Skip to Content

Adviezen voor thuis na een hartoperatie

Deze folder is bestemd voor patiënten die een hartoperatie hebben ondergaan. Je bent in het ziekenhuis opgenomen, maar je mag binnenkort thuis verder herstellen. In deze folder lees je algemene informatie en adviezen die jouw herstel bevorderen. Heb je nog vragen, stel deze dan gerust aan de cardioloog, tijdens het ontslaggesprek met de verpleegkundige of bij je eerstvolgende bezoek op de polikliniek.

Naar huis

Ontslaggesprek

Voordat je naar huis gaat, heb je een gesprek met de verpleegkundige. Het is prettig als je partner of een familielid hierbij kan zijn. 2 mensen horen immers meer dan 1. De verpleegkundige vertelt welke medicijnen je thuis moet innemen en wat je het beste wel en niet kunt doen in de thuissituatie. Alle vragen die je nog hebt, kun je tijdens dit gesprek stellen of tijdens de visite met de cardioloog.

Tip: zet je vragen vooraf op papier, zodat je niets vergeet!

Papieren bij ontslag

Als je naar huis gaat, krijg je van de verpleegkundige onderstaande papieren mee naar huis:

1. Overzicht medicijnen

Neem bij een opname of polibezoek altijd een overzicht mee van de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Dit kan je bij de apotheek halen. Als de arts medicatie wil voorschrijven, dan leest de arts in het overzicht welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed met elkaar samengaan.

Het overzicht van medicijnen die je op dit moment gebruikt wordt bij de apotheek een actueel medicatieoverzicht genoemd. Hier wordt ook de afkorting AMO voor gebruikt. Lees op deze pagina de veel gestelde vragen over het AMO.

2. Recepten

Je krijgt de recepten mee die de cardioloog heeft voorgeschreven, zodat je de medicijnen bij je eigen apotheek kunt ophalen.

3. Sintrommitis / Acenocoumarol kalender

Op de kalender staat geschreven hoeveel tabletten je de komende dagen moet innemen. Na een paar dagen komt een medewerker van de Trombosedienst bij je thuis om bloed te prikken. De eerste keer na ontslag komen ze bij je thuis prikken, deze datum staat vermeld op je kalender. Op basis van de bloeduitslag, kan een nieuwe dosering van de Sintrommitis bepaald worden. Meer informatie over het gebruik van bloedverdunnende medicijnen lees je in de folder `De Trombosedienst: Onmisbare patiënteninformatie van de Trombosestichting'.

4. Afsprakenkaart poliklinische controle

Na 8 tot 10 weken kom je voor controle bij je cardioloog op de polikliniek. Deze afspraak wordt door de verpleegkundige gemaakt en je krijgt een afsprakenkaart mee.

Poliklinische hartrevalidatie

Tijdens je verblijf in het ziekenhuis is de fysiotherapeut regelmatig bij je langs geweest om, samen met jou, de activiteiten langzaam uit te breiden. De oefeningen die je tijdens u ziekenhuisopname met de fysiotherapeut deed, kun je de eerste weken thuis ook uitvoeren. Van de fysiotherapie krijg je voordat je met ontslag gaat een afspraak mee voor een intakegesprek.

Herstellen thuis

Iedere patiënt herstelt in zijn of haar eigen tempo na een hartoperatie. Bij de meeste mensen duurt het herstel zo'n 3 - 6 maanden. Allerlei factoren spelen daarbij een rol: denk aan de zwaarte van de operatie en aan de conditie die je voor je operatie had. Bij thuiskomst zul je je nog niet helemaal optimaal voelen. Door het oppakken van jouw normale leven merk je dat het vanzelf beter gaat. Ten gevolge van de narcose kan je concentratievermogen minder zijn dan normaal. Dit is gebruikelijk na zo'n ingrijpende operatie. Na een hartoperatie kun je je ook emotioneel en onzeker voelen.

Je kunt zomaar huilen of geïrriteerd raken, terwijl je de volgende dag nergens last van hebt. Dit gaat na verloop van tijd over als je je sterker gaat voelen en op krachten gekomen bent.

Het borstbeen

Je borstbeen is tijdens de operatie in de lengte doorgezaagd. Aan het einde van de operatie worden de beide helften van het borstbeen weer stevig aan elkaar bevestigd met roestvrijstalen draden. De beide helften van het borstbeen kunnen niet ten opzichte van elkaar verschuiven. Je kunt dan ook rustig op je zij, rug of buik liggen. Probeer wel steeds symmetrisch bewegingen met beide armen te maken, wanneer je tilt, op de zij draait of uit bed komt. De volledige genezing van het borstbeen duurt ongeveer 3 maanden. Na 6 weken is de genezing zo ver gevorderd dat de meeste dagelijkse handelingen weer verricht kunnen worden. Hoesten, niezen en persen blijft de eerste weken pijn geven aan het borstbeen.Wij adviseren hiervoor het gebruik van paracetamol. Je mag deze 4 keer daags (1000 mg) gebruiken. Het is raadzaam om paracetamol geleidelijk te minderen en daarna te stoppen.

