deze mannen is 65 jaar of ouder. Bij zeer oude mannen komt het nog vaker voor, maar omdat het zo langzaam groeit hebben de meesten van hen er geen of heel weinig last van. De kans om te overlijden aan prostaatkanker is dan ook veel kleiner dan overlijden aan een andere oorzaak.

Over de oorzaak van prostaatkanker is nog maar weinig bekend. Mogelijk spelen mannelijke hormonen en milieufactoren een rol, maar wetenschappelijk is dat niet bewezen. In 5 tot 10% van de mannen met prostaatkanker speelt erfelijke aanleg een rol. Van erfelijke aanleg is sprake wanneer bij twee of meer direct verwante familieleden (broer, vader, neef, oom, grootvader) prostaatkanker is vastgesteld en of de leeftijd 55 van de direct verwant familieleden boven of onder de 55 lag toen zij prostaatkanker kregen.

Prostaatkanker wordt in ieder geval niet veroorzaakt door:

  • Zelfbevrediging (masturbatie)
  • Sterilisatie (vasectomie)
  • Wisselende seksuele contacten
  • Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa), dus ook niet door aids of HIV
  • Bovendien is prostaatkanker is niet besmettelijk

Om prostaatkanker te kunnen vaststellen zijn diverse onderzoeken mogelijk. De uroloog geeft aan welke onderzoeken voor u nodig zijn om een goede diagnose te kunnen stellen. Hieronder een korte uitleg van een aantal van deze onderzoeken.

Diagnostiek

Diagnostiek ofwel nader onderzoek is nodig om te kijken of je echt prostaatkanker hebt.

Rectaal toucher

Bij een rectaal toucher voelt de uroloog met een vinger via de anus of de prostaat afwijkingen vertoont.

Bloedonderzoek

Hierbij wordt het PSA gehalte in jouw bloed gemeten. Normaal komt dit in een kleine hoeveelheid voor in het bloed (waarde van 0 tot 4). Een verhoogd PSA zou een aanwijzing kunnen zijn voor prostaatkanker. Wanneer de waarde verhoogd is, kan verder onderzoek gewenst zijn.

Echografie van de prostaat

Door middel van geluidsgolven maken we organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kunnen we bepalen hoe groot de prostaat is. Zo kan soms ook een tumor van de prostaat in beeld worden gebracht. Wil je meer weten over wat een echografie is, lees dan onze folder Echografie algmeen.

Bioptie, ofwel punctie van de prostaat

Tijdens een echografie van de prostaat via de anus, kunnen we kleine stukjes weefsel op verschillende plaatsen uit de prostaat wegnemen met een punctienaald. Dit weefsel sturen we opgestuurd naar de patholoog die het onderzoekt op aanwezigheid van kwaadaardige cellen. Het duurt maximala 10 dagen tot er een uitslag is.

Wanneer uit de onderzoeken blijkt dat er sprake is van prostaatkanker is het mogelijk dat de uroloog nog meer aanvullende onderzoeken wil laten doen. Dit om na te gaan hoe ver de tumor zich heeft uitgebreid en of er sprake is van uitzaaiingen. Je krijgt dan een MRI-onderzoek op de afdeling radiologie.

De volgende onderzoeken zijn mogelijk:

MRI scan

Hierbij gebruiken we sterke magneet- en radiogolven. Deze golven wekken signalen op die worden opgevangen door een antenne. Een computer zet deze signalen om in beelden. De beelden laten doorsneden van het te onderzoeken lichaamsdeel zien waardoor de tumor en/of eventuele uitzaaiingen in beeld kunnen worden gebracht. Het is een pijnloos en ongevaarlijk onderzoek. In de folder MRI-onderzoek van de prostaat lees je hier meer over.

CT-scan thorax / abdomen

CT staat voor computer tomografie. Bij een CT onderzoek maken we met behulp van röntgenstralen en contrastvloeistof doorsnede-foto’s. Deze foto’s geven informatie over de vorm, structuur en ligging van de inwendige organen of weefsels in het te onderzoeken lichaamsgebied waardoor eventuele uitzaaiingen in beeld kunnen worden gebracht. In de folder CT-onderzoek algemeen lees je meer over de CT-scan.

