Skip to Content

Bloedvatoperatie been bij afsluiting of vernauwing beenslagader(s)

Bij jou is een vernauwing of afsluiting van een of meer slagaders in je been vastgesteld. Samen met je specialist heb je besloten dat een bloedvatoperatie nodig is om dit te repareren. In deze folder lees je hoe de operatie verloopt.

Waarom krijg je deze operatie?

Een vernauwing of afsluiting van bloedvaten komt meestal door vetafzetting en verkalking in de slagader. Dit proces heet aderverkalking, of in medische termen: arteriosclerose. Arteriosclerose kan ontstaan door roken, hoge bloeddruk, suikerziekte, overgewicht en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. 

Een vernauwing of afsluiting ontstaat meestal niet opeens. Het is een langzaam proces waar je niet altijd iets van merkt. De klachten zijn wisselend. Door de vernauwingen of afsluitingen van de beenslagader stroomt er minder bloed door het been. Dat kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat je al na een klein stukje lopen pijn in je been krijgt, die pas weer weggaat na een rustpauze. 

Niet iedereen wordt hiervoor geopereerd. Maar een operatie is noodzakelijk wanneer het bloedtekort in het been leidt tot de volgende klachten:

  • je hebt pijn, zelfs wanneer je niet beweegt of ‘s nachts
  • infecties of zweren genezen niet
  • een of meer tenen krijgen onvoldoende bloed en gaan verkleuren.

In jouw geval is een operatie de enige manier om van jouw klachten af te komen. 

Wat gebeurt er bij de operatie?

De chirurg maakt een nieuw bloedvat met behulp van een eigen ader of met een kunststof bloedvat. Dit nieuwe bloedvat werkt als een soort omleiding voor het bloed om de vernauwing of afsluiting in je slagader heen. Dit wordt in medische termen een bypass genoemd. De slagader met de vernauwing of afsluiting blijft gewoon op z'n plaats liggen. Het nieuwe bloedvat wordt voor en voorbij de vernauwing of afsluiting aangesloten op de slagader. Voor de bypass gebruikt de chirurg het liefst een eigen ader die gemist kan worden.

Voor deze operatie moet je 4 of 5 dagen in het ziekenhuis blijven. De operatie wordt uitgevoerd onder algehele verdoving (narcose) of - bij voorkeur - plaatselijke verdoving (een ruggeprik). Dit betekent dat alleen je benen en de voeten gevoelloos worden. De keuze van de verdoving wordt in overleg met jou bepaald. 

Na de operatie:

  • zit er een infuus in je arm waardoor je vocht en eventueel medicijnen en bloed krijgt toegediend
  • zit er een slangetje in je blaas om de urine op te vangen (een katheter). Dat slangetje wordt na een paar dagen verwijderd
  • zit er soms een slangetje in het gebied rond de wond (een drain) dat het wondvocht afvoert. Deze drain wordt verwijderd zodra er geen vocht meer uit de wond komt  
  • mag je onder begeleiding van de verpleegkundige op de eerste dag na je operatie weer uit bed en op een stoel zitten, met je been omhoog op een andere stoel. Voor een goede genezing is het belangrijk dat je vanaf nu zoveel mogelijk beweging krijgt
  • kan het zijn dat je op de verpleegafdeling een elastische kous krijgt aangemeten. Het dragen van deze kous voorkomt dat je been dikker wordt.

Voorbereiding op de operatie

Opname in het ziekenhuis

Voor deze operatie word je 4 tot 5 dagen opgenomen in het ziekenhuis. De afdeling opname planning geeft je de datum door waarop je wordt opgenomen. We maken ook een afspraak met je voor het spreekuur PPO (preoperatief poliklinisch onderzoek). Op dit spreekuur heb je een gesprek met een doktersassistente, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (de specialist die voor de verdoving zorgt).

Overzicht medicijnen meenemen

Neem bij een opname of polibezoek altijd een overzicht mee van de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Dit kun je bij de apotheek halen. Als de arts jou medicatie wil voorschrijven, leest hij of zij in het overzicht welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed met elkaar samengaan.

Het overzicht van de medicijnen die je op dit moment gebruikt wordt bij de apotheek een actueel medicatieoverzicht genoemd ofwel AMO. Op Actueel Medicatieoverzicht (AMO) lees je er meer over.

Stoppen met bloedverdunners

Gebruik je bloedverdunnende medicijnen zoals Marcoumar of Sintrom? Deze mag je vanaf een paar dagen voordat je wordt geopereerd niet meer innemen. Je specialist laat je weten wanneer je  precies moet stoppen.

Voeding en roken

Het is verstandig dat je voldoende en gezond eet. Zo verminder je de kans op complicaties en infecties en zul je sneller herstellen. Daarom is het ook belangrijk dat je voor de operatie niet meer rookt.

Na de operatie

Iedere operatie brengt vanzelfsprekend risico’s met zich mee. Complicaties die bij alle operaties kunnen voorkomen zijn bijvoorbeeld wondinfectie, trombose, longontsteking, bloedingen en beschadiging van zenuwen. De kans op complicaties hangt onder andere af van je leeftijd en gezondheid. Goede voeding en de juiste medicijnen verlagen de kans op complicaties. 

