Skip to Content

Röntgenonderzoek van de aderen in het been of de arm (flebografie)

De behandelend arts heeft een röntgenonderzoek van de aderen in het been of de arm voor je aangevraagd. Ook wel flebografie genoemd. Tijdens het onderzoek wordt met behulp van contrastvloeistof röntgenfoto’s van de aderen in het been of de arm gemaakt.

De informatie in deze folder is algemeen van aard. Dat wil zeggen dat het onderzoek is beschreven zoals dit meestal verloopt. De radioloog kan een andere methode kiezen die beter aansluit bij jouw situatie. De eventuele risico’s en bijwerkingen zijn ook in zijn algemeen beschreven. De radioloog (gespecialiseerde arts) en radiologisch laborant voeren het onderzoek uit.

Tijdens het uitvoeren van het onderzoek kan een eventuele begeleider niet aanwezig zijn in de onderzoeksruimte. Alleen in bijzondere situaties is dit mogelijk. Ondersteunen met omkleden is altijd toegestaan.

Zwangerschap

Als je zwanger bent of daar een vermoeden van hebt, neem dan telefonisch contact op met de afdeling radiologie voor nader overleg.

Zijn er risico's of bijwerkingen?

De hoeveelheid röntgenstraling die wordt gebruikt bij het maken van de foto’s is zo weinig dat de kans op schadelijke effecten heel klein is. Ook als je meerdere onderzoeken moet ondergaan. Het ingespoten contrastmiddel kan in een zeer zeldzame situatie een allergische reactie geven.

Contrastmiddel

Algemeen

  • Voor een betere beoordeling van de beelden, die gemaakt worden tijdens het onderzoek, kan het nodig zijn om een contrastmiddel via een infuus in de bloedbaan te spuiten. Het gaat hierbij niet om het drinken van deze vloeistof.
  • Moderne jodiumhoudende contrastmiddelen zijn veilige middelen, waarbij zelden bijwerkingen worden gezien.
  • Wanneer bij eerder onderzoek is gebleken dat je overgevoelig bent voor jodiumhoudend contrastvloeistof, geef dit dan door aan de behandelend arts en de laborant die je ophaalt voor het onderzoek.
  • Bij zwangerschap of het geven van borstvoeding geeft het toedienen van het contrastmiddel geen problemen.
  • Het contrastmiddel dat je krijgt tijdens dit onderzoek heeft invloed op eventuele bloeduitslagen. Wanneer je nog bloed moet laten prikken, doe dit dan vóór het onderzoek of 24 uur na het onderzoek. Als dit niet lukt, vertel dan bij het bloedprikken dat je een onderzoek met contrastvloeistof hebt gehad.
  • De contrastvloeistof dat je krijgt tijdens dit onderzoek heeft mogelijk ook invloed op uitslagen van urineonderzoek. Wanneer je urine bij het laboratorium moet inleveren, kun je dit het beste doen vóór het onderzoek of 3 dagen (3x 24 uur) na het onderzoek.
  • Soms kan de kleine hoeveelheid jodium in de contrastvloeistof een versnelde werking van de schildklier uitlokken. Dit is vooral het geval als de schildklier al te snel werkt of als je hiervoor behandeld wordt. Het is niet aangetoond dat er geneesmiddelen zijn die dit kunnen voorkomen. Laat de internist of huisarts weten als je tekenen hebt van een versnelde schildklierwerking (zoals vermoeidheid, gewichtsverlies, niet verdragen van warmte, transpireren, nerveusheid of hartkloppingen).

Risicogroep

Het contrastmiddel kan bij bepaalde patiëntengroepen een verhoogd risico geven op een allergische reactie of nierschade. Als je in de risicogroep valt, kan het nodig zijn dat extra maatregelen getroffen worden ter voorbereiding op het onderzoek. Hierover word je apart geïnformeerd door de aanvrager van het onderzoek en via de folder: 'Allergische reactie bij contrastonderzoeken voorkomen' en/of ‘Contrastmiddel en extra voorzorgsmaatregelen’

Hoe bereid je jezelf voor?

