Skip to Content

Kloofje in de anus

Je hebt een kloofje in de anus. Een andere benaming hiervoor is fissura ani. In deze folder vind je algemene informatie over de oorzaak, klachten en behandelingen van een kloofje in de anus.

Wat is een fissura ani (scheurtje in de anus)?

Fissura ani betekent kloofje of scheurtje in de anus. Het kloofje of scheurtje zit meestal aan de voor- of achterkant van de anus. Het is onbekend waarom de kloofjes of scheurtjes meestal op deze plekken ontstaan. Waarschijnlijk komt dit omdat aan de voor, maar nog meer aan de achterkant minder bloedvaatjes zijn, dan aan de zijkant van de anus.

Iedereen heeft loopt wel eens een wondje op bij harde ontlasting of lastig te verwijderen ontlasting. Als dit wondje aan de zijkant van de anus zit, is het in enkele uren al genezen. Maar wanneer dit wondje aan de voor of achterkant zit, gebeurt dat niet. Zo kan na enkele dagen of weken het wondje steeds dieper en dieper worden. Hierdoor kan de kringspier helemaal bloot komen te liggen. Dit is erg pijnlijk.

Een kloofje of scheurtje in de anus kan op alle leeftijden optreden. Maar vooral jongeren en mensen van middelbare leeftijd hebben er last van.

Klachten

Het kloofje of scheurtje in de anus geeft meestal een scherpe pijn tijdens of na de stoelgang, vaak met wat bloedverlies.

Wat is de oorzaak?

Een kloofje in de anus ontstaat waarschijnlijk als gevolg van te harde ontlasting. De huid van de anus kan inscheuren als de druk tijdens de stoelgang te groot is. De binnenste kringspier van de anus raakt geïrriteerd en min of meer verkrampt. Dit leidt tot een slechte bloedtoevoer. Een kloofje in de anus is vaak heel hardnekkig. Door de pijn en de verhoogde spanning houd je onbewust de ontlasting op. De ontlasting wordt daardoor hard. Bij een volgende stoelgang scheurt het kloofje weer open.

Onderzoeken

Om een kloofje in de anus vast te stellen zijn geen moeilijke onderzoeken nodig. Op grond van de klachten en een lichamelijk onderzoek, waarbij de arts de anus bekijkt, is de diagnose gemakkelijk te stellen.

Behandelingsmogelijkheden

Ontlasting en ontlastingspatroon

Voor een kloofje in de anus zonder al te veel pijn is meestal geen medische behandeling nodig. De behandeling is doorgaans vrij eenvoudig. Ten eerste moet de ontlasting zacht blijven. Daarvoor moet je voldoende voedingsvezels eten (minimaal 30 tot 50 gram per dag) en minstens 2 liter water per dag drinken. Probeer een regelmatig ontlastingspatroon te krijgen om verstopping te voorkomen. De verhoogde spanning in de anus kan verminderen als je regelmatig een warm bad neemt.

Medicijnen

Er bestaan medicijnen om de klachten te verminderen. Ter plaatse van het kloofje kan een verminderde doorbloeding van kleine haarvaatjes bestaan. Diltiazem en Isosorbidedinitraat in vorm van zalven zijn voorbeelden hiervan. Een afkorting van Isosorbidedinitraat is ISDN. Wel moeten deze medicijnen 2 of meer maanden worden gebruikt.

Bekkenbodemfysiotherapeute

Wat ook kan helpen, is een verwijzing naar de bekkenbodemfysiotherapeute om de pijn en het knijpen te doorbreken.

Botox

Mocht een behandeling met zalf niet voldoende zijn, dan kan een behandeling met botulinetoxine A uitgevoerd worden. Een ander woord voor botulinetoxine A is botox. Deze operatie wordt uitgevoerd op de OK en is daarom niet de voorkeursbehandeling.

Onder algehele narcose spuiten we botox op de plek van het kloofje in, waardoor de kringspier op die plek tijdelijk minder goed werkt. De rest van de kringspier werkt dan nog wel goed. De voorkeur is om dit op de operatiekamer te doen zodat de anesthesist beter op je kan letten. Ook wordt dan de wond goed schoon gemaakt. Nu je onder narcose bent, kan dat namelijk goed.

Botox werkt maximaal 3 maanden. Daarna komt de functie geleidelijk weer terug. De continentie kan tijdelijk worden aangetast, maar dat gebeurt zelden tot nooit. De meest voorkomende klacht is het laten van windjes. Het verliezen van ontlasting komt minder dan 5% van de behandeling voor.

6 weken na de behandeling kom je terug voor controle.

De arts overlegt met je of je door moet gaan met diltiazem. Het gebruik hiervan kan geen kwaad.

Werkhervatting

Wat de gevolgen van je aandoening en/of de behandeling voor je werk zijn, kun je met je specialist overleggen. De specialist kan je bedrijfsarts informeren over de ingreep. Om je privacy te beschermen is je toestemming nodig voor overleg tussen je specialist en de bedrijfsarts. De bedrijfsarts is degene die je begeleidt bij de terugkeer naar je werk. Daarom is het belangrijk dat je bedrijfsarts op de hoogte is van je aandoening of behandeling. Het is goed om de bedrijfsarts voor de operatie, of in ieder geval zo snel mogelijk te informeren. Dat maakt het gemakkelijker om tot goede afspraken met je bedrijfsarts te komen.

Heb je nog vragen?

Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek chirurgie.

  • Polikliniek chirurgie: 0413 - 40 19 59 (tijdens kantooruren)
  • Receptie Bernhoven: 0413 – 40 40 40 (buiten kantooruren)