Skip to Content

Zelfkatheterisatie

Zelfkatheterisatie is het zelf leeg maken van de blaas met behulp van een katheter. Zelfkatheterisatie wordt toegepast als je de blaas niet meer spontaan kunt legen (retentie*) of niet meer volledig kunt legen (residu*). Hierdoor blijft er teveel urine in je blaas waardoor je vaak kleine beetjes moet plassen en/of heftige aandrang hebt. In deze folder lees je wat zelfkatheterisatie is en wat het in de dagelijkse praktijk voor je betekent. Ook wordt in het kort uitgelegd hoe je dit kunt aanleren.

Inhoudsopgave

  1. Inleiding
  2. Wat is zelfkatheterisatie?
  3. Zelfdilatatie
  4. Wie moeten zelfkatheteriseren?
  5. Hoe is het om jezelf te katheteriseren?
  6. Redenen waarom zelfkatheterisatie nodig kan zijn
  7. Doel van zelfkatheterisatie
  8. Uitleg urinewegen
  9. Hoe vaak katheteriseren
  10. Waar kun je katheteriseren?
  11. Techniek en instructie
  12. Leveranciers en vergoeding van materialen
  13. Voor- en nadelen
  14. Belangrijke punten van aandacht
  15. Wanneer moet je contact opnemen
  16. Evaluatie en controle
  17. Zelfkatheterisatie en leeftijd
  18. Zelfkatheterisatie en seksualiteit
  19. Zelfkatheterisatie en een lichamelijke beperking
  20. Veel gestelde vragen
  21. Tips voor zelfkatheteriseren
  22. Uitleg begrippen

1.Inleiding

Zelfkatheterisatie is een regelmatig terugkerende handeling die door bijna iedereen aan te leren is met de nodige oefening, begeleiding en aanpassing. Voor mensen die slecht zien of hun handen minder goed kunnen gebruiken kan het moeilijker zijn.

Het is belangrijk dat je deze handeling leert in te passen in je dagelijkse leven, zodat je kan blijven genieten van je dagelijkse bezigheden en vrije tijd zowel binnen- als buitenshuis.

In deze folder wordt beschreven wat zelfkatheterisatie is en wat het in de dagelijkse praktijk voor je betekent. Ook wordt in het kort uitgelegd hoe je dit kan aanleren. Een verpleegkundige van de polikliniek urologie geeft je hierover meer informatie tijdens een persoonlijk gesprek. De informatie in deze brochure is afkomstig van mensen die zichzelf katheteriseren, ervaringsdeskundigen dus, en van hulpverleners, en is gebaseerd op veel gestelde vragen.

Je kan je vragen en opmerkingen in deze folder opschrijven, en deze folder meenemen naar de eerstvolgende afspraak met de verpleegkundige. Ook de verpleegkundige kan aantekeningen in deze folder maken. Hierdoor bevat deze folder uiteindelijk die informatie die persoonlijk voor je van belang is. Neem het daarom telkens mee als je een afspraak hebt met de uroloog of verpleegkundige. Uitleg over de begrippen waar een sterretje achter staat vind je bij nummer 22.

In deze folder staan lege ruimtes waarin je vragen kan noteren voorafgaand aan je bezoek aan de verpleegkundige. Ook kan zij/hij aantekeningen maken over je persoonlijke situatie. Heb je na het lezen van deze folder nog vragen, dan kan je contact opnemen met:

 

Naam verpleegkundige........................................

 

Telefoonnummer....................................................

 

Bereikbaar op.........................................................

 

2. Wat is zelfkatheterisatie?

Katheterisatie is het leeg maken van de blaas met een katheter. Als je het zelf doet, noemen we dit ‘zelfkatheterisatie’. Een katheter is een dun plastic slangetje, dat speciaal voor dit doel is gemaakt. Er zijn veel verschillende soorten katheters. Je maakt samen met een verpleegkundige een keuze voor een katheter, die bij je lichaam, ziektebeeld en levensstijl past. Deze verpleegkundige leert je ook de techniek van het zelfkatheteriseren aan. Zelfkatheteriseren wordt ook wel Clean Intermittent Catheterisation ( CIC*) genoemd.