Skeletscan (botscan)

Met behulp van een radioactieve stof die wordt toegediend via een bloedvat maken we eventuele uitzaaiingen in de botten zichtbaar. Dat gebeurt tijdens een botscan ofwel skeletscintigrafie.

Zeldzame onderzoeken:

Choline PET/ CT

Eerst maken we een CT scan. Daarna worden met behulp van een radioactieve stof dat we inbrengen via een bloedvat de veranderingen in de stofwisseling van cellen in beeld gebracht.

PCA-3 test

Na het bevoelen van de prostaat wordt de eerste urine opgevangen en onderzocht. Met deze test krijgen we een aanwijzing of er mogelijk kwaadaardige cellen aanwezig zijn. Overigens is er een kans dat deze test niet wordt vergoed door de zorgverzekeraar.

 

Registratie van kanker

Als je in het ziekenhuis krijgt te horen dat je kanker hebt, leggen artsen en verpleegkundigen jouw medische gegevens vast in een dossier. Dat moet volgens de wet. Sommige van die gegevens worden opgenomen in de onafhankelijke databank van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Met deze gegevens wordt onderzoek gedaan naar kanker. Doel is om de behandelingen nog beter te maken.  Het integraal kankercentrum Nederland (IKNL) heeft hierover een folder gemaakt: Registratie en kanker 

Behandelplan

Wanneer prostaatkanker is vastgesteld wordt een behandelplan opgesteld. De inschatting hoe de ziekte bij jou gaat verlopen, speelt hierbij een belangrijke rol. Om tot een goede behandeling te komen zijn verschillende gegevens belangrijk:

  • Het PSA gehalte
  • De agressiviteit van de prostaatkanker (Gleasonscore)
  • De uitgebreidheid van de tumor (tumor stadium)
  • De plaats en grootte van de uitzaaiingen (stadium van de ziekte)
  • Je algemene lichamelijke conditie en andere op dat moment aanwezige aandoeningen (zoals hart- en vaatlijden, suikerziekte etc.)
  • Je leeftijd
  • Eigen voorkeur voor bepaalde behandeling

Een behandeling kan zijn:

Curatief: Dat betekent dat deze behandeling als doel heeft dat je van de prostaatkanker geneest.

Palliatief: De prostaatkanker is niet meer te genezen maar we proberen de klachten te verminderen en de ziekte af te remmen.

Adjuvant: Dat betekent ‘aanvulling’ en wel een aanvulling op een, in opzet, curatieve behandeling om zo de kans op genezing te vergroten.

Voorop staat natuurlijk dat de behandeling de best mogelijke kansen op herstel moet geven. Ongeveer 70% van de mannen bij wie prostaatkanker wordt vastgesteld komt in aanmerking voor een curatieve behandeling. Dan moet de tumor echter wel beperkt zijn gebleven tot de prostaat en moeten er geen uitzaaiingen zijn.

Met de beschikbare gegevens, verkregen uit de onderzoeken, maakt de arts een inschatting in welk stadium de ziekte bij jou is.  De arts bespreekt met jou welke behandelmogelijkheden er voor jou zijn. Samen zet je alle voor- en tegenargumenten van een behandeling op een rij gezet. Daarna kun je een gesprek krijgen met de casemanager. Met haar of hem en samen met je partner/familie neem je nog eens alles door wat je met de arts hebt besproken.

Verschillende behandelingen

Waakzaam wachten (watchfull waiting/active surveillance)

We starten geen actieve therapie. Dit is een reële mogelijkheid voor een klein deel van de mannen met prostaatkanker met een laag risico. Soms is er de verwachting dat mannen eerder mét de ziekte overlijden dan áán de ziekte. Door deze manier van controleren wordt je niet geconfronteerd met de gevolgen van de behandeling en hou je kwaliteit van leven. Wel blijf je onder regelmatige controle om het verloop van de ziekte nauwkeurig te volgen. Dat gebeur door PSA controle en een rectaal toucher om de 3 à 6 maanden. Na circa 1 jaar en na circa 3 jaar, na de diagnose, kunnen er opnieuw stukjes weefsel uit de prostaat worden genomen, soms na een aanvullende MRI scan. Zo houden we de ontwikkeling van de tumor in de gaten. Als we zien dat de prostaatkanker toeneemt, kan op een later tijdstip alsnog een operatie of bestraling volgen.

