Skip to Content

Samen voor een zo goed mogelijk leven

  • Voor de sondevoeding 

    De neussonde is het meest bekend. Daarnaast is er ook de Duodenumsonde (via de maag naar de dunne darm), de triple-lumensonde, de PEG-J sonde en de PEG sonde. Wij leggen je precies uit hoe iedere sonde werkt. Welke je krijgt hangt af van je klachten. Belangrijk bij alle sondes is dat je schoon werkt. Mondhygiëne is ook heel belangrijk.

  • Tijdens de sondevoeding 

    Op bepaalde tijden dien je jezelf (eventueel met hulp van een vertrouwd iemand) de sondevoeding toe. De voeding loopt druppelsgewijs via de sonde in je lichaam. Per keer dien je 350 ml. toe. Om genoeg voedingstoffen binnen te krijgen, krijg je 6 keer per dag sondevoeding.

  • Na de sondevoeding

    Let op hoe vaak je per dag plast. Dat moet gemiddeld 1 liter of meer per dag zijn. Is het minder en is de plas donker van kleur dan neem je extra water. Je gaat ook anders poepen omdat je minder vaste voeding eet. Bij problemen kun je ons altijd bellen.

Ga naar folder 'Gebruik van sondevoeding thuis'