Na een operatie aan slagaders in het been kunnen er specifieke complicaties zijn, zoals:

  • een nabloeding, die kan ontstaan door een lekkage van de geopereerde slagader. Als deze complicatie optreedt, is er meestal een nieuwe operatie nodig 
  • een afsluiting van het nieuwe bloedvat, doordat je aders zo erg zijn dichtgeslibd dat de bypass niet werkt
  • dikker worden van het geopereerde been. Dit kan een tijd duren maar gaat meestal vanzelf over. Soms kan het helpen om tijdelijk een elastische steunkous te dragen  
  • minder gevoel in het been. Meestal gaat dit na een paar maanden weer over. 

Hulp voor na de operatie

Wanneer je na de operatie thuiskomt, heb je waarschijnlijk huishoudelijke hulp nodig maar ook hulp bij het aandoen van kousen en schoenen. Het kan zijn dat deze hulp wordt geboden door familie en/of vrienden. Als dat niet mogelijk is, kan de thuiszorg je deskundige hulp bieden. Tijdens je verblijf in het ziekenhuis wordt dit door de verpleegkundige met je besproken.

Naar huis

Als je jezelf weer kunt verzorgen of voldoende hulp hebt, mag je naar huis. Van de verpleegkundige krijg je een afspraak mee voor een controle op de polikliniek chirurgie. Tijdens het controlebezoek worden ook de hechtingen verwijderd.

Weer aan het werk

Wat de gevolgen van de operatie voor je werk zijn, kun je bespreken met je specialist. Hij of zij kan ook je bedrijfsarts hierover informeren. In verband met de wettelijke regels voor privacy moet je toestemming geven voor dit overleg tussen je specialist en je bedrijfsarts. 

Je bedrijfsarts begeleidt jou bij de terugkeer naar je werk. Daarom is het belangrijk dat hij of zij op de hoogte is van je aandoening en de behandeling. Het is goed om je bedrijfsarts al vóór de operatie te informeren, of in ieder geval zo snel mogelijk daarna. Dat maakt het gemakkelijker om goede afspraken over je werk met je bedrijfsarts te maken.

Adviezen voor thuis

Na je ontslag uit het ziekenhuis zul je merken dat je niet meteen helemaal fit bent. Je kunt snel moe zijn, maar dit wordt langzaamaan beter. Voor een goede genezing is het van belang dat je de volgende adviezen opvolgt:

  • Als je een elastische kous hebt gekregen draag deze dan in elk geval tot de eerste controle op de polikliniek.
  • Voorkom uitglijden. Haal alle losse matjes in huis weg, leg een antislip-mat in de douche en breng eventueel handgrepen aan in de badkamer.
  • Voorkom een verstopping van de bypass door niet te lang met je benen gebogen zitten, bijvoorbeeld tijdens een lange autorit. Om dezelfde reden moet je ook niet met je benen over elkaar zitten.
  • Leef gezond: rook absoluut niet, zorg voor voldoende lichaamsbeweging en voorkom overgewicht. Voor meer informatie en tips voor gezond leven kun je terecht bij de verpleegkundige van de afdeling.
    Neem aanvullende voeding met extra eiwitten en vitaminen, dit zorgt voor een betere wondgenezing.
  • Voorkom infecties. Bij gebruik van een kunststof bloedvat, is de kans op infectie extra groot. Wanneer er ergens anders in je lichaam een infectie ontstaat, kan deze infectie je nieuwe bloedvat aantasten. Het is belangrijk dat elke  infectie wordt voorkomen of zo snel mogelijk wordt behandeld met antibiotica. Neem daarom contact op met je huisarts als je last krijgt van ontstekingen, zoals keel-, blaas- of longontsteking en bij pussende wonden, steenpuisten en dergelijke.

Wat doe je bij problemen thuis?

Krijg je na je thuiskomst uit het ziekenhuis klachten zoals:

  • rode, warme en gezwollen huid rondom de wond
  • koude rillingen of koorts (hoger dan 38.5 graden celsius)
  • plotselinge hevige pijn en/of een koud been?

Bel dan met de polikliniek chirurgie: 0413 - 40 19 59 (tijdens kantooruren) of met de receptie van Bernhoven: 0413 - 40 40 40 (buiten kantooruren). Mailen kan ook: vaatchirurgie@bernhoven.nl.

Is het nodig om naar de spoedeisende hulp van Bernhoven te komen? Volg dan bij het ziekenhuis de borden 'Spoedpost'.

Vragen?

Heb je nog vragen na het lezen van deze folder? Stel ze gerust aan je behandelend arts of de verpleegkundige van de afdeling.

Meer informatie

Voor meer informatie kun je ook terecht bij Hartenvaatgroep.nl

Wachtlijstbemiddeling

Sta je al op de wachtlijst voor de operatie maar worden je klachten erger? Bel dan met de polikliniek waar je onder behandeling bent. Je behandelend arts kan dan eventueel besluiten dat je eerder moet worden geopereerd.