Spierpijn

Na de operatie kun je spierpijn hebben, dat is normaal. Deze spierpijn kan zich in de nek, in de rug, in de ribben en in de schoudergordel bevinden. Dit komt doordat de randen van het borstbeen tijdens de operatie uit elkaar geduwd worden om bij het hart te komen. De spierpijn wordt geleidelijk minder, maar kan wel 6 tot 8 weken aanhouden.

Leefregels

Zelfcontrole

De eerste 2 weken thuis moet je de volgende lichaamsfuncties in de gaten houden:

Temperatuur

Neem dagelijks 2 keer je temperatuur op: bij opstaan en rond 20.00 uur. Temperaturen is nodig om tijdig eventuele wondinfecties te onderkennen. Als je temperatuur 2 dagen 38.0 °C of meer is, neem dan contact op met je huisarts.

Gewicht

Weeg jezelf iedere ochtend vóór het ontbijt. Noteer je gewicht op een lijstje en neem dit mee bij het volgende bezoek aan de cardioloog. Neem contact op met je huisarts als je gewicht per dag met een pond of meer toeneemt. Deze gewichtstoename kan erop wijzen dat je teveel vocht vasthoudt.

Kortademigheid

Let op je ademhaling en eventuele duizeligheid. Neem contact op met de huisarts als je:

  • regelmatig last hebt van duizeligheid
  • toenemend korter van adem wordt
  • de kortademigheid na inspanning niet afzakt

Onregelmatige en snelle hartslag

Houd je hartslag in de gaten. Na de operatie in het ziekenhuis was mogelijk je hartslag snel en onregelmatig, soms gebeurt dit thuis ook. Waarschijnlijk heb je daarvoor in het ziekenhuis medicijnen gekregen van je cardioloog. Wanneer je thuis een snelle en onregelmatige hartslag krijgt, neem dan contact op met je huisarts.

Weer thuis

Na je ontslag uit het ziekenhuis is het goed om ook naar buiten te gaan voor een wandelingetje. Kleed je warm aan bij koud weer en draag bij regen een regenjas. Dit is nodig omdat je weerstand tijdelijk is verminderd en je vatbaarder bent voor infecties. Let ook op bij jonge kinderen, deze dragen vaak bacteriën mee. Vermijd de eerste week grote groepen mensen en drukke plekken.

Het is niet noodzakelijk dat er dag en nacht iemand bij je aanwezig is. Voel je je onzeker thuis, dan is sociale alarmering een mogelijkheid voor je. Vraag naar de folder 'Verwijzingen en voorzieningen nazorg' voor telefoonnummers.

Rust

Met voldoende rust geneest je borstbeen het beste. Luister daarom vooral goed naar je lichaam en houdt in de gaten wat je wel en niet aankunt. Neem op tijd even rust; ga in de middag 1 uurtje op bed rusten. Na ongeveer 7 dagen kun je je activiteiten geleidelijk uitbreiden. De oefeningen die je in het ziekenhuis met de fysiotherapeut deed, mag je thuis blijven doen.

Dagelijkse activiteiten

Je moet er rekening meehouden, dat je bij thuiskomst nog niet alles zonder meer kunt gaan doen. Eerst moet je borstbeen nog aan elkaar groeien.

Enkele richtlijnen

  • Licht huishoudelijk werk vormt geen probleem; o.a. afwassen, koken, stoffen, een boodschapje doen en wandelen. Na ongeveer 6 weken mag je zwaarder huishoudelijk werk doen; o.a. stofzuigen, dweilen, kinderen tillen, de hond uitlaten en de grotere boodschappen.
  • Zorg ervoor dat je niet teveel visite ontvangt. Deze belangstelling is weliswaar goed bedoeld, maar is vaak nog te vermoeiend. Advies: maximaal 3 of 4 mensen per dag ontvangen. Probeer dit over de dag te verdelen.
  • De eerste 6 weken mag je zelf geen auto rijden of fietsen. De eerste tijd na de operatie is je borstbeen nog niet genezen en je concentratievermogen kan nog onvoldoende zijn. Wil je eerder als 6 weken weer autorijden, bespreek dit dan met de cardioloog.

Voeding

Na je operatie heeft je lichaam de neiging vocht vast te houden. Omdat zout ook vocht vasthoudt, raden we je aan om vooral de eerste weken zuinig te zijn met het gebruik van zout. Daarnaast is het belangrijk dat je niet te vet eet. Je krijgt van een diëtiste tijdens de opname uitleg over dit dieet.