3. Zelfdilatatie

Wanneer je last hebt van regelmatig terugkerende vernauwingen in de plasbuis door littekenweefsel, kan je dit voorkomen door zelfdilatatie toe te passen (dilatatie betekent verwijding). Zelfdilatatie is eigenlijk dezelfde handeling als zelfkatheterisatie, alleen gebruik je een iets dikkere katheter. Zelfdilatatie kan tijdelijk of blijvend zijn. Als het zelf dilateren blijvend is, moet je dit over het algemeen minimaal 1 à 2 keer per week toepassen. Omdat de instructie, begeleiding en nazorg hetzelfde is, ontvang je dit boekje ook als je moet leren zelf dilateren.

4. Wie moeten zelfkatheteriseren?

Per jaar passen ongeveer 13.000 mensen zelfkatheterisatie toe. Vaak ouderen en mensen met een lichamelijke beperking. Zelfkatheterisatie komt voor op alle leeftijden. Sommigen moeten dit tijdelijk doen en anderen de rest van hun leven. Dit zijn ongeveer evenveel vrouwen als mannen. Veel MS-patiënten*, patiënten met Spina Bifida (open rug) en dwarslaesiepatiënten* hebben zodanige problemen met het legen van hun blaas dat zij tot zelfkatheterisatie moeten overgaan. Qua leeftijd zit 8 procent tussen de 0-25 jaar, 18 procent tussen de 25 en 45 jaar, 30 procent tussen de 45 en 65 jaar, 44 procent is ouder dan 65 jaar.

5. Hoe is het om jezelf te katheteriseren?

Voor veel mensen is het een enorme schok als ze te horen krijgen dat ze zichzelf moeten katheteriseren. Vaak zien ze op tegen het feit dat ze ‘iets in hun lijf moeten steken’. Of  hebben ze angst voor pijn en mogelijke afhankelijkheid van partner of zorgverlener. Dit kan een angstige gedachte zijn. Veel mensen met een lichamelijke beperking krijgen er weer een handeling bij en zien daar tegenop. Soms schamen mensen zich en hebben moeite erover te praten met vrienden en familieleden. Dit kan leiden tot een beperkt sociaal leven. En dan zijn er ook nog de verhalen van familie, vrienden en buren. Wat moet je geloven en wat niet?

Het is belangrijk dat je bij je bezoek aan de verpleegkundige je twijfels en vragen bespreekt. De verpleegkundige kan je vragen beantwoorden en je helpen met het vinden van oplossingen. Natuurlijk is het zo dat je de handeling moet aanleren en moet leren inplannen in je dagelijks leven. In het begin kost de handeling wat meer tijd. Maar als je meer ervaren wordt, zal je merken dat je uiteindelijk ongeveer net zoveel tijd kwijt bent met naar het toilet gaan, als voorheen. Soms kan het zelfs sneller gaan.

6. Redenen waarom zelfkatheterisatie nodig kan zijn

Meestal is het de uroloog die je vertelt dat je moet gaan katheteriseren, wat voor velen als een onaangename mededeling wordt ervaren. Er zijn meerdere oorzaken waarom iemand niet goed kan (uit)plassen en waarom zelfkatheterisatie nodig kan zijn. De meest voorkomende staan hieronder genoemd. De verpleegkundige kruist aan wat in jouw geval het probleem is en bespreekt dit met je.

  • incomplete blaaslediging door een te slappe blaasspier
  • beschadiging van het ruggenmerg zoals bij neurologische aandoeningen (MS, Spina Bifida (=open rug) of een dwarslaesie)
  • vernauwing van de plasbuis zoals bij littekenweefsel
  • beschadiging van de zenuwen die de blaas aansturen, bijvoorbeeld na een buik- of darmoperatie
  • aandoening van het zenuwstelsel, zoals neuropathie door diabetes (suikerziekte)
  • na een operatie vanwege stressincontinentie of een verzakking
  • anders namelijk:____________________________________________

 

_________________________________________________________

 

_________________________________________________________

 

_________________________________________________________

 

Belangrijk bij het aanleren en volhouden van zelfkatheteriseren is dat je gemotiveerd bent en goed begrijpt wat de voordelen zijn. Goede begeleiding en instructie van een uroloog, verpleegkundige, continentieverpleegkundige of wijkverpleegkundige zijn hierbij nodig. Verder draagt vervolgbegeleiding vanuit de polikliniek, revalidatiecentrum of thuiszorg bij aan het succes van de behandeling. Het vervolgtraject is per instelling verschillend en zal door de verpleegkundige toegelicht worden.

