Skip to Content

Gebroken heup

Je krijgt deze folder omdat je een gebroken heup hebt. Een gebroken heup is ernstig letsel, zeker bij ouderen. Voor de behandeling van een gebroken heup is meestal een operatie nodig. In deze folder lees je meer over de behandeling, je verblijf in het ziekenhuis en je herstel na de operatie. Jouw eigen situatie kan anders zijn dan wat je hier leest. Je arts bespreekt met je hoe de behandeling er voor jou uit ziet.

Onderzoek en behandeling bij een gebroken heup

Op de afdeling radiologie zijn röntgenfoto's van je heup gemaakt. Op een röntgenfoto zien we precies welk deel van je heup gebroken is. Meestal is een operatie de beste manier om een gebroken heup te behandelen. Daarna is je been zo snel mogelijk stabiel en te gebruiken. Soms besluiten we niet te opereren. Bijvoorbeeld als de arts verwacht dat de breuk ook zonder operatie goed kan genezen. Of als je lichamelijk niet fit genoeg bent. Je lichaam kan een operatie dan niet aan.

Vrouwen krijgen op de spoedeisende hulp (SEH) een urinekatheter. Dat is een dunne slang die naar je blaas gaat. Aan de slang zit een opvangzak vast die je urine opvangt.

Een gebroken heup behandelen we met bevestigingsmaterialen (schroeven of gammanagels) of met een halve of hele prothese (kunstheup). Je arts bekijkt samen met je welke behandeling het beste is. Ook bespreekt de arts met je wat de risico’s zijn en welke klachten je kunt krijgen door de behandeling. Besluit je samen met de arts dat je een operatie krijgt? Dan is het belangrijk dat de operatie snel plaatsvindt. Het liefst binnen 24 uur. Want dan kun je snel weer in beweging komen en heb je minder kans op bijkomende klachten.

Bijkomende klachten

Bij ouderen die een grote operatie krijgen is er een grotere kans om plotseling verward te raken. We noemen dat een delier. Gaat het lichamelijk weer wat beter? Dan neemt de verwardheid vaak ook af. Dat kan na een paar uren zo zijn, maar het kan ook een paar weken duren. Hoe lang het duurt hangt af van de leeftijd en gezondheid. Bij een delier krijgt nemen we altijd contact op met een specialist ouderengeneeskunde (geriater).

Rol van familie tijdens de behandeling

De verpleegkundige vertelt je alles over de behandeling, je herstel en welke zorg je verder nodig hebt. Een diëtist of fysiotherapeut bijvoorbeeld. Vaak vertelt de verpleegkundige alles ook meteen aan je familie. Zij weten dan goed wat er nodig is en kunnen al snel helpen bij je verzorging en je herstel na de operatie. Daarom mag je familie ook buiten de bezoektijden naar het ziekenhuis komen. Je kunt dit bespreken met je verpleegkundige. Krijg je een behandeling van een fysiotherapeut? Ook daar mag familie bij zijn. Je kunt dat regelen met je fysiotherapeut. Je familie krijgt dan uitleg over de behandeling en hoe zij daarbij kunnen helpen.

Vrij bewegen en valgevaar

Bewegen na de behandeling is belangrijk. Anders nemen je spieren af en is er meer kans op andere gezondheidsproblemen. Soms zijn patiënten onrustig of is er een grotere kans om te vallen. In Bernhoven vinden we het beperken van de vrijheid geen goede kwaliteit van zorg. Daarom proberen we dat altijd te voorkomen. We bieden jou of je familielid liever een zo veilig mogelijke omgeving om in te bewegen. Vallen kunnen we nooit helemaal voorkomen, maar de risico’s bij vrijheidsbeperkende maatregelen vinden we groter.

Voorbereiding op de operatie

Onderzoek voor de operatie

Soms willen we voordat je een operatie krijgt eerst meer weten over je gezondheid. Je krijgt dan bijvoorbeeld nog een onderzoek door een internist of cardioloog. En als het nodig is doen we daarna nog verder onderzoek. Het dan daardoor gebeuren dat we je niet binnen 24 uur kunnen opereren. Ook kan het zo zijn dat je gezondheid niet goed genoeg is voor een operatie.

Verdoving

De anesthesioloog zorgt bij een operatie voor verdoving (anesthesie). De anesthesioloog beslist welke verdoving voor jou het beste is. Daarbij kijken we ook naar hoe je gezondheid en lichamelijke fitheid zijn. Wat zijn de risico’s van een operatie en de verdoving? En hoe kunnen we die risico’s zo klein mogelijk maken? Ook dat bespreken we met je. Bij een heupoperatie kunnen we je verdoven via narcose (volledige verdoving) of een plaatselijke verdoving.