Medicijnen

De arts heeft bij het aanvragen van het onderzoek aangegeven of en hoe je moet stoppen met eventuele bloedverdunnende medicijnen. Is dit voor jou niet duidelijk, overleg dat dan met de arts. Als je bij de trombosedienst bekend bent, geef dan op tijd bij hen aan dat en wanneer je dit onderzoek ondergaat.

De volgende medicijnen mag je op de dag vóór en de dag van het onderzoek niet innemen:

  • NSAID’s (tegen pijn en om ontstekingen te remmen. Voorbeelden: Diclofenac, Ibuprofen, Naproxen en Etoricoxib)

Bij vragen hierover verwijzen we je door naar de aanvrager van het onderzoek.

Overige voorbereiding

  • Het is belangrijk om de dag vóór het onderzoek voldoende te drinken

    Ben je beperkt in de hoeveelheid vocht die je per dag mag gebruiken, neem dan hierover contact op met de behandelend arts

  • Vanaf 2 uur vóór het onderzoek mag je niet meer eten en drinken.

Onderzoek

Melden

Drie dagen voor je afspraak krijg je een sms van Bernhoven met een link. Via deze link meld je je digitaal aan voor je afspraak. Lukt het niet om jezelf thuis aan te melden? Meld je dan met je geldige legitimatiebewijs aan bij de aanmeldzuil in de centrale hal van Bernhoven, routenummer 001. Deze aanmeldzuil print voor jou een dagticket met jouw afspraak of afspraken.

Op het afgesproken tijdstip meld je je aan de balie van de afdeling radiologie, routenummer 040.

Let op: indien bij jou extra vochttoediening via infuus van toepassing is, meld je dan bij de desbetreffende afdeling en opnametijd, zoals vermeld in de daarvoor meegegeven folder.

Hoe verloopt het onderzoek?

De laborant komt je halen uit de wachtruimte en vertelt wat er gaat gebeuren. In het kamertje naast de onderzoekkamer moet je jezelf uitkleden. De onderbroek mag je aanhouden.

In de onderzoekkamer neem je plaats op de onderzoektafel, waar je gedurende het onderzoek op blijft liggen. Boven de onderzoektafel hangt het apparaat dat de foto's maakt. Je krijgt een infuus ingebracht met een dun naaldje in een ader op de hand- of voetrug. Het infuus wordt vervolgens vastgeplakt. Hierna wordt de onderzoektafel waarop je ligt, naar voren gekanteld zodat je wat rechtop komt te staan.

Je krijgt een strakke band om de enkel of arm. Hierdoor wordt de bloedstroom in de dieperliggende aders geactiveerd. De radioloog spuit vervolgens de contrastvloeistof door het infuus. De contrastvloeistof verspreidt zich in de aders van het been of de arm. Het inspuiten van de contrastvloeistof kan warm en soms onaangenaam voelen. Door de contrastvloeistof worden de dieperliggende aders zichtbaar. De radioloog maakt verschillende foto’s, in meerdere richtingen.

Als de foto’s gemaakt zijn, wordt het infuus uit de voet of hand gehaald. Hierna mag je jezelf weer aankleden.

Hoe lang duurt het onderzoek?

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Na het onderzoek

De laborant vertelt wanneer je kunt gaan. Je kunt de dagelijkse bezigheden weer hervatten. Een eventueel ingespoten contrastmiddel verdwijnt vanzelf uit het lichaam via de nieren en blaas. Het is belangrijk dat je na het onderzoek extra drinkt. Als je NSAID’s gebruikt, mag je dit de dag ná het onderzoek weer hervatten. (NSAID's zijn medicijnen tegen pijn en om ontstekingen te remmen, zoals bijvoorbeeld: Diclofenac, Ibuprofen Naproxen en Etoricoxib)

Uitslag

De radioloog beoordeelt de foto's. Hiervan stuurt hij een verslag naar de behandelend arts, die de uitslag met je bespreekt.

Heb je nog vragen?

Heb je naar aanleiding van deze folder nog vragen? Bespreek dit met je behandelend arts of neem contact op met afdeling radiologie op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur.

  • Radiologie telefoon 0413 – 40 19 62, route 040