7. Doel van zelfkatheterisatie

Het doel van zelfkatheterisatie is dat je blaas regelmatig volledig wordt geleegd. Hierdoor kunnen complicaties zoals een blaasontsteking, incontinentie (urineverlies) of in het ergste geval  nierproblemen worden voorkomen. Bij zelfdilatatie wordt de plasbuis opengehouden, waardoor vernauwingen in de plasbuis worden voorkomen. Bovendien kan je door zelfkatheteriseren een zo onafhankelijk mogelijk en normaal leven leiden, ondanks je blaasproblemen.

8. Uitleg urinewegen

Om goed te begrijpen waarom je moet gaan katheteriseren, is het belangrijk dat je weet hoe de blaas en de rest van het urinewegstelsel werkt. Het urinewegstelsel bestaat uit twee nieren, de urineleiders, de blaas en de plasbuis. De nieren zorgen ervoor dat het overtollige vocht en de in de bloed aanwezige afvalstoffen worden uitgescheiden. Deze worden in de vorm van urine via de urineleiders afgevoerd naar de blaas. De blaas heeft een opslagfunctie en geeft, als deze vol is, een seintje aan de hersenen wat we herkennen als aandrang om te plassen. Normaal gesproken trekt de blaas dan samen en ontspannen de sluitspier en de bekkenbodemspieren zich, waarna de blaas in zijn geheel ledigt. Dit is een ingewikkeld proces waarbij de zenuwbanen en hersenfuncties een belangrijke rol spelen.

Zoals je op de onderstaande tekeningen van het onderlichaam van de man en de vrouw kan zien, is er een groot verschil in de lengte van de plasbuis van de man en van de vrouw. De plasbuis van de man is gemiddeld ongeveer 20 centimeter lang, van de vrouw gemiddeld 4 centimeter. Dit betekent dat een katheter voor de vrouw een stuk korter is dan die voor de man. Een katheter voor een man is ongeveer 40 centimeter lang, voor een vrouw kan deze variëren van 7-20 centimeter.

9. Hoe vaak katheteriseren?

Het aantal keren per dag dat je moet katheteriseren, is afhankelijk van je aandoening. De uroloog of verpleegkundige bespreekt dit met je en kruist hieronder aan wat bij je van toepassing is:

Over het algemeen geldt:

  • dat je minimaal 1-2 keer per week moet katheteriseren (dilateren), om ervoor te zorgen dat het littekenweefsel niet meer terugkomt
  • als je nog wel kan plassen, maar niet meer volledig, dan hangt het af van de hoeveelheid urine die je per keer achterhoudt. Dit kan van 1-4 keer per dag zijn. De verpleegkundige of uroloog bespreekt dit met je
  • als je helemaal niet meer kan plassen, je 4-6 keer per dag moet katheteriseren. De hoeveelheden per keer mogen niet groter zijn dan 500 ml. Je zal zelf moeten ervaren wat voor jou het juiste aantal keren is, dit in overleg met de verpleegkundige/uroloog.

10. Waar kun je katheteriseren?

Katheteriseren kan je in principe overal waar water en zeep in de buurt is en waar je enige privacy hebt. Dit kan zijn thuis, bij familie en vrienden of op het toilet in openbare gelegenheden waar een fonteintje binnen handbereik is. Vooral invalidentoiletten zijn hiervoor uitermate geschikt. In de grote steden zijn in de filialen van onder andere de HEMA en McDonald's openbare toiletten aanwezig. Helaas zijn deze nog niet allemaal toegankelijk voor rolstoelgebruikers.

11. Techniek en instructie

Uit jarenlang onderzoek is gebleken dat als je ‘schoon’ katheteriseert je geen problemen hoeft te krijgen, zoals bijvoorbeeld infecties. Ook als je geholpen moet worden met katheteriseren is schoon werken voldoende. In enkele gevallen worden handschoenen geadviseerd. Schoon betekent dat je van tevoren je handen goed moet wassen met water en zeep en het gebied rondom je plasbuis goed reinigt met water. Ondanks dat je schoon werkt, voldoende drinkt en regelmatig ontlasting hebt, kan het toch voorkomen dat je een urineweginfectie krijgt. De infectie kan net zo behandeld worden als bij mensen die geen zelfkatheterisatie toepassen.