Narcose

Bij een narcose (volledige verdoving) brengen we je in slaap en ben je buiten bewustzijn. Ook voel je geen pijn in je lichaam. Je merkt niets van wat er met je gebeurt. Pas op de uitslaapkamer word je weer wakker.

Plaatselijke verdoving

Bij een plaatselijke verdoving verdoven we alleen je onderlichaam. We geven de verdoving via een ruggenprik. Als je het prettig vindt, kun je een licht slaapmiddel krijgen. Je slaapt dan eventjes. Ook kun je ervoor kiezen om tijdens de operatie naar muziek te luisteren.

Actueel medicatieoverzicht (AMO): meenemen voor je eigen veiligheid

Lees hier meer over het AMO en hoe je deze aan kan vragen.

Op de verpleegafdeling

Na je verblijf op de afdeling spoedeisende hulp (SEH) ga je naar de acute opname afdeling (AOA). Daar bereiden we je voor op de operatie.

Nuchter

Het is belangrijk dat je nuchter bent voor de operatie. Je mag daarom een aantal uren voor de operatie niets meer eten en drinken.

Naar de operatieafdeling

Voordat je naar de operatieafdeling gaat, krijg je een operatiehemd aan. Ook doe je de sieraden die je draagt af en mag je geen make-up meer op hebben. Als je klaar bent, brengen we je naar de operatieafdeling.

De operatie

Op de operatieafdeling bereiden we je verder voor op de operatie. De operatietijd is ongeveer een half uur tot 1 uur.

Na de operatie

Na de operatie brengt een verpleegkundige je naar de uitslaapkamer. Hier houden we je bloeddruk, pols en ademhaling goed in de gaten. Zijn je controles goed? Dan ga je naar de verpleegafdeling.

Op de verpleegafdeling

  • Soms mag je al snel weer je geopereerde been belasten. Dat hangt af van welke operatie je hebt gehad. Je arts geeft aan wanneer dit kan. Je kunt dan ongeveer 4 uur na de operatie voor het eerst uit bed komen. De verpleegkundige of fysiotherapeut helpt je daarbij.
  • In je arm zit een infuus. Hierdoor krijg je extra vocht toegediend.
  • Je wond is afgedekt met een speciale (aquacel) pleister.
  • De verpleegkundige komt regelmatig bij je langs om te kijken hoe het gaat. De verpleegkundige vraagt of je pijn hebt en controleert je bloeddruk, ademhaling en pols. Heb je last van pijn na de operatie? Dan kun je extra pijnstilling vragen aan de verpleegkundige.
  • Het is belangrijk om trombose te voorkomen. Je krijgt daarom elke dag een injectie of tabletten die je bloed verdunnen. De injecties krijg je tot 5 weken na de operatie. De verpleegkundige leert je hoe je dit zelf kunt doen. Lukt het thuis niet goed? Dan bekijken we of iemand uit je omgeving dit voor je kan doen. Je krijgt tabletten als je die ook voor de operatie al gebruikte, anders krijg je injecties.

Eerste dag na de operatie

  • De eerste dag na je operatie prikken we bloed en maken we een controlefoto van je heup.
  • Bij vrouwen verwijderen we de urinekatheter.
  • Als het je lukt dan kun je jezelf wassen en verzorgen op de rand van het bed. Lukt dat nog niet goed? Dan helpt de verpleegkundige.
  • Kun je weer goed eten en drinken en is je hb (hoeveelheid rode bloedcellen) bij het bloedprikken hoog genoeg? Dan verwijderen we je infuus.
  • De fysiotherapeut komt bij je langs om je te helpen bij het uit bed komen en lopen. Voor het lopen is eerst een hulpmiddel nodig. Bijvoorbeeld een kruk, rekje of rollator. De fysiotherapeut geeft je hier advies over.

Loophulpmiddel

Gebruikte je voor je ongeluk al een loophulpmiddel? Bijvoorbeeld een rollator? Dan kan je familie die meenemen naar het ziekenhuis. Anders kun je ook een loophulpmiddel lenen bij de stichting thuiszorg. Vraag dan je familie om die op te halen en mee te nemen naar het ziekenhuis. Je kunt dan alvast oefenen tijdens je verblijf in het ziekenhuis. Dan weet je al goed hoe je ermee kunt lopen voor na je ontslag uit het ziekenhuis.

Osteoporose (botontkalking)

Ben je 50 tot 74 jaar, dan krijg je een uitnodiging voor een afspraak op de poli fractuur en osteoporose voor een DEXA-scan. Ben je 75 jaar en ouder? Dan bepaalt de geriater met je of het zinvol is om een behandeling te starten. Na de operatie krijg je dan een infuus met medicijnen tegen botontkalking.