Chirurgische ingreep (radicale prostatectomie)

Tijdens deze operatie haalt de chirurg de prostaat helemaal weg. In sommige gevallen ook de lymfklieren. Daarna maakt de chirurg een nieuwe verbinding tussen de blaas en de plasbuis. Het weggenomen weefsel wordt opgestuurd voor onderzoek. Het duurt ongeveer een week voordat de uitslag hiervan bekend is. Deze operatie kan doormiddel van een snee in de onderbuik (open radicale prostatectomie), door middel van een kijkoperatie (laparoscopische radicale prostatectomie) of door middel van een kijkoperatie met behulp van een robot. Het gaat hier om een, in opzet, curatieve behandeling. Meer hierover lees je in de folder Prostaatoperatie partieel

Pelviene Lymfeklierdissectie (laparoscopische)

Soms wordt, voordat een bepaalde behandeling gestart kan worden, eerst via een operatie gekeken of er uitzaaiingen zijn in de lymfklieren van de onderbuik. Dit kan via een (kleine) snee in de onderbuik of met een kijkoperatie. In beide gevallen onderzoekt de patholoog het weggenomen weefsel op aanwezigheid van uitzaaiingen.

Radiotherapie (bestraling)

Bestraling is een behandeling met als doel de kankercellen te vernietigen en het omliggende weefsel zoveel mogelijk te sparen. Kankercellen kunnen straling slecht verdragen en herstellen er slecht van. Voor de start met de therapie zijn voorbereidingen nodig. De radiotherapeut (arts die gespecialiseerd is in het behandelen van kanker door middel van bestraling) bespreekt uitvoerig de behandeling met je. Niet alleen over hoe die verloopt maar ook hoeveel bestralingen nodig zijn en wat de te verwachten bijwerkingen zullen zijn. Bestralen kan zowel uitwendig als inwendig (brachytherapie) plaatsvinden.

  • Bij uitwendige bestraling wordt de prostaat van buitenaf bestraald. Over het algemeen duurt een behandeling 6 à 7 weken, met een regelmaat van 4 à 5 keer per week. Per keer krijg je gedurende enkele minuten een dosis straling. Dit is meestal een curatieve behandeling. Soms wordt uitwendige bestraling in combinatie met een andere behandeling gedaan.
  • Bij inwendige bestraling, brachytherapie, worden kleine radioactieve bronnen (zaadjes) in de prostaat gebracht. Of deze behandeling mogelijk is, hangt af van de grootte en ligging van de prostaat, van het kankertype en het gehalte PSA. Voor deze procedure is een ziekenhuisopname van 1 à 2 dagen nodig. Brachytherapie is ook een curatieve behandeling.

Hormoontherapie

Prostaatkanker groeit onder invloed van het mannelijke hormoon testosteron. Dit geldt voor alle prostaatkankercellen, ook in de uitzaaiingen. Testosteron wordt gemaakt in de teelballen en bijnieren. De hypofyse (een klier in de hersenen) produceert een hormoon dat de teelballen aanzet testosteron aan te maken. Door de invloed van het hormoon testosteron uit te schakelen, remt de groei van de prostaatkankercellen. Dit kan operatief of met medicijnen.

  • Operatief: Het verwijderen van de teelballen waar het testosteron wordt geproduceerd (orchidectomie of chirurgische castratie).
  • Medicatie: Sommige medicijnen blokkeren de werking van testosteron, andere medicijnen leggen de hormoonproductie van de hypofyse stil. Soms krijg je een combinatie van medicijnen. Als je met het innemen van de medicatie stopt, komt de testosteron productie meestal weer op gang. Na een operatie waarbij de teelballen verwijderd zijn, kan dat niet meer.

