Skip to Content

Haarnestcyste

In deze folder vindt u algemene informatie over de oorzaak, de klachten en de behandelingsmogelijkheden van een haarnestcyste.

Wat is een haarnestcyste?

Een haarnestcyste (sinus pilonidalis) is doorgaans gelegen in de bilspleet. Het is een holte onder de huid, die door de huid heen een verbinding heeft naar buiten. Deze verbinding is te zien als een klein gaatje of een kleine intrekking in de huid. In de haarnestcyste bevinden zich meestal haren en er kan gemakkelijk een ontsteking in ontstaan.

Oorzaak

Hoe de aandoening ontstaat is nog niet geheel duidelijk. Wel is het verstandig het gebied te ontharen en goede hygiëne te betrachten. Deze maatregelen zijn nodig om uitbreiding en/of herhaling (recidief) van de aandoening te voorkomen. Wanneer de haarnestcyste rustig is en er geen of nagenoeg geen klachten zijn, kan veelal met regelmatig scheren en goede hygiëne het gebied rustig gehouden worden. Herhalingen ontstaan meestal binnen de drie jaar.
Boven het veertigste levensjaar komt de aandoening eigenlijk niet meer voor.

Klachten

Behalve ontstekingen kan een haarnestcyste ook pijn veroorzaken en afscheiding van vocht en/of bloed geven. Afhankelijk van de klachten kan de cyste chirurgisch worden behandeld.

Spreekuur PPO

De verdoving voor uw operatie wordt toegediend door de anesthesioloog (specialist die voor de verdoving zorgt). Voordat een operatie onder anesthesie (verdoving of narcose) kan plaatsvinden zijn enkele voorbereidingen noodzakelijk. Deze voorbereidingen vinden plaats tijdens het spreekuur Preoperatief Poliklinisch Onderzoek, afgekort PPO. Op het spreekuur PPO spreekt u achtereenvolgend een doktersassistente, verpleegkundige en anesthesioloog.

Overzicht medicijnen

Neem bij een opname of polibezoek altijd een overzicht mee van de medicijnen die u op dit moment gebruikt. Dit kunt u bij de apotheek halen. Als de arts medicatie wil voorschrijven, dan leest de arts in het overzicht welke medicijnen u al gebruikt. Zo voorkomen we dat u medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed met elkaar samengaan.

Het overzicht van medicijnen die u op dit moment gebruikt wordt bij de apotheek een actueel medicatieoverzicht genoemd. Hier wordt ook de afkorting AMO voor gebruikt. Lees op deze pagina de veelgestelde vragen over het AMO.

De operatie

Bij hinderlijke klachten kan worden besloten tot het operatief verwijderen van de haarnestcyste. De ingreep kan plaatsvinden onder algehele narcose als niet zeker is hoe groot de haarnestcyuste is. Een kleine haarnestcyste wordt onder plaatselijke verdoving verwijderd. Dat kan op de poliklinische behandelkamer. Voor de behandeling wordt u een dag opgenomen op afdeling Dagverpleging. De operatie duurt ongeveer dertig tot vijfenveertig minuten.

De operatiewond

Afhankelijk van de uitgebreidheid van de aandoening en de mate van ontsteking zal de arts besluiten hoe de operatiewond moet worden verzorgd. De wond kan geheel opengelaten worden, dan wel gedeeltelijk of soms geheel worden gesloten. In alle gevallen moet u voor controle van de wondgenezing regelmatig naar de polikliniek. Door het openlaten van de wond worden wondinfecties voorkomen. Wel kan de wondgenezing traag verlopen door de vorming van ‘wild vlees’.

Na de behandeling

Vanaf de dag na de operatie moet u de wond twee à drie maal per dag onder de douche uitspoelen. U dept de wond met een gaasje droog. Vervolgens bedekt u de wond met gazen en plakt u deze met pleisters vast. Van de verpleegkundige krijgt u duidelijke instructies hoe u dat moet doen. Het gebied ontharen en zorgen voor een goede hygiëne is zeer belangrijk. Daarmee moet u beginnen vanaf de start van de behandeling tot zeker na de wondgenezing. Doe dit bij voorkeur langer. Zo voorkomt u een herhaling. In Bernhoven wordt op de afdeling dermatologie laserontharing aangeboden. Zodra u hersteld bent van de operatie kunt u een gratis vrijblijvende afspraak maken voor een intake via de assistente van de polikliniek Bernekliniek. Telefoonnumer 0413 - 40 14 28.

Zitten en op de rug liggen zal de eerste dagen na de operatie pijn veroorzaken. Milde pijnstillers (bijvoorbeeld Paracetamol 500 mg volgens de bijsluiter) kunnen de pijn verlichten. Geleidelijk zullen de pijnklachten verdwijnen.

Ontslag

Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak voor controle op de polikliniek. Tevens krijgt u een recept mee voor de aanschaf van verband middelen.

Werkhervatting

Wat de gevolgen van uw aandoening en/of de behandeling voor uw werk zijn, kunt u met uw specialist overleggen. De specialist kan uw bedrijfsarts informeren over de ingreep. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. De bedrijfsarts is degene die u begeleidt bij de terugkeer naar uw werk. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Het is goed om de bedrijfsarts al vóór de operatie, of in ieder geval zo snel mogelijk daarna te informeren. Dat maakt het gemakkelijker om tot goede afspraken met uw bedrijfsarts te komen.

Complicaties

Bij alle operaties kunnen complicaties optreden. Zo zijn er ook bij deze ingreep de normale risico’s op complicaties van een operatie, zoals nabloeding, trombose, longontsteking en wondinfectie. Gelukkig komen deze weinig voor. In een aantal gevallen komt de haarnestcyste weer terug. Omdat de wond vaak wordt opengelaten, kan de wond wat bloed nalekken.

Wat te doen bij problemen thuis?

Heeft u na uw thuiskomst uit het ziekenhuis klachten van welke aard dan ook en u vertrouwt het niet? Neem dan contact op met:

Polikliniek chirurgie - 0413 - 40 19 59, route 041 (tijdens kantooruren)
Buiten kantooruren belt u de receptie van het ziekenhuis: 0413 - 40 40 40

Mocht het onverhoopt nodig zijn dat u naar de spoedeisende hulp van Bernhoven komt? Volg bij het ziekenhuis dan de borden 'Spoedpost'.

Vragen

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, aarzel dan niet deze te stellen aan uw behandelend arts of aan de verpleegkundige.

Wachtlijstbemiddeling

Als uw klachten erger worden terwijl u al op de wachtlijst staat, bel dan met de polikliniek waar u onder behandeling bent. Uw behandelend arts kan dan overleggen en besluiten of u al dan niet eerder moet worden geopereerd.