  • De medicijnen tegen botontkalking geven soms bijwerkingen. Je kunt last krijgen van griepachtige verschijnselen.
  • De behandeling voor botontkalking wordt vervolgd na een jaar. Om te bepalen of dat voor jou ook nodig is, plannen we 9 maanden na je opname een telefonische afspraak in met de klinisch geriater.
  • De behandeling voor botontkalking met zoledroninezuur krijg je 1 keer per jaar. Met uitzondering maximaal 3 keer per jaar. 

Tweede dag na de operatie

  • Als het lukt, verzorg en was je jezelf aan de wastafel of onder de douche. Lukt dat nog niet goed? Dan helpt de verpleegkundige.
  • Je operatiewond is nog steeds afgedekt met een aquacel pleister.
  • Het kan gebeuren dat het geopereerde been na de operatie dik wordt. Dit is niet erg.
  • Met de fysiotherapeut ga je meer oefeningen doen. Ook is het belangrijk om goed te blijven oefenen met lopen.
  • Samen met de fysiotherapeut werk je verder aan je herstel.

Derde dag na de operatie tot aan je ontslag

  • Het belangrijkste is dat je je weer goed zelf kunt redden. Daar werk je hard aan tijdens je verblijf in het ziekenhuis. Als het goed genoeg gaat, mag je naar huis.

Ontslag uit het ziekenhuis

Tijdens je verblijf in het ziekenhuis bespreken we alvast waar je na je verblijf verder zal herstellen (revalideren). Je bespreekt dit met de arts en verpleegkundige, samen met je familie. Hoeveel hulp je nodig hebt hangt af van hoe het lichamelijk en geestelijk met je gaat. En ook van je thuissituatie. Er zijn verschillende mogelijkheden:

  • Als het mogelijk is ga je naar huis. Kun je je nog niet helemaal goed zelf verzorgen? Dan kun je thuis hulp krijgen. Hoe fit ben je? Zijn er familie of vrienden die kunnen helpen? Krijg je al thuiszorg? Samen met de ontslagcoördinator bekijk je zo goed welke hulp precies nodig is.
  • Is herstel thuis niet mogelijk? Dan kijken we naar een ander tijdelijk verblijf. Bijvoorbeeld in een verpleeghuis.

Hulpmiddelen voor thuis

Er zijn verschillende hulpmiddelen die goed van pas kunnen komen na je verblijf in het ziekenhuis. Zoals een grijphulp (`helping-hand'), aankleedstokje, verlengde schoenlepel en elastische veters. Heb je vragen over de hulpmiddelen of wil je een hulpmiddel proberen? Dan kun je terecht bij de thuiszorgwinkel.

Fysiotherapie

Bij ontslag krijg je een verwijzing mee voor fysiotherapie buiten het ziekenhuis. Zij kunnen je thuis dan verder begeleiden.

Controle

Soms is nog een controle nodig op de polikliniek. Je krijgt dan van de verpleegkundige een afspraak mee voor ongeveer 6 tot 8 weken na de operatie.

Adviezen voor thuis

Om zo goed mogelijk te herstellen is het belangrijk de volgende adviezen te volgen:

  • Draag stevige schoenen en geen pantoffels.
  • Wissel je houdingen af en ga afwisselend lopen, staan en zitten.
  • Maak gebruik van een hoge stoel met armleuningen. Leg het geopereerde been niet hoog op een krukje of bankje.
  • Het kan prettig zijn gebruik te maken van een verhoogd bed, en eventueel een verhoogd toilet met handgrepen.
  • Om kousen en schoenen aan te trekken, kun je gebruik maken van een hulpmiddel. Bijvoorbeeld van een grijphulp of een lange schoenlepel.
  • Haal losse kleedjes op de vloer weg.
  • Stap in de auto vanaf straathoogte en niet vanaf stoephoogte. Ga eerst dwars op de stoel zitten. Daarna kun je op je billen kleine stukjes draaien, tot je benen in de auto zijn. Tip: een plastic zak op je stoel maakt het draaien makkelijker.
  • Heb je tijdens je verblijf in het ziekenhuis een steunkous gekregen? Blijf deze dan gebruiken tot aan de eerste controleafspraak op de polikliniek.

Veelgestelde vragen na een heupoperatie

Hoe lang blijft mijn heup gevoelig/pijnlijk?

