Skip to Content

Röntgenonderzoek van de grote lichaamsader (vena cava) met evt. stentplaatsing

Uw behandelend arts heeft voor u een röntgenonderzoek van uw grote lichaamsader aangevraagd. In medische termen wordt dit onderzoek ook wel angiografie genoemd. Bij dit onderzoek worden, met behulp van contrastvloeistof, röntgenfoto's gemaakt van de bloedvaten. Op de foto’s zijn eventuele afwijkingen van de bloedvaten zichtbaar.

De informatie in de folder is algemeen van aard. Dat wil zeggen dat de onderzoeken beschreven zijn zoals ze meestal verlopen. Het kan zijn dat de radioloog een andere methode kiest, die beter aansluit bij uw situatie. Ook risico’s en bijwerkingen zijn in algemene zin beschreven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een radioloog (medisch specialist) en een radiologisch laborant.

Zijn er risico’s of complicaties?

De hoeveelheid röntgenstralen die wordt gebruikt bij het maken van foto’s is zo weinig dat de kans op schadelijke effecten heel klein is, ook als u meerdere onderzoeken heeft ondergaan. Het contrastmiddel kan in een zeer zeldzaam geval een allergische reactie geven. Na het onderzoek kan een blauwe plek op de aanprikplaats ontstaan. Dit is vervelend, maar trekt na verloop van tijd vanzelf weg.

Tijdens het plaatsen van de stent komt er spanning op de vaten te staan. Hierdoor kan een bloedpropje losraken of een bloedvat scheuren. Deze complicaties komen zelden voor en worden meestal ter plekke opgelost.

In een enkel geval kan, op de plaats waar de katheter is ingebracht, een nabloeding optreden. Als een nabloeding optreedt, is dit vrijwel altijd binnen vier uur na de behandeling. Door de aanprikplaats opnieuw af te drukken en te verbinden stopt de bloeding weer. De specialist die het onderzoek heeft geadviseerd, weegt altijd de kans op complicaties af tegen de voordelen van de informatie die een angiografie geeft.

Contrastmiddel

Algemeen

  • Voor het onderzoek is het nodig om contrastmiddel in uw bloedbaan te spuiten.
  • Moderne jodiumhoudende contrastmiddelen zijn veilige middelen, waarbij slechts zelden bijwerkingen worden gezien.
  • Wanneer bij eerder onderzoek is gebleken dat u overgevoelig bent voor jodiumhoudend contrastvloeistof, moet u dit doorgeven aan uw behandelend arts en de laborant die u ophaalt voor het onderzoek.
  • Bij zwangerschap of het geven van borstvoeding geeft het toedienen van het contrastmiddel geen problemen.
  • Het contrastmiddel dat u krijgt tijdens dit onderzoek heeft invloed op eventuele bloeduitslagen. Wanneer u nog bloed moet laten prikken kunt u dit het beste doen vóór het onderzoek of 24 uur na het onderzoek. Lukt dit niet, vertel dan bij het laboratorium dat u een onderzoek met contrastvloeistof heeft gehad.
  • De contrastvloeistof die u krijgt tijdens dit onderzoek heeft mogelijk ook invloed op uitslagen van urineonderzoek. Wanneer u urine bij het laboratorium moet inleveren, kunt u dit het beste doen vóór het onderzoek of 3x 24 uur ná het onderzoek
  • Soms kan de kleine hoeveelheid vrij jodium in de contrastvloeistof een versnelde werking van de schildklier uitlokken. Dit is vooral het geval als uw schildklier al te snel werkt of als u hiervoor behandeld wordt. Het is niet aangetoond dat er geneesmiddelen zijn die dit kunnen voorkómen. Meldt u zich bij tekenen van versnelde schildklierwerking (zoals vermoeidheid, gewichtsverlies, niet verdragen van warmte, transpireren, nerveusheid, hartkloppingen) bij uw internist of huisarts.

Risicogroep

Het contrastmiddel kan bij bepaalde patiëntengroepen een verhoogd risico geven op een allergische reactie of nierschade. Als u in de risicogroep valt, kan het nodig zijn dat extra maatregelen getroffen worden ter voorbereiding op het onderzoek. Hierover wordt u apart geïnformeerd door de aanvrager van het onderzoek en via de folder: 'allergische reactie bij contrastonderzoeken voorkomen' en/of ‘Contrastmiddel en extra voorzorgsmaatregelen’

Hoe bereidt u zich voor?

Opname

Voor dit onderzoek en/of deze behandeling wordt u opgenomen op de afdeling Ambulant Centrum / Dagbehandeling. Van de afdeling Opnameplanning krijgt u, ongeveer één week voor de opname, bericht waar u zich op welke datum en tijd moet melden.

Extra onderzoeken

In verband met het onderzoek van uw bloedvaten kan het zijn dat u vooraf diverse onderzoeken moet laten doen. De assistent van uw behandelend specialist heeft u verteld welke onderzoeken u waar en wanneer kunt laten doen.

Extra drinken

Het is belangrijk om de dag vóór het onderzoek voldoende te drinken.

Bent u beperkt in de hoeveelheid vocht die u per dag mag gebruiken neem dan hierover contact op met uw behandelend arts.

Nuchter

Vanaf twee uur voor het onderzoek mag u niet meer eten, drinken en roken.