Soms gebruiken we hormoontherapie om de werking van radiotherapie te verhogen (aanvullende behandeling). Hormoontherapie wordt ook wel gestart als blijkt dat je niet tumorvrij blijkt te zijn na de operatie of de radiotherapie. Dan proberen we de groei van de prostaatkankercellen te remmen en daarmee de klachten te verminderen (palliatieve behandeling).

Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling van kanker met celremmende middelen (cytostatica). Cytostatica verspreid zich via het bloed door het lichaam en kan de kankercellen op vrijwel iedere plaats bereiken. De medicatie kan per infuus, tablet of injectie worden gegeven. Als de behandeling aanslaat, kan de ziekte worden afgeremd wat kan leiden tot een langere levensduur en betere kwaliteit van leven. Chemotherapie is uitsluitend een palliatieve behandeling.

Nieuwe ontwikkelingen

Er zijn nog enkele behandelingen waarover nog weinig gegevens bekend zijn betreffende de uitkomsten op lange termijn.

HIFU: Met gebruik van ultrasone geluidsgolven wordt prostaatweefsel in trilling gebracht. Door de warmte die hierbij ontstaat worden de prostaatkankercellen gedood.

Cryotherapie: Met behulp van naalden in de prostaat worden door bevriezing van het prostaatweefsel de prostaatkankercellen gedood.

Afzien van behandelen

Wanneer je twijfelt of behandelen wel zin heeft, bespreek dit dan met de arts. Je hebt altijd het recht om af te zien van (verder) behandelen. Welk besluit je ook neemt, je arts blijft altijd de noodzakelijke medische zorg en begeleiding geven om de hinderlijke gevolgen van de ziekte zoveel mogelijk te behandelen. Het zou kunnen zijn dat last van de ziekte of de mogelijke bijwerkingen of gevolgen van de behandeling niet (meer) opwegen tegen de te verwachte resultaten. Het doel van de behandeling speelt hierbij een belangrijke rol en natuurlijk ook of de behandeling curatief, palliatief of aanvullend bedoeld is.

  • Bij een curatieve behandeling accepteer je waarschijnlijk meer bijwerkingen of gevolgen.
  • Wanneer het advies een palliatieve behandeling is, speelt kwaliteit van leven een belangrijke rol bij het nemen van een beslissing.
  • Bij een aanvullende behandeling speelt de afweging of de belasting van een behandeling in verhouding staat tot het verwachte beloop zonder deze behandeling.

Seksualiteit

Kanker en de behandeling(en) daarvan kunnen invloed hebben op je seksuele leven. Vroeg of laat krijgt een aantal mannen in het verloop van hun ziekte daarmee te maken. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Je kunt bijvoorbeeld erectiestoornissen krijgen door beschadigingen aan zenuwen en/of bloedvaten door de operatie of bestraling. Door hormonale therapie kan de zin in vrijen verdwijnen, soms is dan het emotioneel en lichamelijk ook moeilijk om zin op te brengen om te vrijen.

Erectiestoornissen als gevolg van beschadiging

  1. Afhankelijk van de ernst van de beschadigingen kunnen deze problemen verholpen worden door bijvoorbeeld tabletten. De zenuwbanen en bloedvaten moeten nog wel (gedeeltelijk) werken. Ze zorgen ervoor dat het krijgen van een erectie makkelijker gaat, maar werken alleen wanneer een kleine erectie nog aanwezig is.
  2. vacuum pomp +/- ring
  3. Bij complete beschadiging van de zenuwbanen zou een injectie in een zwellichaam van de penis kunnen helpen. Het gebruik van dit middel is alleen zinvol wanneer de bloedvoorziening van/naar de penis niet beschadigd is. Het wordt voor de gemeenschap in de penis geïnjecteerd en de erectie kan hierdoor ruim een uur, soms langer, aanhouden.

Een nadeel van deze middelen kan zijn dat het enige tijd van te voren moet worden gebruikt en je de seksuele activiteiten dus moet plannen. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat je deze medicijnen zelf moet betalen.