Elke katheter heeft zijn eigen gebruiksaanwijzing. Deze wordt tijdens het aanleren met je besproken. In principe mag je de katheter gewoon vastpakken met schone handen en deze vervolgens inbrengen. De katheter zit goed als er urine uitloopt en mag verwijderd worden als er geen urine meer uitkomt. Hoe je dit allemaal precies moet doen en waar je rekening mee moet houden wordt met je geoefend tijdens de instructie. Tijdens deze instructie krijg je een stappenplan waarin stapsgewijs de instructie beschreven staat en ook een informatiefolder over de katheter die je gaat gebruiken. De verpleegkundige neemt de instructie stap voor stap met je door.

12. Leveranciers en vergoeding van materiaal

Katheters zijn hulpmiddelen die in eerste instantie worden betaald vanuit je eigen risico. Is dit risico al gebruikt, dan worden de katheters in principe vergoed. De regels over vergoedingen veranderen wel eens en kunnen per zorgverzekeraar verschillen. Toebehoren als handschoenen en wegwerpdoekjes worden niet vergoed. Katheters krijg je via apotheek of medisch speciaalzaken. De verpleegkundige vertelt je waar het materiaal dat je nodig hebt te verkrijgen is en geeft je uitleg over de vergoedingen in jouw persoonlijke situatie.

13. Voor- en nadelen

Als je zelfkatheterisatie toepast, blijven je blaas en nieren ‘gewoon’ werken. Dit is medisch gezien belangrijk voor het functioneren van je hele lichaam.

Ervaringsdeskundigen noemen als voordelen:

  • de vrijheid van een aantal uren waarin men geen rekening hoeft te houden met het blaasprobleem
  • onafhankelijkheid
  • een ‘normaal’ seksleven doordat er geen of minder urineverlies (meer) is en men meer zelfvertrouwen heeft gekregen.

Daarnaast geven ervaringsdeskundigen aan dat er ook enkele nadelen kunnen zijn (maar deze hoeven niet het geval te zijn):

  • zelfkatheteriseren kan moeilijk zijn
  • kan soms pijnlijk zijn, bijvoorbeeld als je een blaasontsteking hebt
  • het leren inpassen in de dagelijkse bezigheden kan lastig zijn
  • kan vermoeiend zijn.

14. Belangrijke punten van aandacht

Het is belangrijk om voldoende te drinken, minimaal 1,5 liter per dag. De eerste dagen nadat je gestart bent met katheteriseren moet je extra drinken, dit ter voorkoming van een urineweginfectie (blaasontsteking).

Ook een regelmatige stoelgang is belangrijk. Zorg er daarom ook voor dat je voldoende vezels binnenkrijgt. Voedingsmiddelen die vezels bevatten zijn groenten, fruit, peulvruchten en granen zoals bruinbrood, zemelen, volkoren-pasta’s, havermout en ontbijtproducten. De verpleegkundige kan je hierin adviseren.

15. Wanneer moet je contact opnemen?

Zelfkatheteriseren kan soms problemen geven. Neem in de onderstaande gevallen contact op met de verpleegkundige of je arts.

  • Urineweginfecties kunnen optreden. Symptomen van een urineweginfectie kunnen zijn: koorts, pijn al dan niet bij het plassen, troebele urine, ruikende urine, bloed bij de urine en moeheid.
    Ook veranderingen bij het inbrengen of verwijderen kunnen wijzen op een urineweginfectie. Tijdens de instructies legt de verpleegkundige uit wat je moet doen wanneer een urineweginfectie optreedt.
    Let op: standaard urinecontrole bij de huisarts heeft geen zin omdat er door het katheteriseren altijd onschuldige (huid)bacteriën in de urine aanwezig zijn. Bij klachten moet altijd een urinekweek worden gedaan. Bij ernstige klachten kan dan al (nog voor de uitslag van de urinekweek bekend is) gestart worden met antibiotica.
  • Als je pijn hebt bij het inbrengen van de katheter.
  • Wanneer het inbrengen van de katheter moeizaam gaat.
  • Als je moeite hebt met het uitvoeren van de handeling.
  • Als je het lastig vindt om de zelfkatheterisatie in te bouwen in je dagelijkse leven (bijvoorbeeld als je op bezoek of uitgaat, op vakantie gaan, of tijdens je werk).
  • Wanneer je moeite hebt om zelfkatheterisatie vol te houden.

16. Evaluatie en controle

Binnen een week na de instructie neemt de verpleegkundige contact met je op om te vragen hoe het met het zelfkatheteriseren gaat en kun je eventuele vragen­ of onduidelijkheden (nogmaals) bespreken. Afhankelijk van hoe het met je gaat, is vaker contact mogelijk (telefonisch of persoonlijk).