Je been kan na de operatie dikker zijn dan het andere been. Dat is normaal en kan gebeuren. Het dik worden is minder als je iedere dag je benen omhoog legt. Maar ook door weer in beweging te komen. Dit kan een aantal weken duren. De pijn wordt langzaamaan minder vanaf ongeveer 1 tot 2 weken na de operatie. Advies is goed pijnstilling te gebruiken. Om zwelling en pijn te verminderen kun je 3 tot 4 keer per dag maximaal 10 minuten een ijspakking op de wond leggen. Let op dat je altijd een schone en droge doek tussen de ijspakking en huid legt.

Er zit geen gevoel in mijn huid. Kan dat?

Ja dat kan. De oppervlakkige huidzenuwen zijn doorgesneden. Het duurt een tijd voordat dit is hersteld. Meestal wel een half jaar, soms is dit blijvend. Advies is om de eerste 4 maanden niet direct met het litteken in de zon te komen.

Waar moet ik rekening mee houden bij de lichamelijke verzorging?

  • Douchen mag, maar douche niet in bad! Een bad heeft een te hoge instap, en de kans op uitglijden is dan groter. Ook wordt de wond week als je in bad gaat liggen. Het kan handig zijn een douchestoel of stevige tuinstoel te gebruiken bij het douchen.
  • Steek bij het aankleden altijd eerst het geopereerde been in de broekspijp.
  • Haal bij het uitkleden altijd eerst het gezonde been uit de broekspijp.
  • We vragen je om je wond ieder dag goed te bekijken. Kijk of er roodheid, zwelling of wondvocht is. Komt er vocht uit je wond? Dan moet je iedere dag een schone pleister op de wond plakken. Is je wond droog? Dan hoeft er geen pleister meer op.
  • Soms kunnen de huidhechtingen wat irritatie geven. En de huid rond de hechtingen kan wat rood zijn. Je hoeft hier niet ongerust over te zijn.

Zijn er bewegingen die ik niet mag maken?

Overleg dit met je fysiotherapeut. Wij raden je aan om iedere dag de oefeningen te doen die je geleerd hebt. Liever meerdere keren per dag kort oefenen, dan 1 keer lang. Voorkom overbelasting, loop niet te lange afstanden en sta niet te lang stil op één plek. Wissel je houdingen af en ga afwisselend lopen, staan en zitten. Voer de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet! Bij te veel oefenen neemt de zwelling en de pijn toe.

Moet ik iets aangeven bij de douane, kan ik door het poortje bij het vliegveld en kan ik problemen krijgen bij een MRI-scan?

Krijg je in de toekomst een MRI-scan? Dan moet je vertellen dat je een prothese hebt. Meestal kan het onderzoek wel plaatsvinden.

In je prothese zit titanium of roestvrijstaal. Dit geeft bijna zeker een signaal bij een douanepoortje. Leg in dat geval rustig uit dat je een prothese hebt. Een brief of een pasje waarin staat dat je een prothese heeft, heeft weinig zin. Want de douane moet je toch controleren.

Wanneer mag ik weer fietsen en autorijden?

Als je voor de operatie ook regelmatig fietste mag je ongeveer 6 weken na de operatie weer gaan fietsen. Je moet wel weer genoeg controle over je been hebben. En je moet je natuurlijk goed genoeg voelen om te fietsen. Gebruik het liefst een damesfiets, want die heeft een lage instap. Oefenen op een hometrainer is ook goed om te doen.

Autorijden is iets wat je alleen doet. Het is daarom belangrijk om zelf goed te bekijken of het echt wel kan. Als je genoeg controle hebt over je geopereerde heup kun je na 6 weken weer gaan autorijden.

Bekijk voordat je gaat autorijden goed de voorwaarden van je autoverzekering.

Hoe vaak moet ik oefenen en hoe weet ik dat ik te veel geoefend heb?

Je mag veel bewegingen maken maar niks overdrijven (forceren). Voorkom diep buigen in de heup en het naar binnen draaien van je been. Zorg dat je thuis in een hoge stoel met armleuningen kunt zitten.

Problemen thuis

Krijgt u thuis last van:

  • Huid rond de wond die rood, gezwollen en warm wordt;
  • Koorts of rillingen;
  • Plotseling heftige pijn;
  • Of komt er na 1 week nog vocht uit de wond?

Neem dan contact op met de polikliniek orthopedie/chirurgie. Buiten kantooruren kunt u naar de receptie van het ziekenhuis bellen.

  • Polikliniek orthopedie: 0413 - 40 19 71.
  • Polikliniek chirurgie: 0413 - 40 19 59.
  • Buiten kantooruren kun je bellen met de receptie van het ziekenhuis: 0413 - 40 40 40.

Vragen

Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel deze dan gerust aan de verpleegkundige of je behandelend arts.