Erectiestoornissen als gevolg van hormoontherapie of chirurgische castratie

Testosteron zorgt voor het seksuele verlangen (libido). Door de hormoontherapie is er een laag testosteron gehalte en na een chirurgische castratie is er géén testosteron meer in het bloed. Dit zorgt voor verliest van zin/lust in seks (libidoverlies). Het verminderen of ontbreken van libido heeft gevolgen voor het krijgen van een erectie. Geen zin meer hebben in seks kan zowel voor jou als je partner als een verlies worden gevoeld.

Erectiestoornissen als gevolg van emotionele en of lichamelijke belasting

De erectieproblemen kunnen ook het gevolg zijn van onzekerheid over het eigen lichaam of relatieproblemen. Het is belangrijk om eerlijk met je partner te praten over de veranderde situatie. Het zou ook kunnen dat je door de ziekte erg vermoeid bent of pijn hebt en het niet op kan brengen om te vrijen.

Het helpt soms om het vrijen te plannen op momenten dat het beter uitkomt en je minder moe bent. Het kan ook helpen als je bij pijn medicijnen neemt om de klachten te verminderen. Bedenk dat er ook andere mogelijkheden voor intimiteit zijn..

Naast medicatie zijn er nog andere hulpmiddelen die kunnen helpen met het hebben van gemeenschap. Veel mannen trekken het zich aan een erectie probleem te hebben, en schamen zich hiervoor. Het kan gevoelens van machteloosheid geven en dit kan weer leiden tot somberheid of depressie. Je relatie zou onder druk kunnen komen staan. Soms is het raadzaam hulp in te schakelen van een psycholoog of seksuoloog.

Hoe moeilijk ook, aarzel niet om je problemen te bespreken met de arts of verpleegkundige. Zij kunnen je verder helpen met de juiste informatie, tips of eventueel door te sturen naar een andere hulpverlener.

Incontinentie

Behandeling van prostaatkanker door operatie of bestraling kan samen gaan met plasklachten. Een van die klachten kan ongewild urineverlies (incontinentie) zijn, bijvoorbeeld urineverlies bij drukverhogende momenten zoals hoesten, persen, zwaar tillen. Dit kan vooral vlak na de operatie dgebeuren. Ook komt drangincontinentie voor na bestraling, dat is de plotselinge drang om te plassen en niet uit kunnen stellen. Het is een veel voorkomende klacht. Vaak zijn deze klachten niet blijvend van aard. Ze gaan over of worden in de loop van de tijd minder. Het beïnvloedt hoe dan ook je dagelijks functioneren.

Om deze last tot een minimum te beperken, krijg je al vrij snel informatie en materiaal om je hierin te ondersteunen. Ook bestaan er een aantal effectieve behandelingen voor incontinentie. Je kunt denken aan bekkenbodemfysiotherapie, medicijnen of een operatie. Welke behandeling voor jou geschikt is, bespreek je met de behandelend arts. Zou dat een operatie zijn, dan krijg je van tevoren begeleiding van een fysiotherapeut.

Daarnaast kun je altijd in gesprek gaan met een van onze continentieverpleegkundigen. Zij kunnen je adviseren en op zoek gaan naar de best mogelijke oplossing voor jou. Mocht je dat willen, dan maken wij een afspraak voor je.

Begeleiding en advies

Spanning en onzekerheid

Het duurt een tijd eer je alle nodige onderzoeken hebt gehad en de aard en het stadium van je ziekte bekend is. Waarschijnlijk heb je vragen over de aard van je ziekte, het verloop en de behandelmogelijkheden. Vragen waarop tijdens de periode van onderzoeken nog geen antwoorden zijn. Dat brengt een zekere spanning en onzekerheid met zich mee. Niet alleen bij jou maar ook bij je naasten. Het kan helpen als je weet wat er bij de verschillende onderzoeken gaat gebeuren. Die informatie krijg je niet altijd vanzelf. Als je denkt dat je iets mist, je wilt meer weten, kortom welke vragen je ook hebt: blijf er niet mee zitten. Aarzel niet en stel alle vragen die je hebt aan de behandelaars op de verschillende afdelingen waar je voor onderzoek terecht komt.