Na deze (telefonische) evaluatie door de verpleegkundige, ga je voor eventuele verdere poliklinische controle zo nodig weer naar de uroloog.

17. Zelfkatheterisatie en leeftijd

Zelfkatheterisatie komt voor op alle leeftijden. De ervaring leert dat oudere mensen er soms moeite mee hebben om dit buiten hun vertrouwde omgeving te doen. Ze zijn bang om in situaties te komen waarin ze niet kunnen katheteriseren of ongewild urine verliezen. Vaak is daar geen reden voor en is het vooral ‘angst voor wat er zou kunnen gebeuren’. Als je dit herkent, bespreek dit dan met de verpleegkundige. Samen kan je oplossingen bedenken waardoor je je ook buitenshuis zekerder voelt.

18. Zelfkatheterisatie en seksualiteit

Zelfkatheterisatie hoeft het aangaan van een relatie of je seksuele leven niet in de weg te staan. Echter ervaringsdeskundigen geven aan dat het moeilijk kan zijn om zelfkatheterisatie bespreekbaar te maken in een nieuwe relatie. Ook in een bestaande relatie is het goed om dit open met elkaar te bespreken, zodat ook bij je partner eventuele onzekerheden weggenomen worden. Van ervaringsdeskundigen horen wij terug dat zelfkatheterisatie meer zelfvertrouwen kan geven doordat urineverlies minder wordt of zelfs helemaal verdwijnt. Het kan zinvol zijn om voor het vrijen te katheteriseren. Zelfkatheterisatie heeft geen invloed op het kunnen krijgen van een erectie. Als je problemen ervaart op dit gebied bespreek deze dan met de verpleegkundige.

19. Zelfkatheterisatie en een lichamelijke beperking

Als je een lichamelijke beperking hebt betekent dit vaak niet dat je niet kan katheteriseren. Wel is het soms moeilijker en heb je wellicht hulpmiddelen nodig. Lichamelijke beperkingen die het zelfkatheteriseren kunnen bemoeilijken zijn bijvoorbeeld slechtziendheid, verminderde handfunctie en verlammingen. Hulpmiddelen zijn er in vele soorten en maten. De verpleegkundige kan je helpen bij het vinden van de juiste hulpmiddelen in jouw situatie.

20. Veel gestelde vragen

Vragen en problemen kunnen in het begin ontstaan, bij het aanleren, maar ook pas na een aantal maanden. Hieronder staan een aantal vragen die vaak gesteld worden, met de antwoorden hierop. Veel van deze vragen komen in deze folder aan bod en/of in de instructie door de verpleegkundige.

  • Is zelfkatheterisatie pijnlijk en blijft het pijnlijk?

In het begin kan zelfkatheterisatie pijnlijk zijn, omdat de plasbuis niet gewend is aan de katheter. Gewoonlijk verdwijnt dit gevoel als je vaker katheteriseert.

  • Hoe lang moet ik blijven katheteriseren?

Dit is afhankelijk van je medische situatie. De verpleegkundige of arts kan je hier meer over vertellen.

  • Is het echt belangrijk om zelfkatheterisatie regelmatig toe te passen?

Ja! Als urine vaak in de blaas achterblijft (dit wordt een chronisch residu genoemd) kunnen chronische urineweginfecties ontstaan zowel van de blaas als van de nieren. Ook kan de neerslag die in de urine ontstaat, samenklonteren tot zogeheten blaasstenen.

  • Mag ik zelfkatheterisatie een keer overslaan?

Dit is afhankelijk van de reden waarom er gekatheteriseerd moet worden. Overleg dit met je behandelend arts of verpleegkundige. Gebruik het individuele zorgplan achter in dit boekje als leidraad. 

  • Beschadigt zelfkatheterisatie mijn organen?

Het is mogelijk dat de plasbuis iets beschadigt door regelmatig katheteriseren. Dit kan worden voorkomen door rustig en voorzichtig te katheteriseren en een katheter te gebruiken met een speciale coating of met geltoevoeging. Voor zover nu bekend is, raakt de blaas zelf niet beschadigd door het katheteriseren. Andere organen worden niet beschadigd tijdens katheteriseren.

  • Hoe weet ik dat de katheter goed zit?

Je weet zeker dat de katheter goed zit als na inbrengen van de katheter de urine uit de katheter loopt.