Wondgenezing

Als je naar huis gaat, is de wond dicht, maar nog wel kwetsbaar. Enkele tips voor een optimale wondgenezing:

  • Douchen mag, baden pas weer als de wond geheel genezen is.
  • Gebruik geen poeder of zalf op de wond, dit verhoogt de kans op een infectie. De borstwond kan aan de bovenzijde wat dik zijn, dit trekt vanzelf na enkele weken weg.
  • Trek niet aan een los uiteinde van een hechting. De hechtingen lossen vanzelf op in ongeveer 6 weken.
  • Vrouwen met een wat groter borstomvang krijgen het advies om dag en nacht een beha zonder beugels te dragen. Hierdoor neemt de spanning op het litteken af en wordt de wond minder pijnlijk. Het litteken geneest uiteindelijk mooier.
  • Wanneer de wond gaat ontsteken, neem je contact op met de huisarts. Een ontstekende wond herken je aan een rode, opgezette en pijnlijke wond waar vocht uitkomt. Soms heb je dan ook koorts.

Steunkousen

Tijdens de operatie kunnen er 1 of meer aders uit je been of beide benen gehaald zijn. De terugstroom van het bloed uit het been naar het lichaam is daarmee verstoord. Als gevolg daarvan kan zich vocht gaan ophopen in je been / benen. Als dat gebeurt, zie je dat je been dikker wordt. Je kunt dit voorkomen door steunkousen te dragen. De verpleegkundige van de afdeling leert je voordat je met ontslag gaat hoe je deze zelf aan en uit kan doen. Je moet de steunkous 6 weken dragen.

Alcohol

De medicijnen die je gebruikt, hebben onder andere een bloedverdunnende werking. Ook alcohol heeft een bloedverdunnende werking. Tegen het gebruik van alcohol is geen bezwaar, mits je dat met mate doet. Gebruik liever niet meer dan 2 glazen per dag. Als je regelmatig een glaasje drinkt, meldt dit dan bij de trombosedienst en je cardioloog.

Vrijen

Wanneer jij en je partner daar aan toe zijn, kun je weer vrijen. Vrijen is niet gevaarlijk voor je hart. Toch moet je de eerste weken voorzichtig zijn omdat je borstbeen nog moet herstellen. Met vragen over seksualiteit, na je operatie, kun je terecht bij je cardioloog of de verpleegkundige.

Weer aan het werk

Meestal kun je na 3 tot 6 maanden na de operatie weer gaan werken, afhankelijk van de aard van je werk. Wanneer je weer kunt gaan werken en wat je dan wel en niet mag doen, bespreek je met je eigen cardioloog. Je voelt over het algemeen zelf het beste wanneer je weer aan werken toe bent. Vaak is het verstandig te beginnen met halve dagen te werken en dit langzaam op te voeren.

Vakantie

Als je vlot en zonder problemen herstelt, is een vakantie heel goed mogelijk. Bespreek dit tijdens een poliklinisch bezoek met je cardioloog. Beperkingen zijn er in principe niet. Na 3 weken mag je weer vliegen. Houdt er rekening mee dat je de eerste 6 weken nog niet mag zwemmen, want je borstbeen moet nog herstellen. Je mag met je operatiewond niet in de zon liggen: de nieuwe huid zal snel verbranden. Dek daarom de wond af met een pleister.

Bloedverdunnende middelen

Thuis moet je in de meeste gevallen een bloedverdunnend medicijn gebruiken. Vaak is dit Sintrommitis / Acenocoumarol. De trombosedienst controleert regelmatig je bloed. Op basis van de bloeduitslag kan de dosering bijgesteld worden. Je cardioloog bespreekt met je hoe lang je deze vorm van bloedverdunning moet gebruiken.

Algemene richtlijnen zijn

  • bij een bio - klep (varkensklep of runderklep): tenminste 3 maanden, daarna volgens voorschrift van je cardioloog.
  • bij een donorklep: tenminste 3 maanden, daarna volgens voorschrift van je cardioloog.
  • bij een mechanische klep (kunststof) levenslang.
  • bij een plastiek (reparatie aan eigen klep): tenminste 3 maanden, daarna volgens voorschrift van je cardioloog.
  • bij coronair chirurgie (omleidingen): tenminste 3 maanden, daarna volgens voorschrift van je cardioloog.

Infecties

Mensen die een kunstklep hebben gekregen of mensen die aan een aangeboren hartafwijking zijn geopereerd, zijn extra gevoelig voor infecties. Probeer daarom zoveel mogelijk infecties te voorkomen. Mocht je een verwonding oplopen (wanneer je in een roestige spijker trapt of je huid kapot stoot), spoel de wond dan direct uit met koud leidingwater (gebruik beslist geen zalf!) en neem contact op met je huisarts of ga naar de afdeling spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Vertel je tandarts dat je een kunstklep of een aangeboren hartafwijking hebt. Bij bepaalde ingrepen zul je namelijk vooraf antibiotica moeten krijgen.

Heb je nog vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust aan de verpleegkundige of je cardioloog.

Polikliniek cardiologie: 0413 - 40 19 23 route 120

Afdeling B1 - Oost: 0413 - 40 31 54