Skip to Content

Zenuwpijn bij chemotherapie

Sommige soorten chemotherapie kunnen (tijdelijk) beschadigingen aan de zenuwuiteinden veroorzaken, dit kan gepaard gaan met pijnklachten. Dit kan gepaard gaan met pijnklachten: zenuwpijn. In medische termen noemen we dit chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN). In deze folder lees je meer over zenuwpijn, hoe je klachten kunt herkennen en wat je zelf kunt doen om ermee om te gaan.

Zenuwpijn komt vaak voor, maar niet alle patiënten die chemotherapie ondergaan krijgen er last van. Klachten kunnen vroeg in de behandeling optreden of pas na enkele maanden na de kuur. Dit hangt af van het type chemotherapie, de dosering en hoelang de behandeling duurt. Het varieert ook van persoon tot persoon. Het is moeilijk te voorspellen of iemand zenuwpijn zal krijgen en hoe ernstig het kan zijn. Bij sommige patiënten blijven de symptomen zelfs na de chemotherapie aanhouden en kunnen in de loop van maanden en jaren erger worden.

Oorzaak, ontstaan en herkennen van zenuwklachten

Zenuwcellen zorgen ervoor dat signalen van de zintuigen naar de hersenen worden gestuurd en dat signalen vanuit de hersenen bij de spieren en organen terechtkomen. De stoffen die tijdens de chemotherapie in je lichaam komen, zijn giftig voor deze zenuwcellen. Wanneer deze zenuwcellen beschadigd raken door de chemotherapie, kunnen verschillende klachten optreden. Je kunt stoornissen ervaren in het waarnemen van koude, warmte, en zelfs prikken met een scherp voorwerp op de huid; je gevoel kan verstoord zijn. Het kan ook voelen alsof je voeten en handen 'doof' zijn, als of je sokken of handschoenen draagt. Bewegingen, zoals fijne motoriek of lopen, kunnen moeilijker worden; je motoriek kan verstoord zijn. Soms kun je niet meer precies voelen waar je voeten zich bevinden.

Zenuwpijn kan zich uiten als prikkelende, schietende, tintelende, knagende en brandende pijnen. Deze klachten treden het meest op in de voetzolen, tenen en vingers.

Hoe worden zenuwklachten behandeld?

Er is nog geen passende behandeling om zenuwklachten te genezen. Meestal is het een kwestie van tijd, zodat beschadigde zenuwen de kans krijgen om te herstellen. Dit kan lang duren omdat zenuwcellen traag groeien. In de tussentijd kun je proberen de pijn te verlichten en je comfort te verbeteren. Zenuwpijn reageert meestal niet op gewone pijnstillers, dus moeten andere medicijnen worden overwogen. Sommige anti-epileptica en antidepressiva kunnen op de zenuwbanen werken en de gevoeligheid verminderen, maar niet bij iedereen. Morfinepreparaten verlichten de pijn niet, en bij langdurig gebruik kunnen ze zelfs de pijn in stand houden. Ondanks de pijnklachten helpt het om te blijven bewegen om je gevoel en motoriek te verbeteren. Fysiotherapie kan hierbij effectief zijn en je hierbij ondersteunen.

Wat kun je zelf doen?

Het is belangrijk om samen met je arts of verpleegkundige te zoeken naar de beste manier om de pijn te verlichten. Het kan soms een tijdje duren voordat je de juiste behandeling vindt. Word niet ontmoedigd als de eerste behandeling niet direct werkt, maar blijf vragen om effectieve pijnbestrijding. Het is belangrijk dat jouw pijn serieus wordt genomen. Omdat iedereen anders is en anders reageert op pijn, is het goed om actief te zoeken naar verlichting. Probeer te achterhalen wanneer de pijn toeneemt of afneemt en zoek oplossingen die voor jou werken.

Bijvoorbeeld:

  • Warmte (warme baden, warme kleding)
  • Op tijd rust nemen en bijvoorbeeld de handen of voeten omhoog leggen
  • Afwisseling tussen rust en beweging (stilzitten is niet goed)
  • Vermijd knellende kleding
  • Draag zachte stoffen

Wanneer raadpleeg je een arts?

Het is het beste om zenuwpijn in een vroeg stadium te behandelen. Als de klachten aanhouden, kunnen er veranderingen optreden in de zenuwen waardoor neuropathie onomkeerbaar wordt. Neem je klachten serieus en bespreek ze met je arts om samen naar een oplossing te zoeken. Misschien kan de medicatie worden aangepast. Soms is het nodig om de dosis te verlagen, over te stappen op een ander medicijn of de behandeling tijdelijk te onderbreken.

Heb je pijn zoals hier beschreven, wacht dan niet af of de pijn vanzelf verdwijnt, maar bespreek het met je oncoloog, behandelend specialist of verpleegkundige.

Heb je nog vragen?

Als je nog vragen hebt na het lezen van deze informatie, kun je deze stellen aan je behandelend arts of contact opnemen met het oncologie casemanagement op telefoonnummer 0413 – 40 22 90. De verpleegkundige is bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 9:00-10:00 uur en tussen 14:00-15:00 uur.