Skip to Content

Serotiniteit (te lang durende zwangerschap)

In deze folder lees je informatie over serotiniteit. Serotiniteit is de medische term voor een te lang durende zwangerschap. Als je na het lezen van deze folder nog vragen hebt, aarzel dan niet deze met jouw gynaecoloog te bespreken.

Serotiniteit

Wat is serotiniteit?

In het begin van de zwangerschap bepaalt de verloskundige of gynaecoloog de 'uitgerekende datum'. Deze datum wordt bepaald aan de hand van het echoscopisch onderzoek vroeg in de zwangerschap bij voorkeur tusen 10 en 12 weken. De meeste kinderen worden niet precies op de uitgerekende datum geboren. Een normale bevalling vindt plaats in de periode van drie weken voorafgaand tot twee weken na afloop van de uitgerekende datum. Als de bevalling 2 weken na de uitgerekende datum niet op gang is gekomen, wordt er gesproken van serotiniteit. Ongeveer 5 tot 10 procent van alle zwangerschappen duurt langer dan 42 weken.

Mogelijke gevolgen

Bij een zwangerschap die langer dan 42 weken duurt, kan het zijn dat de placenta minder goed aan de behoefte van het kind voldoet. De hoeveelheid vruchtwater wordt minder en er is vaker meconiumhoudend vruchtwater. Dit is vruchtwater waarin ontlasting van de baby aanwezig is. De baby kan hier soms last van hebben. In zeldzame gevallen komt het voor dat de baby in nood raakt.

Poliklinische controles

Om eventuele problemen op te sporen en een plan te maken over inleiden danwel afwachten word je door de verloskundige naar de gynaecoloog verwezen. Meestal vindt deze verwijzing plaats rond 41 weken, dus een week na de uitgerekende datum. Het exacte moment van controle is ook afhankelijk van je voorkeur. Tijdens de controle zal de gynaecoloog jou vragen of je de baby goed voelt bewegen. Ook wordt een CTG gemaakt, dit is een onderzoek waarbij de harttonen van de baby geregistreerd worden om te beoordelen of de baby in goede conditie is op dat moment. Verder wordt met behulp van echoscopie de hoeveelheid vruchtwater beoordeeld. Eventueel kan de groei van de baby nog bepaald worden. Hoewel dit voor ons aanwijzing geeft of het op dat moment nog goed gaat met de baby, weten we overigens niet goed of we hiermee voldoende goed kunnen voorspellen of de baby niet alsnog in de problemen gaat komen.

Afwachten of inleiden?

Als alle controles goed zijn en er geen andere zwangerschapsproblemen zijn, kan in overleg met jou gewacht worden totdat de bevalling spontaan begint (tot maximaal 42 weken). In dat geval wordt geadviseerd om de paar dagen een CTG te maken en zonodig de echo te herhalen. Bij afwachten na 41 weken is er niet alleen meer kans dat er meconiumhoudend vruchtwater is, maar ook komt iets vaker een matige start van de baby voor (eventueel met opname van de baby). Het absolute risico op dit probleem is gelukkig wel nog steeds klein.

De gynaecoloog kan je soms adviseren om de bevalling in te leiden als:

  • je minder leven voelt
  • er te weinig vruchtwater is
  • de CTG-registratie niet optimaal is
  • je bijkomende problemen krijgt zoals een stijgende bloeddruk
  • de zwangerschapsduur 42 weken is.

De bevalling

Advies

Bij een bevalling met een zwangerschapsduur van 42 weken (of meer) wordt een ziekenhuisbevalling (klinische bevalling) geadviseerd. Als je in het ziekenhuis bevalt, is de gynaecoloog verantwoordelijk. De bevalling wordt dan meestal begeleid door een verloskundige van het ziekenhuis samen met een verpleegkundige.

De bevalling

Je moet er rekening mee te houden, dat naarmate de zwangerschapsduur verder gevorderd is, de bevalling soms trager verloopt, doordat de weeën niet krachtig genoeg zijn. Het kan dan noodzakelijk zijn de weeën met medicijnen te versterken. Deze medicijnen worden via een infuus toegediend. Tijdens de bevalling in het ziekenhuis wordt de conditie van de baby gecontroleerd met behulp van een CTG. Het CTG wordt via de buik gemaakt als de vliezen nog niet gebroken zijn. Wanneer de vliezen wel gebroken zijn, gebeurt dit soms door middel van een schedel-electrode. Dit is een dun draadje dat via de schede op het hoofd van de baby geplaatst wordt. Vaak wordt tegelijk met de harttonenregistratie ook de sterkte van de weeën geregistreerd.

Na de bevalling

Wanneer naar huis?

Als de bevalling zonder problemen verlopen is, kun je het kraambed thuis doorbrengen. Je gaat dan meestal een paar uur na de bevalling naar huis. Als er een medische indicatie is voor extra observatie in het kraambed (zoals bijvoorbeeld meconiumhoudend vruchtwater of ruim bloedverlies, maar er kunnen ook andere redenen zijn), dan blijf je mogelijk langer op de afdeling. In die periode wordt bekeken wanneer je naar huis kunt.

Vragen

Heb je naar aanleiding van de folder nog vragen, stel deze gerust aan jouw gynaecoloog of de verloskundige.

  • Kraamafdeling: 0413 - 40 35 20

  • Polikliniek: 0413 - 40 19 34