Casemanagement urologie in Bernhoven

Krijg je te maken met prostaatkanker, dan maak je kennis met de casemanager. Hij of zij informeert over de ziekte, legt uit hoe de onderzoeken verlopen en waarom ze nodig zijn en over allerlei andere zaken die belangrijk zijn. Je krijgt ook een Persoonlijk Informatie Dossier (PID), waarin je de belangrijkste informatie na kunt lezen.

De casemanagers van de poli urologie werken op verschillende dagdelen. Als je contact wilt met een casemanager, bel dan gerust naar het algemeen nummer van het ziekenhuis en zeg dat je graag doorverbonden wilt worden met de poli urologie. Soms gebeurt het dat we vragen je naam en telefoonnummer achter te laten zodat we op een rustiger tijdstip terug kunnen bellen.

Kanker zet je leven op z'n kop. Niets lijkt meer zeker. Toekomstplannen en carrière staan van de ene op de andere dag op losse schroeven. Je rol in het gezin, in je relatie, alles verandert. Allemaal factoren die je zelfvertrouwen een enorme deuk kunnen geven.

De draad weer oppakken

In het eerste jaar ben je voornamelijk bezig met overleven. Operatie, bestralingen, hormoontherapie of chemotherapie eisen een zware tol. Daarna breekt een andere fase aan. Een fase van weer terugkeren naar het 'normale' leven. Weer je plek innemen in gezin en maatschappij. Dat valt lang niet altijd mee, want de ziekte kan je lichamelijk en geestelijk een behoorlijke klap geven. Je lichaam heeft je in de steek gelaten en is nu anders dan voorheen. Je voelt je misschien minder aantrekkelijk en onzeker. Misschien ben je nog heel boos over het feit dat dit uitgerekend jou heeft getroffen. Of verdrietig. Of angstig en onzeker over wat nog komen gaat. In alle gevallen is het niet eenvoudig om de draad van het leven weer op te pakken. Mensen in de omgeving begrijpen dit niet altijd, want in hun ogen heb je geluk gehad dat je nog leeft en mag je blij zijn dat je weer verder kunt. Dit kan tot onbegrip en misverstanden leiden, terwijl je juist in deze tijd de steun van anderen hard nodig hebt. Probeer dit te voorkomen door zelf open een eerlijk over je ziekte en gevoelens te praten. Dat geeft anderen de ruimte om je te begrijpen en met je mee te denken. Hiermee voorkom je dat je geïsoleerd raakt van de mensen om je heen.

Praten is belangrijk

Partners hebben het in deze tijd ook niet gemakkelijk. Van hen wordt verwacht dat ze er zijn als een rots in de branding. Maar velen weten ook niet goed hoe ze met de situatie om moeten gaan. Sommige partners zijn inderdaad die rots, terwijl anderen zich op hun werk storten en afstandelijk zijn. Het is aan jou om duidelijk te zijn en te zeggen wat je wel en niet wilt. Om hem of haar deelgenoot te maken van je angsten en twijfels valt niet altijd mee. Zeker niet als jij of je partner niet van die praters zijn. Misschien voel je je niet meer zoals je was en weet je niet goed hoe je het aan moet pakken. Probeer het in ieder geval en praat met elkaar. Alleen zo kom je er samen goed doorheen. Wees ook eerlijk en open naar je kinderen. Als je hen wilt ontzien en zo min mogelijk vertelt, maak je ze alleen maar onzekerder en banger. Heb je weinig mensen in je omgeving met wie je over je gevoelens kunt praten, dan bestaat de mogelijkheid van lotgenotencontact. Het kan enorm veel steun en houvast geven om met iemand te praten die hetzelfde heeft doorgemaakt. Een lotgenoot begrijp je in dit stadium vaak beter omdat hij precies weet hoe je je voelt. Dat kan een enorme opluchting zijn.

