Skip to Content

Zwangerschapsdiabetes

Je gynaecoloog heeft vastgesteld dat je zwangerschapsdiabetes hebt. In deze folder lees je wat zwangerschapsdiabetes is, waarom behandeling nodig is en hoe de behandeling verloopt.

Wat is zwangerschapsdiabetes?

Zwangerschapsdiabetes (medische term: diabetes gravidarum) is een tijdelijke vorm van diabetes (suikerziekte). Als je zwangerschapsdiabetes hebt, heb je te veel suiker in je bloed. Dat noemen we een te hoge bloedglucose of bloedsuiker. Dit kan gevolgen hebben voor je baby en voor jezelf.

Risico’s van zwangerschapsdiabetes

Bij een te hoge bloedglucose gaat een deel van de glucose via de placenta naar je baby. Daardoor wordt je baby zwaarder dan normaal. Dit kan problemen geven in het laatste deel van je zwangerschap en bij de bevalling.
Omdat zwangerschapsdiabetes meestal in de tweede helft van de zwangerschap (na de 20e week) ontstaat, is het risico op aangeboren afwijkingen niet verhoogd.
Na de geboorte kan je kind last krijgen van een glucosetekort (= hypoglykemie). Dit ontstaat doordat je kind geen extra bloedsuiker van jou meer krijgt, maar zelf nog wel te veel insuline aanmaakt. De bloedglucosewaarde van je kind wordt daarom na de bevalling goed gecontroleerd. Als het nodig is, krijgt je kind dan extra glucose om een goede bloedsuikerwaarde te bereiken.
Als je zwangerschapsdiabetes hebt gehad, loop je meer kans om het bij een volgende zwangerschap weer te krijgen. Ook heb je een verhoogde kans op het ontwikkelen van diabetes type 2 (suikerziekte).
Om de kans hierop zo klein mogelijk te houden, is het belangrijk dat we je zwangerschapsdiabetes behandelen.

Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes?

Tijdens de zwangerschap verandert je stofwisseling. Je lichaam heeft hierdoor behoefte aan meer insuline. Insuline is een hormoon dat belangrijk is voor het onder controle houden van het suikergehalte in je bloed: de bloedglucose. Insuline is nodig om te zorgen dat je cellen de glucose kunnen opnemen, waar de suiker wordt omgezet in energie. Bij zwangerschapsdiabetes kan de glucose niet (voldoende) in de cellen komen en blijft het in je bloed. Je bloedglucose wordt hierdoor te hoog. Meestal wordt zwangerschapsdiabetes ontdekt vanaf de 20e zwangerschapsweek en verdwijnt het weer na de bevalling.

Je loopt meer kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes als:

  • je ouder bent dan 35 jaar
  • je vorige kind bij de geboorte zwaarder was dan 4000 gram
  • je eerder zwangerschapsdiabetes hebt gehad
  • diabetes voorkomt bij eerstegraads familieleden (ouders, broers/zus)
  • je overgewicht hebt
  • je door je etnische afkomst tot een risicogroep behoort (bijvoorbeeld Hindoestaans, Afro-Caribisch, mediterraan).

Behandeling van zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes komt voor bij 1 op de 20 zwangerschappen en kan goed behandeld worden.
De behandeling van zwangerschapsdiabetes heeft als doel te zorgen voor:

  • normale bloedglucosewaarden
  • een normale groei van je baby
  • een normale toename van je gewicht tijdens je zwangerschap
  • een gezond eetpatroon en voldoende beweging.

Voeding

De eerste stap om de goede bloedglucosewaarden te bereiken is het volgen van een voedingsadvies. Uitgangspunt van dit advies is een gezonde basisvoeding met voldoende voedingsstoffen voor moeder en kind. Je vindt deze voedingsadviezen in de folder Voedingsadviezen bij zwangerschapsdiabetes. Daarnaast krijg je persoonlijk advies tijdens je afspraak met de diëtist. Als, ondanks het voedingsadvies, je bloedglucosewaarden toch nog te hoog blijven, kan het zijn dat je in overleg met de internist tijdelijk insuline moet spuiten of medicatie (tabletten) krijgt.

Beweging

Beweging helpt om de bloedglucose onder controle te krijgen. Door beweging wordt glucose uit het bloed opgenomen door de spieren, waar het als energie gebruikt wordt. Ook kan beweging de insulinegevoeligheid verbeteren, waardoor je bloedsuiker naar beneden gaat.
We adviseren je om minimaal 30 minuten per dag te bewegen in een laag tempo. Denk hierbij aan rustig wandelen, fietsen, yoga of zwemmen. Kijk wat mogelijk is en wat je prettig vindt. Beweging tijdens de zwangerschap is veilig, als je luistert naar je lichaam. Naast de positieve gevolgen voor de bloedglucose helpt beweging ook bij het verminderen of voorkomen van rugpijn en het verbeteren van je spierkracht en uithoudingsvermogen.

Zelfcontrole: je bloedglucosewaarde meten

Om een goed beeld te krijgen van je bloedglucose tijdens je zwangerschap, vragen we je om thuis zelf je bloedglucosewaarden te meten met een bloedglucosemeter. Op deze manier krijg je zelf inzicht in je bloedglucosewaarden en kunnen we zien of het volgen van het voedingsadvies voldoende is om je bloedglucosewaarden op peil te houden.
Hoe je de zelfcontrole moet doen, lees je in de folder Zelfcontrole bij zwangerschapsdiabetes.

Volgorde van afspraken

Je krijgt een afspraak met de diëtist en je wordt gebeld door de diabetesverpleegkundige. Als je medicijnen gebruikt, krijg je ongeveer 3 maanden na de bevalling een nacontrole door de internist.

Na de bevalling

Meestal verdwijnt de diabetes na de bevalling. Omdat je een verhoogde kans hebt op het ontwikkelen van diabetes type 2 (suikerziekte) is het verstandig om ieder jaar je bloedglucose te laten meten bij je huisarts (tot 5 jaar na je bevalling). Uit studies is gebleken dat het geven van borstvoeding het risico op het ontwikkelen van diabetes type 2 verlaagt. Ook is het belangrijk om te zorgen voor een gezond gewicht, voldoende beweging en een gezond eetpatroon.
Als je nog een zwangerschapswens hebt, is het advies om voordat je zwanger wordt je bloedglucose te laten meten.

Contact

Diabetesverpleegkundigen: 0413 - 40 22 60 (op werkdagen tussen 9.00 uur en 11.00 uur) of via e-mail: diabetesverpleegkundigen@bernhoven.nl
Afdeling diëtetiek: 0413 - 40 22 50 of via e-mail: dietetiek@bernhoven.nl