  • Wordt mijn blaas niet lui als ik me langdurig katheteriseer?

De blaas wordt niet lui door katheteriseren. Hij vult zich tussen de katheterisaties door waardoor de elasticiteit die nog aanwezig is, behouden blijft.

  • Kan ik incontinent worden als ik zelfkatheterisatie toepas?

Het is niet bekend dat incontinentie verband houdt met zelfkatheterisatie; het afsluitmechanisme blijft immers intact.

  • Hoeveel druk mag ik uitoefenen als ik weerstand voel aan de katheter?

Een lichte druk is toegestaan. Dit oefen je met de verpleegkundige.

  • Hoe kan ik infecties voorkomen?

Door schoon te werken zoals in deze folder staat beschreven en voldoende te drinken (minimaal 1,5 liter per dag). Ook is het belangrijk dat je regelmatig ontlasting hebt, minimaal drie keer per week.

  • Kan ik alleen thuis of ook op andere plekken katheteriseren?

Je kan zowel thuis als buitenshuis katheteriseren. Soms zijn er hulpmiddelen of een andere katheter nodig om ‘buiten de deur’ te katheteriseren. De verpleegkundige kan je hierin adviseren.

  • Kan ik het feit dat ik mezelf katheteriseer beter verstoppen, of maar gewoon vertellen aan andere mensen?

Als je het vertelt aan mensen, kunnen zij begrijpen waarom je soms vaker naar het toilet gaat of wat langer wegblijft. Je bepaalt natuurlijk zelf of je dit wil vertellen en aan wie.

21. Tips voor zelfkatheteriseren

  • Geen aangepast toilet in de buurt? Verleng de katheter met een losse slang (verkrijgbaar met een lengte van 140 cm) zodat de urine rechtstreeks af kan lopen in het gewone toilet of (bijvoorbeeld bij katheteriseren in de auto) rechtstreeks in de goot. Ook bestaan er katheters waar een opvangzak aan vastzit.
  • Voor het schoonmaken van de schaamstreek kunnen standaard vochtige toiletdoekjes gebruikt worden. Let er wel op dat deze doekjes ongeparfumeerd moeten zijn en dat er geen alcohol in zit, omdat dit irritatie van de schaamstreek kan veroorzaken.
  • Bij katheteriseren in de stoel is bij gebrek aan een broekklem ook een stevige kledinghanger prima te gebruiken als hulpmiddel. Als u de haak om de rand van de broek plaatst en de hanger onder de benen of achter de knieën klemt, houd je zo de (onder)broek weg van de schaamstreek.
  • Er is een speciale beenspreider verkrijgbaar die ervoor zorgt dat de benen tijdens het katheteriseren uit elkaar blijven staan. Dit kan handig zijn voor mensen met spasmen. In het midden van deze beenspreider kan met klittenband een spiegeltje bevestigd worden zodat er goed zicht is op de opening van de plasbuis. Eventueel is hierop ook een zaklampje te bevestigen voor extra licht.
  • Katheters zijn er vele soorten en maten. Er zijn bijvoorbeeld speciale kathetersets zodat je onderweg makkelijker kan katheteriseren. De continentieverpleegkundige kan je hier meer over vertellen en je eventueel wat proefmateriaal meegeven.
  • Bewaar de katheters op kamertemperatuur.
  • Als je katheters meeneemt op reis:
    - Vliegtuig: katheters mogen/kunnen in het ruim. Pak ze wel in het binnenste van de koffer in om bevriezing te voorkomen.
    - Reizen bij extreme hitte: zorg dat je de katheters niet in de volle zon bewaart.
    - Er is een speciaal medisch reisdocument in verschillende talen, de continentieverpleegkundige kan je hier meer over vertellen. Eventueel kan je ook een medische verklaring vragen aan je behandelend arts/verpleegkundige.
  • Op elke katheterverpakking staat een uiterste gebruiksdatum. Controleer deze af en toe.
  • Na gebruik kan de katheter bij het huishoudelijk afval. Je kan de katheter eerst in de verpakking terugdoen voor meer privacy, of gebruik niet doorzichtige zakjes om de katheter in te stoppen.
  • Er zijn websites waar je meer informatie en lotgenoten kan vinden.
    Let op: dit kunnen zowel commerciële sites van fabrikanten als ook patiëntenorganisaties zijn. Onderstaande websites geven je meer informatie en brengen je in contact met lotgenoten:
    Bekkenbodem.net
    Continentie-stichting.nl.