Lotgenotencontact in Bernhoven

Prostaatkankerstichting

De Prostaatkankerstichting is de patiëntenorganisatie die lotgenotencontact biedt, voorlichting geeft en de belangen behartigt van prostaatkankerpatiënten en hun naasten. Bernhoven organiseert regelmatig, in samenwerking met de Prostaatkankerstichting, inloopochtenden om op deze manier met lotgenoten in contact te kunnen komen. www.prostaatkankerstichting.nl

Psychosociale begeleiding

De confrontatie met de diagnose kanker kan een ingrijpende ervaring zijn voor patiënten en hun naasten. Vaak worden mensen in eerste instantie overspoeld door emoties zoals verdriet, angst, machteloosheid, onzekerheid en boosheid. Tegelijkertijd raak je in een stroomversnelling van medische behandelingen en kom je niet altijd toe aan de emotionele verwerking. Hierdoor komt de verwerking meestal later op gang, wat op zich een normaal proces is. Het helpt ook om de situatie in het begin goed aan te kunnen. Door je te concentreren op de behandeling krijg je het gevoel enige controle te hebben en iets te kunnen doen (in een voor jouw gevoel machteloze situatie).

De eerste heftige emoties krijgen gaandeweg een plek. Meestal  lukt het met behulp van naasten een manier te vinden om met de ingrijpende ervaring om te gaan. Soms kan het gebeuren dat het niet goed lukt om de emoties een plaats te geven.  Dat vertraagt het verwerkingsproces. Het kan je hinderen in het dagelijkse functioneren. Denk aan klachten als voortdurende angst en paniek, langdurige somberheid of het niet kunnen stoppen met piekeren. Er kunnen problemen ontstaan in relatie tot je naasten; verwerkingsprocessen kunnen verschillend verlopen of het lukt niet goed om in gesprek met elkaar te komen. Ook kun je erg alleen zijn en niemand hebben die je kan steunen. Als jij of je naasten dreigen vast te lopen in het omgaan met de ziekte en de behandeling kun je hulp krijgen van gespecialiseerde medewerkers in Bernhoven.  Samen met de casemanager kijk je regelmatig met behulp van het meetinstrument ‘Lastmeter’  naar de last die je lichamelijk, sociaal en psychisch ervaart van de situatie waar je nu in zit. In overleg met je behandelaar of casemanager is doorverwijzing naar maatschappelijk werk of een psycholoog mogelijk. Lees daarover meer in de folder psychosociale begeleiding van mensen met kanker

Oncologie en revalidatie

Blijven bewegen 

Het is belangrijk om voldoende te bewegen. Mensen die veel bewegen zijn fit en verdragen de behandelingen beter. Positieve effecten van meer bewegen zijn o.a.

  • minder vermoeidheid
  • meer energie
  • beter slapen
  • minder stress

Op weg naar herstel

Je voelt je onder andere beter, omdat je door meer te bewegen lichamelijk fitter bent. Een bijkomend voordeel is dat mensen sneller opknappen, waardoor ze weer sneller hun dagelijks activiteiten kunnen oppakken. Om voldoende te bewegen hoef je echt geen lid te worden van een sportclub. Dagelijks een half uur stevig wandelen is al genoeg. Meer mag natuurlijk ook, want hoe meer je beweegt, hoe beter je je vaak voelt. Dat komt omdat er door intensief bewegen bepaalde stoffen in je hersens vrijkomen, waar je je prettiger door voelt.

Tijdens de aanvullende behandelingen zoals radiotherapie of chemotherapie kun je veel last hebben van vermoeidheid. Steeds meer wordt het duidelijk dat fysiek actief blijven tijdens de behandeling, hoe pittig ook, van heel veel waarde is. Echter: onzekerheid over wat kan en mag qua lichamelijke beweging, het bewaken van grenzen en angst om over te belasten zorgen voor vragen. Bespreek dit met de casemanager, het is mogelijk om de afdeling fysiotherapie in te schakelen. `meer hierover lees je in deze folder: Bewegen tijdens chemotherapie (Onco-Move, inleiding & instructieboekje)

In het ziekenhuis houden we regelmatig speciale informatie avonden voor mensen die zijn behandeld voor kanker. Daarnaast werken we samen met fysiotherapeuten uit de regio die geschoold zijn voor oncologische zorgvragers. www.fyneon.nl Vraag de casemanager gerust om meer informatie.