Medicijnen

Uw aanvragend arts heeft bij het aanvragen van het onderzoek aangegeven of en hoe u dient te stoppen met bloedverdunnende medicijnen als u deze gebruikt. Is dit voor u niet duidelijk, overleg dan met deze arts. Indien u bij de trombosedienst bekend bent, geef dan tijdig bij hen aan dat en wanneer u dit onderzoek ondergaat.

De volgende medicijnen mag u op de dag vóór en de dag van het onderzoek niet innemen:

-NSAID's (tegen pijn en om ontstekingen te remmen. voorbeelden: Diclofenac, Ibuprofen, Naproxen en Etoricoxib)

Bij vragen hierover verwijzen wij u door naar de aanvrager van het onderzoek.

Zwangerschap

Als u zwanger bent of daar een vermoeden van heeft, neem dan contact op met uw behandelend arts en meldt dit ook vooraf bij de afdeling radiologie.

Onderzoek

Voorbereiding op afdeling Ambulant Centrum / Dagbehandeling

Op de afgesproken dag en tijdstip meldt u zich bij de balie van het Ambulant Centrum / Dagbehandeling. Een verpleegkundige van deze afdeling neemt nog een keertje de gang van zaken met u door. Ter voorbereiding op het onderzoek krijgt u een waakinfuus en medicijnen die u helpen te ontspannen tijdens het onderzoek. In verband met de hygiëne draagt u tijdens de behandeling voorgeschreven ziekenhuiskleding.

Hoe verloopt het onderzoek?

Röntgenonderzoek van de bloedvaten

Zodra u aan de beurt bent, brengt de verpleegkundige u naar de onderzoeksruimte op de afdeling radiologie. In deze ruimte gaat u op de onderzoektafel liggen.

Bijna altijd wordt er gekozen om via de arm het bloedvat aan te prikken, een enkele keer gaat de voorkeur uit naar de lies.

Uw huid worden gedesinfecteerd en u krijgt een steriel laken over uw borst, buik en benen. De huid wordt plaatselijk verdoofd. Vervolgens maakt de radioloog een sneetje in de huid en prikt met een holle naald in de ader. Via deze naald wordt een dun buigzaam slangetje (katheter) in het bloedvat geschoven. Het bewegen van het slangetje door het bloedvat doet geen pijn. Via dit slangetje wordt (zo nodig meerdere malen) contrastvloeistof ingespoten zodat de bloedvaten zichtbaar worden en er gelijktijdig foto’s gemaakt kunnen worden. Tijdens het inspuiten van de contrastvloeistof kunt u het even warm krijgen. Dit is normaal en verdwijnt na één of twee minuten.

Als het onderzoek klaar is wordt het gaatje in de ader dicht gedrukt. Dit duurt 2 tot 5 minuten. Hierna wordt u weer terug naar de verpleegafdeling gebracht.

Stent plaatsen

Een stent is een klein flexibel buisje van gaas, metaal of kunststof. Het is als het ware een versteviging van het bloedvat. Een stent wordt in het lichaam ingebracht en blijft voorgoed geïmplanteerd. De stent hoeft niet vervangen te worden.

Bij het plaatsen van een stent wordt het slangetje dat gebruikt wordt om af te beelden, vervangen door een slangetje met op het einde het flexibel buisje (de stent). Dit slangetje wordt via de ader opgeschoven tot in de vena cava. Vervolgens wordt het buisje vrijgemaakt van het slangetje ofwel geïmplanteerd. Na de implantatie controleert de arts of de stent goed zit. Hiervoor worden opnieuw met behulp van contrastvloeistof foto’s van de bloedvaten gemaakt. Hoe lang de stentbehandeling duurt is moeilijk te zeggen. Dit wordt bepaald door veel individuele factoren.

Hoe lang duurt het onderzoek?

Hoelang het onderzoek duurt hangt sterk af van de situatie. Het röntgenonderzoek van de bloedvaten duurt gemiddeld één à twee uur. Wanneer er ook een stent geplaatst wordt, duurt het onderzoek vanzelfsprekend langer.

Na het onderzoek

Het ingespoten contrastmiddel verdwijnt uit uw lichaam via de nieren en blaas. Het is belangrijk dat u na het onderzoek ook weer extra drinkt! Als u NSAID’s gebruikt, mag u deze de volgende dag weer gebruiken. (NSAID's zijn medicijnen tegen pijn en om ontstekingen te remmen. bijvoorbeeld: Diclofenac, Ibuprofen, Naproxen en Etoricoxib)

Vervoer naar huis

Uw behandelend arts bepaalt hoelang u opgenomen blijft. Als u op de dag van het onderzoek naar huis mag, moet u er voor zorgen dat iemand u komt ophalen. Dit in verband met de medicijnen die u heeft gehad.

Uitslag en advies

De radioloog beoordeelt de foto's en stuurt hiervan een verslag naar uw behandeld arts. U krijgt van uw behandelend arts de uitslag te horen, hiervoor krijgt u een afspraak mee.

Heeft u nog vragen?

Wanneer u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, neem dan gerust contact op met de afdeling radiologie.

Telefoon 0413 - 40 19 62

Polikliniek vaatchirurgie is ook per mail te bereiken: vaatchirurgie@bernhoven.nl