Hieronder kan je eventuele vragen noteren en de verpleegkundige kan aantekeningen maken over je persoonlijke situatie.

 

Naam verpleegkundige: ..................................................................................................................................................

 

Telefoonnummer: .........................................., bereikbaar op:

....................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Individueel zorgplan

Datum: .................................................. / Verpleegkundige: ............................................................................................

Katheter

  • Merk:................................................................
  • Naam:...............................................................
  • Maat: (Ch..........................................................
  • Lengte: .............................................................

Katheterisatie-advies

□ 1X per dag bij opstaan

□ 1X per dag voor nacht

□ 2X per dag: bij opstaan en voor nacht

□ 3X per dag: bij opstaan, in de middag, voor de nacht

□ 4X per dag: bij opstaan, rond 12.00 uur, rond 17.00 uur, voor de nacht

□ 5X per dag: bij opstaan, rond 11.00 uur, rond 15.00 uur, rond 19.00 uur en voor de nacht

□ vaker dan 5X per dag, namelijk ....... keer. Tijdstippen in overleg met verpleegkundige

□ anders, namelijk ...........................................................................................................................

Let op:

  • bij buikpijn of aandrang eventueel eerder katheteriseren
  • in principe hoef je in de nacht niet te katheteriseren, tenzij je wakker wordt en het gevoel hebt dat je blaas vol is
  • soms krijg je het advies om wel in de nacht te katheteriseren
  • als het plassen weer op gang komt en de hoeveelheid bij katheteriseren neemt af, kun je minder vaak gaan katheteriseren. Heb je hier vragen over, neem dan contact op met de continentieverpleegkundige
  • als je regelmatig bij katheteriseren meer dan 500 ml. urine verwijderd, kan het zinvol zijn om vaker te gaan katheteriseren. Heb je hier vragen over, neem dan contact op met de continentieverpleegkundige

22. Uitleg begrippen

  • CIC: clean intermittent catheterisation: letterlijk schone intermitterende katheterisatie. Het op vaste tijdstippen inbrengen van een katheter in de plasbuis om de blaas te legen
  • Dilateren: het openhouden van de plasbuis door regelmatige katheterisatie, hiervoor wordt een wat dikkere katheter gebruikt
  • Dwarslaesie: Het ruggenmerg werkt als boodschapper tussen de hersenen en de spieren. Door de schade aan het ruggenmerg kunnen de hersenen niet meer optimaal met de rest van het lichaam communiceren, waardoor er stoornissen ontstaan in motoriek (beweging) of gevoel.
  • Katheter: hol plastic buisje, bedoeld om een vloeistof af te laten lopen, in dit geval urine
  • Multiple sclerose (MS): ziekte waarbij het centrale zenuwstelsel wordt aangetast
  • Residu: er blijft urine achter in de blaas. De blaas kan zich nog wel spontaan legen, maar niet meer volledig
  • Retentie: de blaas leegt zich niet meer spontaan. U kunt dus helemaal niet meer plassen
  • Spina Bifida: aangeboren afwijking aan de wervelkolom waarbij de wervels niet goed zijn ontwikkeld, ook wel ‘open ruggetje’ genoemd
  • Strictuur: littekenweefsel door een operatie of beschadiging aan de plasbuis
  • Urethra: plasbuis
  • Urineren: plassen
  • Incontinent(ie): het onvrijwillig verliezen van urine en/of ontlasting
  • Urine-incontinentie: onvrijwillig urineverlies
  • Urineweginfectie: ontsteking van blaas en/of hoger gelegen urinewegen.

Voorbeeld katheterdagboek

datum

tijd

     plassen voor     katheterisatie (ja/nee)

residu bij katheterisatie

urineverlies (ja/nee)

problemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze folder is gebaseerd op de originele folder, die gepubliceerd is door:

BOSK (vereniging van motorischgehandicaptenenhunouders); MS-vereniging; thuiszorg Zuid-Gelderland; Woon-en voorzieningencentrum Nieuw Unicum te Zandvoort; St. Maartenskliniek Nijmegen; Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen; polikliniek van de afdeling Urologie, afdeling medische Psychologie en afdeling Kwaliteit van Zorg sectie verplegingswetenschap van het UMC St Radboud te Nijmegen en alle Continentie Verpleegkundigen van Nederland.